Hoe je ook over linkse samenwerking denkt, een interessant gespreksonderwerp is het zonder twijfel. Ook lokaal houdt het de gemoederen bezig. Wat in de discussie vaak ontbreekt, zijn de cijfers en het overzicht. In deze laatste analyse over de gemeenteraadsverkiezingen komen we daarom met wat broodnodige context. Hoe ziet de samenwerking op links eruit? Waar wordt op welke manier samengewerkt? En hoe hebben ze het electoraal gedaan?


Lokale samenwerking op links is geen nieuw fenomeen. Zo wordt in sommige gemeenten al decennialang samengewerkt. Dat gebeurde in verschillende vormen. Het bekendste en meest voorkomend zijn de lijstcombinaties. Verder heb je nog de lokale partijen, waarbij de moederpartijen in de naam opgenomen zijn, en de lokale partijen, waarbij dat niet het geval is en de band met de moederpartijen onduidelijk is.

In 77 gemeenten was er een vorm van linkse samenwerking 

In 2022 is in totaal 77 gemeenten door links samengewerkt. In 44 gevallen gebeurde dat in de vorm van een lijstcombinatie. In 25 gemeenten was dat voor het eerst, terwijl de overige negentien voortzettingen waren van eerdere bestaande samenwerkingsverbanden. Bijna altijd was de partner GROENLINKS. Slechts in twee van de 44 gemeenten was dat met een andere, namelijk lokale partij.  

In negen gemeenten deed de P.v.d.A. mee als onderdeel van een lokale progressieve partij, die in haar naam de moederpartij duidelijk vermeldde. Twee van deze partijen waren nieuw. De rest deed ook in 2018 mee. De overige 23 gemeenten waar lokaal links werd samengewerkt komen dus voor rekening van de lokale progressieve partijen zonder naamduiding naar de landelijke moederpartij. Het overgrote deel daarvan deed ook in 2018 al mee. Alleen in Medemblik werd onder de naam Morgen! voor het eerst deelgenomen aan de verkiezingen.

Uitslagen op een rij

De grote vraag is natuurlijk of deze vormen van samenwerking zoden aan de dijk zetten. Om die vraag te beantwoorden zetten we de uitslagen 2018 en 2022 van de verschillende vormen van samenwerkingen op een rij en vergelijken deze met de landelijke gemiddelden in 2018 en 2022. Daarmee kunnen we zien wat de afwijkingen zijn.

 

PvdA

GL

GL/

PvdA

D66/GL/

PvdA

D66/

GL

D66/

PvdA

D66/GL/

PvdA/SP

2018 %

7,52

8,87

0,97

0,33

0,12

0,07

0,07

2022 %

7,85

8,49

1,44

0,18

0,1

0,06

0,02

Tabel 1 Landelijk aandeel P.v.d.A. en GROENLINKS bij gemeenteraadsverkiezingen 2018 en 2022

Voor de vergelijking ten opzichte van de landelijke cijfers gaan we uit van de optelsom van GROENLINKS en de P.v.d.A. in 2022 (7,85 + 8,49 = 16,34) in relatie tot de optelsom GROENLINKS en P.v.d.A. in 2018 (7,52 + 8.87 = 16,39). Voor de nieuwe lijstcombinaties hebben we de cijfers van GROENLINKS in 2018 toegevoegd. Ter vergelijking geven we de landelijke gemiddelden van de P.v.d.A. en GROENLINKS.

De vraag of de goede (of slechte) uitslag herleidbaar is naar de samenwerkingsvorm valt echter alleen maar indicatief te duiden. Bijzondere lokale omstandigheden blijven op deze manier immers buiten beeld, terwijl deze van grote invloed kunnen zijn. Als je bijvoorbeeld in een overwegend confessioneel gebied zit, is dat van invloed op het aantal stemmen dat je trekt.

De nieuwe lijstcombinaties

Gemeente

(25)

GL

2018

PvdA

2018

Lok.

