In principe heb je als raadslid een mandaat van vier jaar. In die tijd kan er natuurlijk veel veranderen, waardoor je tussentijds moet stoppen: omdat je nieuwe werk niet te combineren valt met de lokale politiek, je verhuisd bent naar een andere gemeente of omdat het simpelweg niet meer gaat. Is het eigenlijk wel normaal wat we van raadsleden vragen? En zouden wat aanpassingen verschil kunnen maken?


De mededeling kwam wel binnen. Natuurlijk was het hectisch en ideaal was de situatie zeker niet, maar Lynn Rulkens had toch het idee dat het raadslidmaatschap, haar parttimebaan en het moederschap te combineren vielen. ‘Niet dus. Toen mijn zoon van zes zei “mam, ik haat de PvdA”, snapte ik meteen wat hij bedoelde. Raadsvergaderingen beginnen vaak om zes uur ’s avonds. Precies het moment dat het zo ongeveer topdrukte is thuis en je je moet haasten om vanuit je werk thuis te komen. Je hebt net de kinderen van de BSO opgehaald, knalt nog wat eten in de magnetron en weg ben je.’

Lange avonden

Daarom hield de bevlogen politica vorige week donderdag voor de laatste keer een betoog in de Roermondse raad. Aan het raadslidmaatschap van Rulkens kwam zo vroegtijdig een einde. ‘Erg verdrietig vind ik het. Ook al ben je super gemotiveerd, vind je het keileuk en realiseer je echt mooie dingen, dan nog is het voor mij onmogelijk gebleken het raadswerk te combineren met een gezin met jonge kinderen.’

Op zich zijn de voorwaarden daarbuiten wel in orde, zegt Rulkens. ‘Met de raadsvergoeding is het prima mogelijk om een dag minder in de week te gaan werken. Dus dat heb ik ook gedaan.’ Maar dan nog blijven de avonden over. ‘Raads- en commissievergaderingen, het presidium, je fractie, informatieavonden en coalitieoverleggen. En dan heb ik het nog niet over je gezicht laten zien in het maatschappelijk middenveld: dat doe je ook vaak ’s avonds. De realiteit is wel dat je zo drie à vier avonden van huis bent.’   

Rulkens: Niemand neemt ’s avonds om elf uur de beste besluiten 

De oplossing is even logisch als simpel, denkt Rulkens. ‘Naar de dag gaan. Met de huidige raadsvergoeding kan dat prima. De Staten doen het ook, dus waarom wij dan niet? Ik geloof echt niet dat ’s avonds vergaderen de kwaliteit van de besluitvorming ten goede komt. Om elf uur ’s avonds is niemand meer fris. Zeker niet als je er al een hele werkdag op hebt zitten.’

Geen dertigers en veertigers in de raad

‘Natuurlijk heeft ook dat impact. Alle raadsleden moeten op dezelfde dag vrij hebben, maar je kan dat best voorbereiden. Wie zich kandidaat stelt voor de Staten, weet dat hij of zij de vergaderdag vrij moet nemen.’ Ook als je het in het bredere perspectief beziet, moet de boel op de schop, vindt Rulkens. ‘De gemiddelde leeftijd van de Roermondse raad is 42.’

Niet slecht, zeker niet omdat de gemiddelde leeftijd gedaald is ten opzicht van enkele jaren geleden. Maar het ligt toch net anders, legt Rulkens uit: ‘Van de 31 zetels zijn er welgeteld drie mensen in de veertig. De rest is jonger dan 35 of ouder dan 55, met of nog geen kinderen, of de kinderen al het huis uit. Ik vind dat geen evenwichtige afvaardiging van de inwoners van Roermond. Diversiteit in de raad betekent niet alleen voldoende vrouwen en culturele achtergronden, maar ook alle leeftijden. De jonge bevlogen raadsleden haken nu af, zodra ze kinderen krijgen en melden zich weer op het moment dat de kinderen uit huis gaan. Zo mis je een super belangrijk perspectief in de raad: namelijk dat van ouders.’

Rulkens: Ruim net als bij de Staten een dag in voor de gemeenteraad 

Om dezelfde reden vindt Rulkens het waardevol dat raadsleden midden in de samenleving staan en ook een baan hebben en houden. Een afscheid van het lekenbestuur ziet ze dan ook niet zitten. ‘Voor de carrière van raadsleden zelf lijkt het me niet goed. Wanneer je er vier, acht of zelfs twaalf jaar uit bent, is het lastig terugkeren naar je reguliere werk. Maar ook voor het politieke bestuur vind ik het onverstandig: je krijgt dan nog meer dan nu raadsleden die blijven plakken. Je hebt hier in Roermond mensen die al veertig jaar raadslid zijn. Dan zie je toch vaak de houding: “Meisje, leuk plan, maar dat hebben we al eens geprobeerd en het werkte toen ook al niet. Dus waarom zouden we dat nog een keer proberen?”’

Te weinig tijd

Ook Femke van Drooge zei het raadslidmaatschap onlangs vaarwel. ‘Als ik iets doe, wil ik het goed doen. Op zich kon ik het nog wel aan, maar niet meer zo grondig als ik zou willen doen. Daarom ging ik me ergeren. Aan mezelf. Van “ik had bij deze meeting moeten zijn”, “ik had ook dit moeten doen” of “waarom heb ik die schriftelijke vragen niet gesteld”. Het is het gevoel dat je wil voldoen aan je eigen verwachtingen en eigen potentie, maar dat dat niet lukt.’

