Zelden zal de duiding van verkiezingen zo lastig zijn geweest als die van afgelopen woensdag. Bij de PvdA werden prachtige resultaten afgewisseld met grote verliezen. Hoe we dit allemaal precies moeten interpreteren en wat we ervan kunnen leren, is iets voor de komende tijd, maar tussen alle analyses ontwaren we een negental trends. Zes positieve en drie zorgelijke.


Zes positieve trends


Allerminst vijftigpluspartij deze verkiezingen

De PvdA weet de jongere kiezers weer te vinden. Volgens IPSOS zou het aantal Eerste Kamerzetels gelijk blijven als alleen de 18 tot 25-jarigen gestemd hadden. En wanneer de leeftijdscategorie van 25 tot 35-jarigen het voor het zeggen hadden gehad, was dat aantal zelfs op 8 EK-zetels uitgekomen.

Ter vergelijking: bij de vorige TK-verkiezingen zou de PvdA in de leeftijdscategorie van 18-25 jaar slechts 3 van 9 Kamerzetels overhouden en in die van 25-35 jaar een schamele 6. Een flinke en met het oog op de toekomst hoopvolle verbetering dus. Zeker als je bedenkt dat we van ver komen. In 2017 lag alleen de gemiddelde leeftijd van de 50PLUS-stemmer hoger dan die dan van de PvdA.


Vrouw-man bij PvdA in provincie – bijna – in evenwicht

Nog voordat alle voorkeurszetels bekend zijn, kunnen we met redelijke zekerheid zeggen dat er meer vrouwen namens de PvdA de Staten in zullen gaan: 51% vs 49% (25 mannen, 24 vrouwen). Dat is beter dan direct na de verkiezingen in 2019: toen hadden we 41,5% vrouwen en 58,5% mannen.


Appels en peren, maar vergeleken met TK-verkiezingen gewoon goed gedaan

Natuurlijk de opkomst is lager, de bestuurslagen, waarover gestemd wordt, zijn anders, etc. etc. Maar als je de 8,1% van dit keer naast de 5,7% van de TK-verkiezingen in 2021 legt, is de verbetering zichtbaar. Terwijl we in de Tweede Kamer de zesde partij zijn, kwamen we dit keer als vierde partij uit de bus. En het linkse blok met GL groeide eveneens: van 10,9% in 2021 naar 17,1% nu.


Meer kiezers dan in 2019 én 2021

Dat percentages niet alles zeggen en een hogere opkomst veel uitmaakt, zien we als we naar het aantal stemmen kijken. Scorebordjournalistiek of niet: ten opzichte van 2019 stemden bijna twaalfduizend mensen meer op de PvdA (om precies 627.004 in 2023 en 605.541 in 2019). Ook in vergelijking met de Kamerverkiezingen gaven meer kiezers de PvdA het vertrouwen: destijds stemden 597.192 mensen op de PvdA.  


Veel studenten- én Brabantse steden kleuren roder

Of dit lichtpunt samenhangt met het eerste punt, moet verder kiezersonderzoek uitwijzen. Maar ook als het gaat om onze presentie in veel studenten- en de Brabantse steden vormen de afgelopen verkiezingen een positieve trendbreuk met de vorige verkiezingen. Een verre van volledig overzicht: Utrecht (9,3% in 2023 en 8% in 2019), Eindhoven (10,7% in 2023 en 8,3% in 2019), Tilburg (9,6% in 2023 en 7,1% in 2019), Nijmegen (14,5% in 2023 en 10,5% in 2019) en Maastricht (10,1% in 2023 en 8,2% in 2019).


BBB zeker niet in alle waterschappen dominant

Ja, ook in de waterschappen kunnen we niet om de BBB heen. Maar anders dan provincies kleuren de waterschappen niet allemaal het lichtgroen van de boerenburgers. Zo is Water Natuurlijk in vijf waterschappen de grootste. Wat de PvdA betreft verdient het waterschap Amstel, Gooi en Vecht speciale aandacht. Waar de nek-aan-nek race met de VVD vier jaar geleden nipt verloren werd, steekt de PvdA er nu dankzij een zeer zichtbare campagne met kop en schouders bovenuit. Op de 6 zetels en 105.151 stemmen volgt nummer 2 Water Natuurlijk met 4 zetels en 78730 stemmen op gepaste afstand.


Drie zorgelijke trends


Flink verloren in rode noorden en geen herstel in traditionele arbeiderssteden

Met een roze bril kan je nog stellen dat de PvdA in de provincies Drenthe, Groningen en Friesland de tweede partij is geworden en dat andere (coalitie)partijen het vaak aanmerkelijk slechter hebben gedaan, maar feit blijft, dat de PvdA verloor. En in sommige gemeenten flink ook.

Dit verlies bleef niet beperkt tot het platteland en sijpelde ook door in de traditionele arbeidersbolwerken. Zo werd in Emmen (10,4% in 2023 en 17,9% in 2019) en Deventer (10% in 2023 en 13,9% in 2019) flink verloren, terwijl er van een electoraal herstel in Rotterdam met 8,8% (precies hetzelfde percentage als vier jaar geleden) geen sprake was. Aangezien de BBB in de toch behoorlijk verstedelijkte Maasstad op 8,2% uitkwam, lijkt er ruimte voor verbetering.


Eén en één is geen drie

Dat de linkse wolk nog niet de hooggespannen verwachtingen heeft waargemaakt, zien we terug in de uitslag in Zeeland. De combinatiepartij van PvdA en GL deed het daar alleen in de steden Middelburg, Vlissingen en Goes beter. In de rest van de provincie werd verloren ten opzichte van 2019. Het goede nieuws is dat het voor het aantal zetels niet uitmaakt. PvdA-GL komt uit op zes. Precies de optelsom van PvdA (4) en GL (2) van vier jaar geleden.


Uitgangspositie onderhandelingen Gedeputeerde Staten wel eens beter geweest

Waar de entree van het FvD vier jaar geleden niet leidde tot collegedeelname, lijkt de BBB dit keer wel in veel provincies mee te gaan besturen. Al was het maar vanwege hun getalsmatige dominantie in veel provincies. Wat dit allemaal politiek inhoudelijk betekent, moet tijdens de onderhandelingen blijken, maar de kans dat veel provincies een rechts bestuur krijgen is groot.


Afbeelding: Robin van Lonckhuijsen | ANP