Partij

2018

Totaal 

2018

Totaal

2022

2022

tov

2018

Afwijking

landelijk

gem

 

Albrands-

waard

6,75

6,38

 

13,13

13,7

+ 0,53

-2,64

Best

 

7,34

 

7,34

13,38

+ 6,04

-2,96

Blaricum

 

4,97

 

4,97

8,23

+ 3,26

-8,11

Buren

 

10,41

 

10,41

11,44

+ 1,03

-4,99

Dinkel-

land

4,84

4,57

 

9,41

9,35

-0,06

-6,99

Deurne[1]

 

4,99

9,93

14,92

13,65

-1,27

-2,69

Elburg[2]

 

5,67

9,37

15,04

14,4

-0,65

-1,94

Etten-Leur

8,74

5,51

 

14,25

13,65

-0.60

-2,69

Goes

8,49

8,75

 

17,24

18,72

+ 1,48

+ 2,38

Halder-

berge[3]

 

 

11,61

11,61

6,41

-5.20

-9,93

Hattem

 

18

 

18

17,94

-0,06

+ 1,6

Heusden

5,82

3,32

 

9,14

8,68

-0,46

-7,66

Krimpe-

nerwaard

 

7,05

 

7,05

7,2

+0,15

-9,14

Leiderdorp

13,03

13,7

 

26,73

24,3

-2,43

+ 7,96

Lisse

 

8,21

 

8,21

14,68

+ 6,47

-1,66

Meijerij-

stad

(herind.)

 

 

 

 

8,12

 

-8,22

Middel-

burg

11,45

10,99

 

22,44

24,06

+ 1,62

+ 7,72

Noord

Beveland

 

8,96

 

8,96

11,2

+ 2,24

-5,14

Nuenen,

G en N

10,35

9,95

 

20,3

21,8

+ 1.5

+ 5,46

Opmeer

 

9,18

 

9,18

16,1

+ 6,92

-0,24

Ridderkerk

4,57

9,73

 

14,3

16,1

+ 1,8

-0,24

Rijssen

Holten

2,5

6,03

 

8,53

7,48

-1,05

-8,86

Roerdalen

 

9,53

 

9,53

13,69

+ 4,16

-2,65

St Michiels

Gestel

6,7

5,75

 

12,45

12,25

-0,2

-4,09

Veldhoven

 

9,16

 

9,16

10,92

+ 1,76

-5,42

Tabel 2 Nieuwe lijstcombinaties 2022

Gemiddeld kregen GROENLINKS en de P.v.d.A. in 2018 16,39% van de stemmen en in 2022 16,34%. Kijk je naar de vergelijking met de landelijke gemiddelden dan zie je dat deze lijstcombinaties voor het merendeel voorkomen in gebieden waar we slechter scoren dan het landelijke gemiddelde. In 2018 scoorden beide partijen alleen in Goes, Leiderdorp, Middelburg en Nuenen beter dan het landelijke gemiddelde.

In 2022 lag in Leiderdorp, Nuenen en Middelburg de uitslag beduidend hoger dan het landelijk gemiddelde, gevolgd door een geringe plus in Goes en Hattem. Wel kwam de optelsom van de Leiderdorpse P.v.d.A. en GROENLINKS in 2018 op een hoger percentage uit dan het gezamenlijk resultaat in 2022.

Door de lijstcombinaties is GROENLINKS in elf nieuwe gemeenten vertegenwoordigd 

GROENLINKS is in 2022 door de nieuwe lijstcombinaties in elf nieuwe gemeenten vertegenwoordigd. In vier van deze elf gemeenten is er een duidelijke plus in het totaal aandeel van de stemmen te zien (Lisse, Best, Opmeer en Roerdalen). In Elburg en Hattem heeft de samenwerking geleid tot een zeer gering verlies.

Op basis van de cijfers kun je wel zeggen dat de lijstcombinaties in gebieden, waar je gemiddeld een slechtere uitslag boekt dan het landelijk gemiddelde, een goed alternatief zijn voor afzonderlijke deelname. Ten opzichte van 2018 is in 14 gemeenten een plus te zien en in 10 gemeenten een verlies.

