In de winter buiten zitten op het terras. Vroeger was dat hoogstens nog een beetje aangenaam te krijgen met een warme jas, muts, een lekker dekentje en glühwein. Tegenwoordig kom je de winter op een terras niet meer door zonder terrasverwarmer. Zeker na de coronaperiode is dit type verwarming haast niet meer weg te denken van de terrassen. Wat doen gemeenten eraan om er toch voor te zorgen dat er energiezuinige alternatieven worden ingezet?


Maar eerst: wat voor verwarming heb je eigenlijk op een terras? En wat kost dat? Er bestaan twee typen verwarming: elektrisch en gas. De stookkosten voor een terrasverwarmer op gas zijn (uiteraard afhankelijk van de gasprijs) zo’n 5 euro per avond per exemplaar. Voor een elektrische verwarmer betaal je dan net iets meer dan 3 euro.

De prijzen mogen elkaar misschien niet ontzettend veel ontlopen, vooral uit duurzame overwegingen is een terrasheater op gas minder wenselijk in gebruik. De gasbrander straalt overigens vaak meer warmte uit dan een elektrische die voor redelijk plaatselijke warmte zorgt.

Niet actief beleid

Nog niet elke gemeente is bewust bezig met beleid op het gebied van terrasverwarming. In de gemeente Enkhuizen laat raadslid Arshak Mazloumian bijvoorbeeld weten dat er nu in ieder geval nog geen beleid bestaat. De gemeentelijke organisatie is er wel mee bezig. ‘Dan komt dit pas aan bod.’ Volgens Mazloumian speelt het overigens vooralsnog ook niet heel erg in de gemeente: ‘Voor zover ik heb gezien, maakt niemand gebruik van terrasverwarming.’

’Beter elektrische warmtekussens inzetten en heaters op gas uitzetten.'

Ook in Wijchen speelt het nog niet zo sterk. Oud-wethouder en inmiddels PvdA-fractievoorzitter Titus Burgers zegt het wel een goed idee te vinden om ermee aan de slag te gaan. ‘Ik ben wel voornemens om hierover vragen te stellen en te bekijken of we er iets mee kunnen doen. Kijk, niet alles hoeft in regels gegoten te worden. Bewustwording kan natuurlijk ook prima beleid zijn, waarin je ondernemers ervan bewust maakt dat ze bijvoorbeeld beter elektrische warmtekussens kunnen inzetten en de heaters op gas uitzetten. Moeten ze voor die kussens natuurlijk wel groene stroom gebruiken.’

Verbod

In grotere steden speelt het gebruik van terrasverwarming meer. Zo hebben Rotterdam en Amsterdam beide al eens tevergeefs geprobeerd om terrasverwarmers op gas te verbieden.

In Amsterdam wordt nu aan nieuw beleid gewerkt. In het concept is opgenomen dat de heaters alleen aan de gevel mogen hangen en niet mogen worden geïntegreerd op het terras, in bijvoorbeeld parasols of als losstaande elementen. De gemeente vergunt de terrasverwarming. Daarbij gaat het om de ‘best available practice’: de verwarming moet duurzaam, doelmatig en energiezuinig zijn.

In Haarlem is ook een meerderheid van de raad voor een verbod, zegt raadslid Matin Abbasi. ‘We hebben hier vorig jaar in de commissie over gesproken. Alle progressief-linkse partijen waren voor een verbod, maar partijen als Forum voor Democratie, BvNL en VVD waren tegen. Je zag een duidelijke scheiding.’

Lobby

Uiteindelijk is het verbod er vooralsnog niet gekomen. ‘Het is niet houdbaar om het hier in te voeren, omdat het niet door de landelijke overheid is verboden. Dan krijg je dat het in de ene gemeente wel is verboden en in de andere niet. Dat is ook niet werkbaar. Daarom zouden we als gemeenten een keiharde lobby richting Den Haag moeten voeren om zo'n verbod voor elkaar te krijgen. Want eigenlijk is het niet meer te verkopen in deze tijd dat er nog terrassen worden verwarmd op gas.’

Het Haarlemse raadslid verwijst naar andere landen waarin er inmiddels een verbod geldt: ‘Het kan dus wel. Als we het nu per gemeente zouden invoeren, dan zouden horecaondernemers hoogstwaarschijnlijk naar de rechter stappen en dan zou die ze ook nog weleens gelijk kunnen geven. Daarom is die gezamenlijke lobby van belang.’

Subsidieregeling voor warmtekussens

Ook zonder verbod probeert Haarlem ondernemers te stimuleren om de juiste keuzes te maken en de gasverwarmers van hun terras te verwijderen. ‘Wij hebben al een aantal jaar een subsidieregeling voor de horeca,’ zegt Abbasi. ‘We zagen in de coronatijd ook een enorme toename van terrasverwarmers. De regels werden versoepeld, waardoor de terrassen in die periode groter werden. En dus ook het aantal heaters. Wij wilden de horeca positief stimuleren om andere keuzes te maken. Daarom verstrekken we subsidie voor warmtekussens, waardoor horecagasten alsnog warm kunnen zitten. We zien dat ondernemers er wel gebruik van maken, maar helaas zien we de terrasverwarmers ook nog steeds.’

’Typisch zo’n product dat als iets leuks wordt gezien. Terwijl het echte energieslurpers zijn.’

Waarom de terrasverwarmers ondanks een alternatief voorlopig op de terrassen blijven staan, kan Abbasi wel verklaren: ‘Je ziet toch dat ondernemers ze gemakkelijker vinden, omdat ze bijvoorbeeld sneller warmte verspreiden. Ook worden ze gezien als gezellig. Dit is typisch zo’n product dat als iets leuks wordt gezien, ook door de gasten. Dat maakt het lastiger om ze uit te bannen. Terwijl het echte energieslurpers zijn.’

Abbasi merkt op dat ondernemers verbonden aan Koninklijke Horeca Nederland de subsidieregeling op zich een goed initiatief vinden. ‘Maar ze laten ook wel duidelijk weten dat ze de verwarmers vooralsnog willen behouden. Warmtekussens zijn namelijk een mooie tussenoplossing, maar ze geven niet de warmte van andere soorten verwarming op de heel koude dagen. Sommige horecaondernemers stellen daarom dat ze beter kunnen wachten totdat er écht duurzame oplossingen zijn. Ook al kost een warmtekussen niet zoveel; voor een paar honderd euro heb je er al een. En dan krijg je ook nog 50 procent subsidie.’


Afbeelding: Bert Verhoeff | ANP