Zelfs voor Haagse begrippen waren de afgelopen weken voor de PvdA-fractie buitengewoon hectisch te noemen. Maar onverwacht aftreden of niet: het Kamerwerk gaat door. Senior beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen doet verslag.


Watersnood niet altijd vergoed

Juli 2021 zal in vooral het zuiden van Limburg de geschiedenis ingaan als de maand van de overstromingen. Door zware en langdurige regenval transformeerden kalme beekjes tot woeste rivieren en was de wateroverlast in dorpen en steden meer dan ernstig. De omvang van de schade wordt op € 1,3 miljard geschat. Een enorm bedrag, zeker als je bedenkt dat maar tussen € 160 en 250 miljoen daarvan verzekerd is. Het grootste deel bestaat uit schade aan particuliere woningen en voertuigen.

Het kabinet riep de watersnood daarom tot ramp uit. Daardoor kon de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) ingezet worden. Deze Wts vormt ‘een vangnet voor schade die niet verzekerbaar, niet verhaalbaar en niet vermijdbaar is’. Op basis van de Wts kan 90% van de schade vergoed worden. Verder beloofde het kabinet voor zaken, die nog maar sinds kort verzekerbaar zijn, coulant te zijn en te zorgen, dat ook die schade vergoed wordt.

Op papier lijkt het dus allemaal goed geregeld, maar in de praktijk valt het helaas toch tegen. Zo gaven verschillende lokale bestuurders aan Songül Mutluer te kennen, dat veel particulieren tussen wal en schip dreigen te belanden. Het gaat daarbij vooral om mensen die wel verzekerd zijn, maar waarbij de verzekeraars lang niet alle ontstane schade vergoeden.

Verzekeraars vergoeden bij lange na niet alle schade van de watersnood

Doordat deze beperkt verzekerde groep momenteel niet onder de Wts valt, krijgt iemand die niet verzekerd is via de Wts wel een schadevergoeding, terwijl een verzekerd iemand, die van de verzekering maar een gedeelte vergoed krijgt, geen aansprak kan maken op de Wts. Dat past niet bij de door de minister Yeşilgöz-Zegerius van justitie en veiligheid aangekondigde coulance.

Mutluer diende daarom een motie in, waarin de regering gevraagd wordt de Wts ook van toepassing te verklaren op die gevallen, waar de schade-uitkering van de verzekeraar achterblijft. Op die manier zal deze groep net als de onverzekerden 90% van de schade vergoed kunnen krijgen. De motie werd medeondertekend door CDA, SP en Partij voor de Dieren.

Hoewel de minister zich realiseerde dat ‘er gedupeerden zijn die blijven zitten met restschade en dat de financiële gevolgen groot zijn’, ontraadde ze de motie toch, omdat de financiële gevolgen voor de overheid niet te overzien zouden zijn. Een Kamermeerderheid bleek niet overtuigd. Ondanks tegenstemmen van VVD en D66 haalde de motie een meerderheid. De minister moet nu laten weten hoe zij de motie gaat uitvoeren.


Omstreden windmolens

Er lijkt steeds minder draagvlak voor windmolens op land. Plannen stuiten vaak op bezwaren van belanghebbenden, zoals mensen die in de buurt van een geplande locatie voor windmolens wonen. Met het oog op de enorme opgave van de energietransitie een zorgelijke ontwikkeling.

Joris Thijssen stelde daarom schriftelijke vragen aan minister Jetten voor Klimaat en Energie. Zo wilde hij onder meer weten hoe de normen voor windmolens op land zich verhouden ten opzichte van andere overlast veroorzakende zaken als vliegtuigen, verkeer of treinen. De minister antwoordde dat het geluid van windmolens als relatief hinderlijker wordt ervaren dan verkeersgeluid. Daarom is voor windmolens een lagere geluidbelasting toegestaan dan voor verkeersbronnen. Met andere woorden: windmolens mogen minder geluidsoverlast veroorzaken dan een drukke weg.

Het ontbreekt vaak aan draagvlak bij omwonenden

Toch ontbreekt het vaak aan draagvlak bij omwonenden. Een van de manieren om dat draagvlak te vergroten is het stimuleren van participatie van omwonenden. Thijssen wilde daarom van de minister weten hoe hij dit voor zich zag. De minister zei naar 50% lokaal eigendom van windmolens te streven. Maar heel concreet over hoe dit getal gehaald moet worden, werd hij verder niet.  

Verder wees Jetten nog naar de RES’en, waar ‘een permanente dialoog met burgers op proces en project, waaronder lokaal eigendom’ gevoerd wordt. Om de overlast voor bewoners te verminderen, wordt er gewerkt nieuwe algemene milieuregels voor windturbines. Daarbij is de overlast van omwonenden meegenomen. Wat de uitkomst van dit alles wordt, is nog niet bekend. Voor de totstandkoming van de nieuwe regels moet een zorgvuldige procedure worden doorlopen, zo benadrukt de minister. Waarschijnlijk is dat pas medio 2023 bekend.


Afbeelding: Venema Media | ANP


Portret Ton LangenhuyzenContactgegevens:


T: 070-3182792
E: t.langenhuyzen@tweedekamer.nl