Bestaande lijstcombinaties

Gemeente (19)

% in 2018

% in 2022

2022 tov 2018

Afwijking tov landelijk gemiddelde +/-

Bergeijk

21,41

19,63

-1,78

+ 3,29

Borne

12,25

12,7

+ 0,45

-3,64

De ronde Venen

11,39

11,31

-0,08

-5,03

Doesburg

20

16,92

-3,08

+ 0,58

Eersel

13,79

15,44

+ 1,65

-0,9

Koggenland

14,07

12,05

-2,02

-4,29

Leusden

17,46

15,19

-2,27

-1,15

Nunspeet

4,56

5,31

+ 0,75

-11,03

Peel en Maas

11,58

10,07

-1,51

-6,27

Son en Breugel

10,14

12,77

+ 2,63

-3,57

Stede Broec

13,03

8,33

-4,7

-8,01

Tholen

8,56

9,54

+ 0,98

-6,8

Twenterand

4,53

6,1

+ 1,57

-10,24

Veere

23,69

16,86

-6,83

+ 0,52

Voorst

12,53

15,15

+ 2,62

-1,19

Waddinxveen

13,23

10,69

-2,54

-5,65

Wijdemeren

11,62

10,31

-1,31

-6,03

Woudenberg

10,36

15,18

+ 4,82

-1.16

Zuidplas

10,85

9,98

-0,87

-6,36

Tabel 3 Bestaande lijstcombinaties

Bij de bestaande lijstverbindingen doen slechts drie gemeenten het beter dan het landelijk gemiddelde (Bergeijk, Leusden en Veere), zowel in 2018 als 2022. Bij acht van de bestaande lijstcombinaties was er sprake van een licht verlies ten opzichte van 2018, in Veere en Stede Broec was er sprake van een groter verlies. Negen gemeenten deden het beter dan in 2018.

Lokale partijen met herkenbare naam P.v.d.A. 

Ook bij deze partijen vergelijken we de cijfers van 2018 en 2022. Deze cijfers kunnen we moeilijker afzetten tegen de landelijk gemiddelden, omdat in een aantal gevallen, naast GROENLINKS en de P.v.d.A, ook andere partijen of onafhankelijke leden onderdeel uitmaken van de lokale partij. Voor de volledigheid vermelden we dat het gemiddelde verkiezingsresultaat van D66 in 2018 lag op 9,18% en in 2022 op 8,81%.

In Eijsden-Margraten is in 2018 op een andere wijze deelgenomen aan de verkiezingen. Daarom zijn die cijfers uitgesplitst. In Zeewolde was er in 2018 een lijstcombinatie met GROENLINKS, terwijl in 2022 een nieuwe partij zonder GROENLINKS deelnam.

Gemeente

Naam partij

% in 2018

% in 2022

2022 tov 2018

Barneveld

Pro ’98 (Pro Barneveld – PvdA – D66)

15,49

13,47

-2,02

Eijsden Margraten

PRO / P.v.d.A. / GROENLINKS

8,86 – GL

8,27 PvdA

20,04

+ 2,91

Nijkerk

PROgressief 21 (D66/Groen Links/Pvda)

18,28

20,15

+ 1,87

Oegstgeest

PrO/P.v.d.A./GROENLINKS

20,94

22,01

+ 1,07

Pijnacker- N

Progressief PN / P.v.d.A. / GROENLINKS

13

12,62

-0,38

Utrechtse Heuvelrug

OPEN – GROENLINKS – P.v.d.A.

18,98

16,21

-2,77

Wijk bij Duurstede

Open / GROENLINKS / PvdA

16,01 – GL

3,8 - PvdA[4]

23,6

+ 3,79

Woerden

Progressief Woerden (PvdA/GROENLINKS)

13,36

13,02

-0,34

Zeewolde

Actief Zeewolde

 

7,07

 

Tabel 4 Lokale partijen met herkenbare naam P.v.d.A.

