Amsterdam wel of niet bij de wietproef betrekken? Daarover ging het na het voorjaarsreces in de Tweede Kamer, maar het voorstel de stad aan het experiment toe te voegen, heeft het niet gehaald. En de relatief nieuwe Wet open overheid blijkt behoorlijk te knellen. Senior beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen belicht deze debatten en brengt daarnaast nog twee kleinere nieuwtjes uit de Tweede Kamer. 


Wietproef

De onlangs overleden oud-premier Dries van Agt was als minister van Justitie in het kabinet Den Uyl in 1976 verantwoordelijk voor de wettelijke scheiding tussen hard- en softdrugs. Daarmee werd ook een begin gemaakt met het gedogen van cannabis en de verkoop ervan via coffeeshops. Het plan was ook om cannabis volledig te legaliseren.

Nu, bijna vijftig jaar later moest Songül Mutluer in debat met de ministers Pia Dijkstra (Medische Zorg) en Dilan Yeşilgöz (J&V) constateren dat we nog niet veel verder zijn dan een relatief kleinschalig experiment met een gesloten coffeeshopketen. Internationale verdragen en ontbrekende meerderheden in de Kamer hebben het legalisatieplan uit de jaren zeventig al die jaren tegengehouden.

Eindelijk van start

Het goede nieuws is dat de wietproef eindelijk werkelijk van start is gegaan, hetzij met vertraging en op bescheiden schaal. Het experiment is in december begonnen in coffeeshops in Breda en Tilburg; de burgemeester van Breda Paul Depla en zijn Tilburgse ambtsgenoot Theo Weterings zijn de aanjagers van het experiment. Na het begin in de Brabantse gemeenten volgden de acht andere gemeenten die in de proef zitten.

Hopelijk leidt het experiment uiteindelijk wel tot volledige legalisering van cannabis, zodat het verdienmodel van criminelen tot het verleden gaat behoren. Zover is het nog lang niet.

Elfde gemeente

Het Kamerdebat ging vooral over het toevoegen van Amsterdam als elfde gemeente aan het experiment. Mutluer zag de meerwaarde daar wel van in: in grote steden spelen specifieke problemen die in andere gemeenten minder voorkomen. Denk aan sterke clustering van sociale problematiek, gezondheidsproblematiek, dealen en drugsgebruik of handhavingsproblemen. Om aan het einde van het experiment gedegen conclusies te trekken, is deelname van een grote gemeente in de proef wat betreft Mutluer onmisbaar.

Helaas heeft een meerderheid van de Kamer de toevoeging van Amsterdam niet gesteund. Met uitzondering van de VVD hebben de andere partijen rechts van het midden tegen dit voorstel gestemd. Die zien sowieso niets in het legaliseren van cannabis en willen dan ook geen uitbreiding van het experiment.


Wet open overheid verloopt nog stroef

De opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur is de Wet open overheid die twee jaar geleden is ingevoerd, de Wob werd de Woo. Achter deze wisseling van afkortingen schuilt een andere manier van denken over de manier waarop de overheid informatie moet delen.

Waar de Wob uitging van openbaarmaking op verzoek, gaat de Woo-uit van het principe dat alles openbaar wordt. Tenzij er gegronde redenen bestaan dat niet te doen. Het openbaar maken van informatie gebeurt dan niet alleen op verzoek van de burger, maar uit eigen beweging van het bestuursorgaan.

Capaciteitsprobleem

In de praktijk loopt de Woo nog stroef: de termijnen voor de verstrekking van informatie worden te vaak niet gehaald. Er is te weinig capaciteit bij gemeenten en andere bestuursorganen om de Woo uit te kunnen voeren. Soms krijgen de Woo-verzoeken ook nog te weinig prioriteit. Gevolg is dat gemeenten zich overspoeld voelen door omvangrijke Woo-aanvragen, ambtenaren voelen zich niet veilig om onderling vrij te communiceren en journalisten zijn gefrustreerd, omdat ze geen informatie krijgen.

Glimina Chakor heeft in een debat met staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Koninkrijksrelaties en Digitalisering om uitleg gevraagd. Chakor kan als oud-wethouder uit Groningen niet de ogen sluiten voor de problemen die gemeenten met de Woo ervaren. Zij pleit ervoor om bij grote Woo-verzoeken een overleg in te passen tussen de behandelend ambtenaar en de aanvrager. In dat overleg kan de ambtenaar vragen wat de indiener van het verzoek precies nodig heeft en kan hij uitleggen wat er binnen welke termijn mogelijk is, daarbij natuurlijk rekening houdend met de prioriteit van de verzoeker.

Een goed gesprek voorkomt vertraging, een gefrustreerde aanvrager, onnodig werk en verspilling van belastinggeld, stelt Chakor. De staatssecretaris vindt dit een goed idee en gaat het uitwerken.

Digitalisering en archivering

Daarnaast heeft Chakor over het voetlicht gebracht dat overheden meer geld nodig hebben voor digitalisering en archivering. De staatssecretaris meent dat hier al veel geld beschikbaar is, zo heeft zij laten blijken. Mocht zij toch het idee krijgen dat het bedrag onvoldoende is, dan komt zij erop terug.

Invoeringstoets

Veel van de problemen die Chakor en andere Kamerleden hebben benoemd, zijn ook bekend uit een invoeringstoets, een nieuw evaluatie-instrument om knelpunten rond nieuwe wet-regelgeving bloot te leggen. De knelpunten van de nieuwe Woo waren ook in een invoeringstoets opgesomd. De staatssecretaris komt binnenkort met een reactie op die invoeringstoets en welke oplossingen zij daarvoor ziet.


Afbeelding: Ton Toemen | ANP


 

Portret Ton LangenhuyzenContactgegevens:


T: 070-3182792
E: t.langenhuyzen@tweedekamer.nl