Extra spannend waren de waterschapsverkiezingen dit keer. Niet alleen omdat de uitdagingen van de waterschappen door klimaatverandering steeds groter worden of omdat er nieuwe partijen meededen, maar ook omdat er voor het eerst meer zetels democratisch verdeeld werden. We hebben de uitslagen en bijzonderheden voor je op een rijtje gezet. Let wel, deze kunnen door hertellingen of fouten nog veranderen. Hoe ziet waterschapsland er na de verkiezingen uit?


76 zetels meer

Het totale aantal zetels dat er te verdelen viel in de waterschappen, was hetzelfde als vier jaar geleden. Wel ligt de verhouding tussen verkozen en geborgde zetels anders. Waren er in de vorige bestuursperiode 160 geborgde zetels, dit keer zijn het er nog 84. De geborgde zetels voor bedrijven zijn afgeschaft. De boeren hebben per waterschap nog twee geborgde zetels, net als de natuurterreinen. Doordat het totale aantal zetels in de waterschappen gelijk blijft, waren er 76 zetels extra te verdelen tijdens de verkiezingen. Kortom, minder geborgde zetels en meer democratisch verkozen zetels dan in 2019.

Ook de verplichting dat er ten minste één geborgde deel moet nemen aan het dagelijks bestuur van het waterschap, is geschrapt. Na deze verkiezingen kunnen er dus voor het eerst colleges gevormd worden die alleen uit democratisch verkozen leden bestaan. Het bestuur in de waterschappen is overigens monistisch. Dat betekent dat een dagelijks bestuurslid óók lid blijft van het algemeen bestuur. Dit in tegenstelling tot de het duale stelsel in de gemeenteraden en Provinciale Staten: wethouders en gedeputeerden moeten stoppen als raadslid en Statenlid.

Hogere opkomst

Dan de verkiezingen. De opkomst was ruim hoger dan in 2019. 53,7% van de kiesgerechtigden ging naar de stembus, terwijl de opkomst in 2019 bleef steken op 51,3%. Het waterschap met de hoogste opkomst was Drents Overijsselse Delta met 63,% (+5,8%-punt), op de voet gevolgd door Fryslân met 63,1% (+6,9%-punt) en Vallei en Veluwe met 62,29% (+4,1%-punt). De grootste stijger was Vechtstromen, 61,90% ging stemmen (+8,7%-punt). Alleen in Zuiderzeeland (-1,75%-punt) en Delfland (-2,8%-punt) was de opkomst lager dan in 2019.

Het erepodium: BBB, Water Natuurlijk, VVD

Net als in de provincies, is de BBB de grote winnaar van de waterschapsverkiezingen. De partij deed in alle 21 waterschappen mee en wist maar liefst 118 zetels te veroveren. In veertien waterschappen is de BBB de grootste: Brabantse Delta, Delfland, Drents Overijsselse Delta, Hollands Noorderkwartier, Hunze en Aa’s, Rijn en IJssel, Rijnland, Rivierenland, Scheldestromen, Vallei en Veluwe, Vechtstromen, Limburg, Fryslân, Zuiderzeeland. Soms met een flink verschil met de nummer twee, soms met een kleine voorsprong.

BBB met 118 zetels ook in het waterschap de grootste

Water Natuurlijk- vier jaar terug de winnaar van de verkiezingen – neemt de tweede plek in na de BBB. De partij deed in alle waterschappen mee en groeide van 85 naar 91 zetels. In Aa en Maas, De Dommel, Noorderzijlvest, Schieland en de Krimpenerwaard en Stichtse Rijnlanden werd de partij de grootste.

Hoewel VVD 15 van de 70 zetels uit 2019 zag verdampen, mag de partij de derde plek innemen op het erepodium. De liberalen deden in alle waterschappen een gooi naar zetels. Nergens werd de partij de grootste. 

Stabiele prestatie PvdA

De PvdA valt met een vierde plek net naast het erepodium. Helemaal geen gekke prestatie, zeker omdat de PvdA in tegenstelling tot de drie voorgaande partijen maar in 17 van de 21 waterschappen meedeed aan de verkiezingen. Het totale aantal zetels groeide van 49 naar 50.

In Amstel, Gooi en Vecht werden we de grootste. Was er vier jaar geleden nog sprake van een nek-aan-nekrace met de VVD, die nét gewonnen werd door de liberalen, nu is de PvdA onbedreigd de grootste met 6 zetels (+2). Ook in Rijnland en Stichtse Rijnlanden werd een zetel gewonnen. In Aa en Maas, Fryslân en Hollands Noorderkwartier moet de PvdA het helaas met een zetel minder doen.

Vreemde eend in de bijt: Hollandse Delta

De oplettende lezer zal zich nu afvragen welke partij de grootste werd in het 21e waterschap, Hollandse Delta. In dit Zuid-Hollandse waterschap was het geen landelijke partij, maar de Waterschapspartij Hollandse Delta die er met de buit vandoor ging. Wel verloor de partij 2 zetels, waarmee ze uitkwam op 5 in totaal. Toch is het een bijzondere prestatie. In geen enkel ander waterschap werd een niet-landelijke partij de grootste.