Bij deze gemeenten zijn geen hele grote schommelingen in de uitslagen te zien. Opvallend is de uitslag in Wijk bij Duurstede. Daar slaagde de P.v.d.A. er in 2018 niet in om een zetel te behalen, maar deed de nieuwe partij het ook beduidend beter dan de afzonderlijke partijen in 2018 en is er dan ook een beduidend beter resultaat dan het landelijk gemiddelde behaald. Ook voor Nijkerk, Oegstgeest en Eijsden-Margraten lijkt deze vorm van deelname goed uit te pakken.

Lokale partijen zonder naamduiding P.v.d.A.

Hier zetten we alleen de cijfers van 2018 en 2022 op een rij en het onderlinge verschil. Ook hier geldt namelijk dat andere landelijk en lokale partijen en onafhankelijke leden onderdeel uit kunnen maken van de lokale partij.

Gemeente (24)

Naam

% in 2018

% in 2022

2022 tov 2018

Aalten

Progressieve Partij

13,16

12,23

-0,93

Altena

Progressief Altena

herindeling

14,1

 

Beek

Progressief Beek

20,7

23,01

+ 2,31

Beesel

Samen Verder Beesel[5]

13,3

21,79

+ 8,49

Bergen

Progressieve Kombinatie Bergen

26,32

22,97

-3,35

Bernheze

Progressief Bernheze

9

9,96

+ 0,96

Bladel

Pro5

18

13,48

-4,52

Bunnik

P21[6]

45,27

36,52

-8,75

Cranendonck

Pro6

25,33

13,53

-11,8

Dantumadiel

Sociaal Links

17,24

18,86

-1,62

Ermelo

Progressief Ermelo

17,55

14,15

-3,4

Geertruidenberg

Morgen!

16,19

16,03

-0,16

Gulpen Wittem

Pro Gulpen Wittem

30,82

28,1

-2,72

Loon op Zand

Pro3

14,3

17

+ 2,7

Maasgouw

Nieuw Links Maasgouw

10,58

9,23

-1,35

Medemblik

Morgen!

19,58[7]

13,26

-6,32

Meerssen

KIJK!!![8]

16,52

14,71

-1,81

Molenlanden

Doe Mee! Molenlanden

herindeling

29,23

 

Montfoort

Progressief Akkoord

15,97

14,14

-1,83

Oirschot

Sociaal Progressief Oirschot

15,07

14,13

-0,94

Valkenburg

Progressieve Groene Partij

14,33

18,32

+ 3,99

Waadhoeke

SAM Waadhoeke

herindeling

23,6

 

Weststellingwerf

Sociaal duurzaam Weststellingwerf[9]

22,56

15,78

-6,78

Wierden

Progressief Wierden[10]

12,79

12,06

-0,73

Tabel 5 Lokale partijen zonder naamduiding P.v.d.A.

Bij de lokale partijen met onduidelijke status zien we de meeste onderlinge verschillen. In vijftien van deze 21 gemeenten werd een verlies geleden. Bunnik en Cranendonck zijn hierbij de uitschieters met respectievelijk bijna 9 procentpunt en bijna 12 procentpunt verlies. Ook de nieuwe samenwerking in Medemblik was niet succesvol met een verlies van ruim 6 procentpunt.

Onder de positieve uitschieters vinden we Valkenburg, Beesel en Beek. Alleen de winst in Beesel was meer dan 8 procentpunt. De overige zeventien gemeenten leden een licht verlies ten opzichte van 2022. Desondanks was de uitslag in negen van deze gemeenten beduidend beter dan de gemiddelde uitslag van GROENLINKS en de P.v.d.A. tezamen.