Net als bij Rulkens speelde het gebrek aan vrije avonden een rol in de afweging om te stoppen. ‘Nu ik niet meer iedere week naar het gemeentehuis moet, valt me het verschil pas echt op. Een avond even niks doen of moeten: heerlijk! Weer meer doen in het huishouden, bevalt ook. Mijn echtgenoot deed dat eerst allemaal, dus die is daar wel blij mee. Je hebt meer aandacht voor elkaar. En als ik wil gaan sporten, kan dat gewoon. Dat was doordeweeks eerst onmogelijk.’

Van Drooge: Als ik iets doe, wil ik het goed doen 

Maar de doorslag lag bij Van Drooge toch meer op het inhoudelijke vlak. ‘Gemeenten doen veel meer tegenwoordig. Ze hebben op tal van vlakken heel veel verantwoordelijkheid. In 2006 ben ik voor het eerst raadslid geworden. Toen was net het dualisme ingevoerd en dachten we met zijn allen: wat druk. Maar toen ik in 2018 weer opnieuw raadslid werd, ben ik echt even geschrokken. De decentralisaties hebben voor enorm veel meer werk gezorgd. Je kan er met het grootste gemak een fulltimefunctie van maken en nog steeds het gevoel hebben dat je niet genoeg doet.’

Kennisachterstand

Op zich al vrij problematisch. Maar daar komt nog bij, dat de gemeenteraad in het algemeen en kleine fracties in het bijzonder al bij voorbaat op achterstand staan. Van Drooge: ‘Als je de lat hoog legt, is het als raadslid mogelijk om redelijk je kennis bij te spijkeren. Redelijk, want zodra je denkt “ik heb het onder de knie”, stuurt de griffie weer een hele sloot aan nieuwe beleidsdocumenten op. In de praktijk komt het er vaak op neer dat je luistert naar wat het college wil gaan doen en alleen kan bijsturen, wanneer het college echt iets heel ergs verkeerd van plan is. De informatie om een andere afweging te maken ontbreekt.’

Die informatievoorsprong van het college is in de praktijk haast niet in te halen. ‘Wethouders werken niet alleen voltijd, ze hebben ook nog een enorm ambtenarenapparaat achter zich. Als raadslid doe je het erbij. Je hebt nog een normale baan die ook veel van je vraagt. Maar de politiek houdt daar geen rekening mee en gaat de hele dag door. Ook van ambtenaren, want die werken wel fulltime. De griffie stuurt je overdag berichten, terwijl je op je werk zit. Het is dan lastig om de balans te houden. Ik moest mezelf echt dwingen om mijn raadsmail alleen op bepaalde momenten te bekijken. Die cognitieve last is moeilijk te beschrijven. Het is niet alleen een kwestie van tijdsmanagement, je staat als politica constant aan. Dat levert veel stress: je moet het eigenlijk loslaten, maar dat kan niet.’

Van Drooge: Als raadslid heb je altijd een informatieachterstand 

Eén alomvattende oplossing ziet Van Drooge niet meteen. ‘Je hebt wel een aantal denkrichtingen. Stel, je maakt de raad kleiner, maar dan wel met fulltime raadsleden. Dat heeft dan wel als consequentie dat je een hogere kiesdrempel krijgt en partijen dus verdwijnen. Of je dat moet willen, weet ik niet. Misschien is het beter om eerst de ondersteuning beter op orde te krijgen. In een stad als Amsterdam hebben fracties voltijdmedewerkers in dienst, terwijl je het in Hilversum helemaal alleen moet doen. Het is niet zo, dat ze in Amsterdam veel meer te doen hebben. Juist in de middelgrote gemeenten komt er veel op raadsleden af. En dat is minstens even complex als in Amsterdam.’

Rust en regelmaat in Zevenaar

Marcel Lap heeft eveneens zijn raadszetel opgegeven. Maar helemaal klaar met de Zevenaarse politiek is de nestor van de lokale PvdA allerminst. ‘Na 25 jaar onafgebroken in de raad werd het tijd om ruimte te geven aan nieuwe mensen. Ik blijf nog wel aan als commissielid, maar dat is het.’

Lap vindt zichzelf nog niet te oud voor de politiek. ‘Toen ik in 1998 in de raad kwam, was ik nog geen dertig. Dus wat leeftijd betreft had ik nog wel even door kunnen gaan. Maar de laatste tijd merkte ik wel dat ik steeds meer dacht bij onderwerpen “dit heb ik al eens een keer gezien”. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van afgelopen jaar kwam ik er met voorkeursstemmen in en hebben we afgesproken om wat urgente kwesties af te handelen. Dat is nu gebeurd. Mijn opvolger heeft mijn portefeuille overgenomen en ik ben zijn commissie gaan doen.’

Lap: Na 25 jaar nog vol energie 

Waarschijnlijk ligt het voor een gedeelte aan de portefeuille en de jarenlange ervaring, maar toegenomen stress speelde geen rol bij het stoppen. Lap: ‘Nee, ik heb niet het idee dat het raadswerk echt zwaarder is geworden. Voor mij niet althans. Ik ben er rustig ingerold en heb me altijd bezig gehouden met de ruimtelijke ordening. De extra taken van de gemeenten zitten toch vooral op het sociale vlak, maar dat heb ik nooit gedaan.’

Natuurlijk is het ook in het landelijke op de grens gelegen Zevenaar niet altijd pais en vree, maar qua politieke omgangsnormen had Lap weinig problemen. ‘Wellicht zit het in mijn karakter. Ik maak me niet zo snel druk en trek mijn eigen plan. Natuurlijk zie je dat het soms botst in de raad: politiek en op persoonlijk vlak. Daar heb ik me altijd verre van gehouden. Misschien is dat de reden dat ik het zo lang heb volgehouden. Dat en het feit, dat ik altijd leuke en interessante dingen in de raad heb mogen doen.’


Bijschrift afbeelding: Lynn Rulkens na haar afscheid in de raad, samen met haar opvolger Ron Piepers

Afbeelding: PvdA Roermond