Afgeslachte schapen, dode pony’s en verhalen van verdrietige schapenhouders. Elke dag is er wel nieuws over de aanvallen van het toenemend aantal wolven in ons land. En alsof de wolf nog niet voor genoeg onrust zorgt, raakte in Meerssen een wandelaar gewond nadat hij werd aangevallen door een everzwijn. Tegenstanders van de wolf hebben ondertussen een ecoloog en een raadslid in Drenthe bedreigd.  


Kortom de angst wordt groter, de discussie feller en een maatschappelijke discussie op basis van feiten lijkt verder weg dan ooit. Zijn we verleerd om met de natuur om te gaan en moeten we leren samenleven met de wolf en everzwijnen? Of is er in Nederland geen ruimte meer voor deze grote dieren?

‘Dat laatste zou ik een heel somber beeld vinden,’ zegt Andreas Pohle, raadslid namens de lokale progressieve partij KIJK! in Meerssen. ‘Juist om natuurgebieden te verbinden hebben we in onze gemeente een ecoduct neergezet een aantal jaren geleden. Als de conclusie wordt dat de leefgebieden te klein zijn voor dieren, die hier vroeger ook leefden, is dat meer dan jammer. Ik zie ook niet zo goed hoe we dat kunnen beheersen. Moet er dan een hek om Nederland heen?’

Pohle: In Duitsland is men veel meer gewend aan wilde zwijnen 

In Meerssen zijn onlangs wandelaars en honden belaagd door een wild zwijn. De gemeente waarschuwt mensen door middel van borden en berichtgeving. Pohle: ‘Hier in Nederland zijn deze grote wilde dieren relatief nieuw en dus ook beangstigend. Maar in plaats van gelijk roepen om het afschieten van de dieren – dat trouwens een averechts effect kan hebben op de populatie – denk ik dat we veel meer moeten inzetten op informeren. Voorlichting dus. Geen hond loslaten in gebieden met jonge zwijntjes is een voorbeeld. Helaas gaat deze discussie vaak niet meer over de feiten, maar meer over emoties van mensen.’

Pohle heeft jarenlang in Duitsland gewoond. ‘In een gebied met veel meer wilde zwijnen. Daar waren wel eens verkeersongevallen en schade aan gewassen. Wilde zwijnen houden nu eenmaal van suikerbieten en maïs en zullen dan ook naar gebieden trekken waar ze dat voedsel kunnen vinden. Maar de inwoners waren veel meer gewend aan de dieren. Ze leefden met de zwijnen en accepteerden de eventuele nadelen.’

Verwrongen beeldvorming

Dat de emoties in Nederland vaak de boventoon voeren, merkt Jan Daenen, Statenlid in Gelderland. ‘De feiten vertroebelen door de beeldvorming. In de politiek is een bericht op Facebook geen argument, maar in de samenleving zorgen deze berichten wel voor onrust. Dat zorgt ervoor dat de emoties hoog oplopen rondom dit onderwerp. Ook in de politiek.’

Journalisten van het Dagblad van het Noorden, Jeroen Kelderman en Wouter Hoving zijn bezig met een podcastserie over de wolf in Noord-Nederland. Hoving: ’We vinden het belangrijk om daarbij verder te gaan dan de verhalen die je elke dag leest en vaak vanuit het perspectief van de veehouder zijn. Het is weliswaar nieuws, maar het beeld dat daardoor ontstaat is wel verwrongen.’

Hoving: In berichtgeving komt vooral het perspectief van de veehouder naar voren 

Als wolvenverslaggever durft Hoving wel de stelling aan, dat de media hierin ook een rol spelen. ‘Mede door de berichtgeving is het maatschappelijk debat hoog opgelopen. Wij willen alle kanten van het verhaal belichten en beginnen daarom bij het begin.’ Kelderman vult aan: ‘Gebrek aan informatie speelt een grote rol in deze discussie en door terug te gaan naar de feiten kan je angst wegnemen en het gesprek voeren op basis van inhoud.’

Om bij de feiten te blijven: sinds de wolf terug is in Nederland neemt ook het aantal aanvallen op schapen toe. Het gaat om honderden. Dat lijkt heel veel, maar valt in het niet bij de tussen de vierduizend en dertienduizend dode schapen, die vossen en honden op hun geweten hebben. Maar wolven vallen ook andere dieren zoals pony’s aan. Raadslid in de gemeente Westerveld Ramona Rösener Manz: ‘Daar hebben mensen toch een ander gevoel bij. We zijn allemaal opgegroeid met het sprookjesbeeld van de grote boze wolf. Nu zie je dat die wolf dieren aanvalt. Dus ja, ik begrijp de onrust en angst. Ik spreek veel met mensen die nu niet meer in het bos gaan hardlopen en geen speurtochten voor de kinderen organiseren. De angst mag dan niet altijd reëel zijn, ik neem de signalen wel serieus.’