Grotere kans op coalitiedeelname

Ook lokaal is het politieke landschap versplinterd en zijn de verschillen, in grootte tussen de partijen, aan het afvlakken. Dit kan een reden zijn om de samenwerking meer op te zoeken. Meer stemmen leidt in de regel immers eerder tot collegedeelname. Uit het onderzoek in 2018 is dit ook naar voren gekomen als de succesfactor voor de nieuwe lokale partijen.

In 2022 is de P.v.d.A. in 137 van de 334 gemeenten, waar verkiezingen waren, zelfstandig of in een ander verband vertegenwoordigd in de coalitie. Dat komt neer op een totaal van 41%. Het betekent echter niet dat er ook minimaal 137 wethouders van P.v.d.A.-huize zijn. Bij lijstcombinaties of lokale partijen kunnen deze immers ook door een van de partners worden geleverd. Daar staat wel tegenover dat we in een aantal gemeenten als P.v.d.A. meerdere wethouders hebben.

We kijken daarom in de verschillende groepen of er sprake is van collegedeelname en vanuit welke partij dat gedaan wordt. Ook hier maken we het onderscheid tussen nieuwe en al langer bestaande lijstcombinaties. In totaal is er in 25 gemeenten voor het eerst in een lijstcombinatie deelgenomen. In dertien gemeenten, oftewel 52%, heeft dit geleid tot collegedeelname. In Deurne, Goes, Leiderdorp, Nuenen, en Sint Michielsgestel is de wethouder van GROENLINKS, in Hattem, Meijerijstad, Middelburg, Opmeer, Roerdalen en Veldhoven is de wethouder van P.v.d.A.-huize. De wethouder in Dinkelland is van beide partijen lid en in Lisse is gekozen voor een raadsbreed akkoord, maar heeft de lijstcombinatie geen wethouder voorgedragen.

Bij de nieuwe lijstcombinaties is de kans op collegedeelname groter dan bij de bestaande 

Bij de bestaande negentien lijstcombinaties ligt de verhouding minder gunstig. In slechts vijf gemeenten, oftewel 26%, neemt men deel aan de coalitie. In Nunspeet is gekozen voor een raadsbreedakkoord en wordt de wethouder van CDA-huize mee voorgedragen door de P.v.d.A. In Woudenberg en Son en Breugel is de wethouder van P.v.d.A.-huize, terwijl die in Voorst lid is van GROENLINKS.

Dan de lokale partijen met toestemming. In vijf van deze negen gemeenten is de lokale partij deel gaan uitmaken van de coalitie. Dit is 55%. Alleen in Barneveld, Eijsden-Margraten, Utrechtse Heuvelrug en Zeewolde is dit niet gelukt. In Pijnacker-Nootdorp en Oegstgeest is de wethouder van P.v.d.A.-huize. In Nijkerk wordt de wethouder door D66 geleverd en in Wijk bij Duurstede doet een lid van GROENLINKS dit. De wethouder in Woerden heeft een dubbellidmaatschap GROENLINKS/P.v.d.A., maar draagt af aan de P.v.d.A.

Samenwerking kan de kans op collegedeelname vergroten 

In de helft van de 24 gemeenten maken lokale partijen zonder naamduiding deel uit van de coalitie. In vier gemeenten is de wethouder van P.v.d.A.-huize (Bunnik, Dantumadiel, Medemblik en Waadhoeke). In Bunnik en Waadhoeke leveren de partijen twee wethouders: naast de P.v.d.A.-wethouder zit in Bunnik een lid van GROENLINKS en in Waadhoeke D66. In twee gemeenten is de wethouder van GROENLINKS (Altena en Meerssen) en in vijf gemeenten (Aalten, Geertruidenberg, Loon op Zand, Molenlanden en Weststellingwerf) hebben we het lidmaatschap niet kunnen achterhalen. In Bergen (Limburg) heeft de wethouder van P.v.d.A.-huize na de verkiezingen haar lidmaatschap beëindigd.