Nieuwkomers en winnaars: JA21, BVNL, SGP, PvdD

De Partij voor de Dieren deed goede zaken in de waterschappen: van 17 naar 37 zetels. In negen van de zestien waterschappen debuteerde de partij, in zeven zat ze al in het algemeen bestuur en in vijf waterschappen was geen deelname. In alle waterschappen waar de PvdD voor het eerst meedeed, wist ze één of meerdere zetels te behalen. In de zeven waterschappen waar de partij al vertegenwoordigd was, was er een zetel winst in Rijnland en Stichtse Rijnlanden. In de andere waterschappen bleef het aantal zetels gelijk.

Hoewel BVNL er niet in slaagde om Statenzetels te veroveren, is ze straks wel met één zetel vertegenwoordigd in zes waterschappen: Hollands Noorderkwartier, Hollandse Delta, Vechtstromen, Fryslân, Zuiderzeeland en Delfland. In het laatstgenoemde waterschap was Richard de Mos, raadslid en ex-wethouder van Groep de Mos/Hart voor Den Haag, lijsttrekker.

Richard de Mos gaat meepraten over het waterpeil

Ook JA21 doet haar intrede in de waterschappen. De partij mag in vijf waterschappen een zetel innemen: Delfland, Hollandse Delta, Rijnland, Rivierenland en Schieland en de Krimpenerwaard.

Tot slot de SGP. De partij sleepte in de zeven waterschappen waar ze meedeed in totaal 11 zetels binnen, 4 meer dan in 2019. Winst was er in Hollandse Delta (+1), Scheldestromen (+1) en Vallei en Veluwe. Vier jaar geleden wist de SGP in Stichtse Rijnlanden geen zetel te behalen, nu lukte dat wel.

De verliezers: CDA, 50PLUS, AWP, CU(-SGP)

Het CDA zal deze verkiezingen snel willen vergeten. Van de 58 zetels uit 2019, blijven er nog 35 over. Een verlies van 24. Deelname was er in alle waterschappen, behalve Limburg. In Limburg kon de kiezer op Waterbelang stemmen, een partij die gelieerd is aan het CDA. Waterbelang deed met verschillende lokale lijsten mee. Na de verkiezingen worden alle Waterbelang fracties samengevoegd tot één grote fractie. Vrijwel alle kandidaten zijn actief voor het CDA, de lijsttrekkers zijn veelal prominente CDA’ers. Waterbelang verloor vier zetels en komt daarmee uit op 10 in totaal.

De klap voor 50PLUS was nog groter. Behalve in Fryslân, deed de partij overal mee aan de verkiezingen. In tien waterschappen is ze er niet meer in geslaagd een zetel te halen. In de andere tien waterschappen lukte het om één zetel te halen. Het aantal zetels neemt af van 31 naar 10.

Het CDA moet net als in de provincie flink inleveren

De Algemene Waterschaps Partij, “niet politiek, wel deskundig”, moet een licht verlies van twee zetels incasseren. In Hollands Noorderkwartier, Hollandse Delta, Hunze en Aa’s, Rijn en IJssel en Drents Overijsselse Delta keert de partij niet meer terug. In Amstel, Gooi en Vecht, Brabantse Delta en Limburg doet de partij juist haar intrede in het algemeen bestuur.

Tot slot moet de ChristenUnie het met één zetel minder doen. De partij moest een zetel inleveren in Noorderzijlvest. Het leek er lang op dat de CU zou verdwijnen uit Amstel, Gooi en Vecht, maar in de definitieve verkiezingsuitslag wist ze toch haar zetel te behouden. Ook de combinatie CU-SGP (-2) verliest: één zetel minder in Rijnland en in Zuiderzeeland.

Rechtsaf in de waterschappen

Sloeg Nederland tijdens de waterschapsverkiezingen rechtsaf, zoals in veel provincies het geval is, of werd er voor een linksere koers gekozen? Om daar een antwoord op te kunnen geven, hebben we de zetels in de waterschappen in blokken verdeeld. Het ene blok bestaat uit de links-progressieve partijen: PvdA, PvdD en Water Natuurlijk. Het andere blok zijn de rechtse partijen: BBB, VVD, CDA, JA21, BVNL, SGP en CU-SGP. De overige partijen zijn de regionale partijen, 50PLUS, CU en de Algemene Waterschapspartij. In de blokken hebben we alleen de verkozen partijen opgenomen, de 42 geborgde zetels voor natuur en de 42 geborgde zetels voor de agrariërs laten we buiten beschouwing.

Slecht nieuws voor de natuur: het waterschap is rechtser dan ooit

De grafiek geeft een duidelijk antwoord. In de periode 2019-2023 waren het linker- en rechterblok aardig in evenwicht. Links scoorde net iets beter dan rechts, maar het verschil was niet gigantisch. Nu is er duidelijk rechtsaf geslagen. Het linkerblok blijft nagenoeg gelijk, terwijl het rechterblok flink wint en het blok met de overige partijen fors verliest. De rechtse partijen hebben zich na deze verkiezingen steviger gevestigd in de waterschappen dan voorheen.

De uitslagen per waterschap

Wil jij precies weten welke partij gewonnen of juist verloren heeft in jouw waterschap? Voor de fijnproevers hebben we alle uitslagen per waterschap op een rij gezet. Je vindt ze in dit bestand. Ook voor deze uitslagen geldt: er kunnen nog veranderingen plaatsvinden.


Afbeelding: Gerard Til | ANP

Bestanden