Het erkennen van de angst is belangrijk, vindt ook Daenen: ‘Alleen met droge biologentaal vertellen dat de wolf geen gevaar vormt, daar komen we niet veel verder mee. Je zorgt dan alleen maar voor meer polarisatie. Een zuivere discussie is echter wel lastig. Als ik debatteer met andere Statenleden, merk ik dat we langs elkaar heen praten. Als de ene partij vertrekt vanuit het standpunt dat de wolf hier helemaal niet mag zijn en we vinden dat dat wel zo is, kan je het natuurlijk niet over oplossingen hebben.’

Geen makkelijke oplossing

Een makkelijke oplossing is ook volgens Rösener Manz niet direct in zicht. ‘Helder beleid zou een eerste goede stap zijn. Het is voor alle betrokkenen belangrijk dat er duidelijkheid komt. Of dat ook meteen de onrust wegneemt, durf ik niet te zeggen.’ Voorlopig blijft die duidelijkheid echter uit. ‘Als gemeente moeten we afwachten wat Brussel doet.’

Tot die tijd probeert de gemeente de dialoog levend te houden. ‘Vorig jaar heeft de gemeente een avond georganiseerd over de wolf. Daar was ook iemand van de provincie en de wolvenvereniging bij.  Alle partijen gingen op een goede manier met elkaar in gesprek. Dus dat was wel fijn. Maar een antwoord op de vraag of en hoe we kunnen samenleven met de wolf, kwam er niet. Pas als we dat weten, komen onze inwoners tot rust hoop ik.’

Rösener Manz: Het is wachten op de duidelijke regelgeving 

In Duitsland worden boeren veel actiever benaderd en begeleid door de overheid, zegt journalist Hoving. ‘Hekken plaatsen is een veel genoemde oplossing. Maar als professionele schapenhouder heb je vaak meerdere kuddes en grote stukken weiland. Voortdurend hekken plaatsen is dus niet te doen. De overheid zou boeren daarom actiever kunnen begeleiden in het plaatsen van hekken, zoals ook bij een proef in Nedersaksen in Duitsland wordt gedaan.’ Maar zegt Hoving: ‘Dat kost veel geld en het is de vraag of we dat als samenleving moeten betalen. Schapenhouden is geen heel rendabele business, moeten we dat als maatschappij subsidiëren?’

De journalisten kijken in hun podcast naar meer oplossingen. ‘Net alleen naar hekken zetten, maar ook naar manieren om met de wolf om te gaan zoals een schokband en alarmbellen. Bovendien valt er nog veel te winnen als we het gedrag van wolven gaan analyseren.’

‘De wolf is het probleem niet’

Ook Daenen denkt dat er gekeken moet worden naar meerdere oplossingen. ‘Wolven en trouwens ook wilde zwijnen afschieten, is geen haalbare oplossing. We moeten niet vergeten, dat deze dieren hier vrijwillig naar toe zijn gekomen. De wolf leefde oorspronkelijk ook hier en kan een bijdrage leveren aan ons ecosysteem. Tegelijkertijd is helemaal niks doen geen optie, want er is een limiet aan wat ecologisch en maatschappelijk haalbaar is. Het IPO heeft een wolvenplan met een escalatieladder opgesteld. Daarin staan oplossingen die passen bij de door de wolf veroorzaakte schade. Het is nog geen geaccordeerd beleid, maar het is goed is dat wij dat plan als overheden als leidraad gebruiken. Dan is er in ieder geval eenduidig beleid.’

Daenen: Het wolvenplan is een mooie blauwdruk voor maatregelen 

Ecoloog van de zoogdiervereniging en het wolvenmeldpunt Glenn Lelieveld denkt dat we uiteindelijk allemaal hetzelfde willen. ‘Geen schade en problemen met wolven. Vanuit de wetenschap en de praktijk zie ik dat dit goed kan door vol in te zetten op preventieve maatregelen. Het is daarbij wel heel belangrijk dat de overheid goed luistert (bij voorkeur met hulp vanuit sociaal wetenschappers) naar welke hulp veehouders precies nodig hebben. Wolven zijn heel voorspelbaar in hun gedrag en eigenlijk niet het centrale probleem. Het gaat in deze discussie ook veel meer over welke plek mens en natuur ten opzichte van elkaar innemen.’


De podcast van het Dagblad van Noorden over de wolf verschijnt in november en is te beluisteren op Spotify en via de site van de krant.


Afbeelding: Hans-Peter Nouwen | ANP