Hoewel het moeilijk is om conclusies te trekken op basis van deze gegevens zien we net als in het eerdere onderzoek dat samenwerking de kans op collegedeelname kan vergroten. Tegelijkertijd is dit bij de bestaande lijstcombinaties minder het geval. Dat behoeft wel enige nuancering, omdat de bestaande lijstcombinaties vooral in gemeenten zitten, waar de uitslag van de verkiezingen vaak slechter is dan het landelijk gemiddelde. Daardoor ligt collegedeelname niet voor de hand.

Van de 77 gemeenten, waar we in de vorm van een samenwerking deel hebben genomen aan de verkiezingen, nemen we in 35 gemeenten deel aan de coalitie. Dit komt neer op 45%. Wel leveren we slechts veertien wethouders en twee wethouders met een dubbel lidmaatschap.

Percentage PvdA-raadsleden in de samenwerkingsverbanden

Een volgende vraag is hoe de verhouding in de fracties zelf ligt. Zijn daar relatief veel raadsleden van P.v.d.A.-huize of juist niet? Deze vraag is interessant, omdat een deel van de samenwerkingsverbanden is aangegaan vanuit de noodzaak dat de afzonderlijke partijen geen goede kandidatenlijsten konden samenstellen. 

Bij de nieuwe lijstcombinaties hebben we het aantal raadsleden van de afzonderlijke partijen in 2018 afgezet tegen het totale aantal en de raadsleden met een P.v.d.A.-raadslidmaatschap in 2022. Vier jaar geleden hadden we in totaal 39 P.v.d.A.-raadsleden tegen zeventien GROENLINKS-raadsleden. Nu ligt die verhouding anders. 41 raadsleden zijn lid van de P.v.d.A. tegenover 33 van GROENLINKS. Dat met name GROENLINKS meer raadsleden telt, komt ook door het feit dat ze in 2018 in elf gemeenten niet zelfstandig deelnamen. Bij de bestaande lijstcombinaties zien we een kleine afname van het aantal PvdA-leden. In 2018 waren dat er 26 van de 49. Nu zijn dat er 22 van de 44. Precies de helft dus.

Het aantal P.v.d.A.-raadsleden wisselt sterk per samenwerkingsverband 

Bij de lokale partijen met naamduiding zien we een kleine toename van het aantal raadsleden. In totaal zijn er in de negen gemeenten in 2022 38 raadsleden actief. Daarvan zijn vijftien lid van de P.v.d.A. In 2018 waren dat er twaalf op een totaal van 31.

Een ander beeld is te zien bij de lokale partijen zonder naamduiding. Slechts achttien van de 75 raadsleden is PvdA-lid. In 2018 lag dat aantal nog op 27 met in totaal 87 raadsleden. Bovendien zitten er in twaalf van deze 23 gemeenten helemaal geen PvdA’ers meer in de raad. Dat zijn er twee meer dan in 2018.

Geen deelname of geen zetels

Naast de gemeenten waar de P.v.d.A. zelfstandig of in samenwerking zetels heeft behaald, zijn er ook steeds meer gemeenten, waar de P.v.d.A. helemaal verdwenen is. Daarin valt een onderscheid te maken tussen gemeenten, waar niet genoeg stemmen voor een zetel werden gehaald, en gemeenten, waar niet werd deelgenomen of waar het lokale samenwerkingsverband afstand heeft genomen van de P.v.d.A.

In zestien gemeenten zijn de banden met de lokale partijen, waar de P.v.d.A. eerder aan deelnam, verbroken. In vijf gemeenten keren we niet terug in de gemeenteraad, maar zijn er nog wel andere progressieve partijen actief. Dat geldt niet voor Oldebroek, Putten, Renswoude, Zundert en Vlieland: daar zijn geen links progressieve partijen vertegenwoordigd in de gemeenteraad.

In totaal is de P.v.d.A. in 35 gemeenten niet meer vertegenwoordigd, ook niet in de vorm van een lokale progressieve partij. In twaalf van deze gemeenten was dat in 2018 nog wel het geval.

Kaart 1 Gemeenten waar P.v.d.A. niet meer in de raad zit of waar deelname was in een lokale samenwerking, maar geen P.v.d.A.-ers verkozen zijn

Geen harde conclusies

Samenwerking, fusies en lijstcombinaties zijn inmiddels wat beladen termen geworden binnen onze partij. Je bent voor of tegen, je bent progressief of behoudend. Als iets uit dit en het vorige onderzoek blijkt is dat dergelijke enkelvoudige opvattingen te kort door de bocht zijn. De werkelijkheid is gecompliceerder. Samenwerking op links kan echt de slagkracht vergroten, dat wordt gestaafd met de gemiddeld grotere coalitiedeelname.

Maar het is niet dé oplossing voor een partij in nood en wellicht voor geen enkele partij. Dat blijkt wel uit het groeiende aantal gemeenten, waarin wij niet meer vertegenwoordigd zijn en waar je niet progressief kunt stemmen. Dat zijn er 35. In nog eens negentien gemeenten zijn er geen P.v.d.A.’ers actief als raadslid.

In 15% van de gemeenten zit geen enkele P.v.d.A.’er meer in de raad 

Dat betekent dat de P.v.d.A. in 15% van de gemeenten niet meer vertegenwoordigd is. En dat aantal neemt met elke gemeenteraadsverkiezing toe. In absolute en dus ook in relatieve zin, omdat er steeds minder gemeenten zijn. Dit gebrek aan vertegenwoordiging is niet alleen vervelend voor de desbetreffende gemeenten, maar heeft ook gevolgen voor de landelijke dekking, de regionale spreiding en uiteindelijk de eigen kweekvijver.  

Samenwerking is niet dé oplossing voor alle problemen. Ook bij samenwerking blijft het vinden van de beste kandidaten een uitdaging, en ook bij samenwerking zijn gemeenteraadsverkiezingen gewoon veel werk en is er niet automatisch electoraal succes. Dat laatste is van veel meer factoren afhankelijk.

Verwacht geen wonderen 

Dat neemt niet weg dat samenwerking voor een afdeling de beste oplossing kan zijn. Zeker in gebieden waar we als sociaal-democraten van oudsher niet heel erg populair zijn en ook nooit zijn geweest. Ook in gemeenten, waar de versplintering nog geen feit is, kan samenwerking op links leiden tot een grotere invloed op het lokale bestuur. Daar staat tegenover dat waar de linkse partijen kans maken om samen in een coalitie te kunnen komen dit altijd de voorkeur heeft. Al was het alleen maar, omdat je dan met meerdere linkse partijen in een college zit, je meerdere wethouders hebt en je elkaar dus ook op die manier kunt versterken.    

Een hele harde conclusie kunnen we dus niet geven. Samenwerking in de vorm van lijstcombinaties of lokale partijen is niet het tovermiddel voor electoraal herstel, maar kan wel heel nuttig zijn. 


[1] Deurne: in 2018 deed GL mee in een lijstcombinatie met Progressief Akkoord

[2] Elburg Beleid had in 2018 9,37% van de stemmen. De lijstcombinatie is Elburg Beleid / P.v.d.A.

[3] Halderberge deed in 2018 mee als Progressief Halderberge (PvdA, D66, GROENLINKS)

[4] Geen zetels

[5] In 2018 was de naam: P.v.d.A. D66 GROENLINKS Samen Verder Beesel

[6] In 2018 was de naam: Perspectief 21

[7] Morgen! Medemblik is ontstaan als een samenwerkingsverband van twee lokale partijen en de P.v.d.A. In 2018 haalden deze partijen afzonderlijk: P.v.d.A. 7,11%, PWF 9,97% en PW 4,5% van de stemmen.

[8] In 2018 was de naam: KIJK!!!/P.v.d.A./GROENLINKS/D66

[9] In 2018 was de naam: Sociaal Duurzaam W’werf/PvdA/WN!/VVA

[10] In 2018 was de naam: Platform Progressief Wierden (PPW)


Afbeelding: Remko de Waal | ANP

Bestanden