De Nederlandse bodem zakt in, vooral bij het veen. Scheve huizen, verlies aan biodiversiteit en meer uitstoot van CO2 zijn het gevolg. Wie stopt deze bodemdaling? ‘Het Rijk moet nu de regie nemen.’

Dat Nederland een probleem heeft met een dalende bodem, werd in september nog eens duidelijk gemaakt door het Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli). Zij deed specifiek onderzoek naar de veenweidegebieden. Daar zakt de bodem doordat de grond ‘stelselmatig wordt ontwaterd’ om intensieve landbouw mogelijk te maken. Hierdoor verdroogt het veen, dat ‘verbrandt’, waardoor de bodem inklinkt.

Dit proces vindt al honderden jaren plaats. Maar in de afgelopen decennia is de bodem versneld aan het inklinken, met soms 1 tot 2 centimeter per jaar. Dit leidt tot schade aan huizen en infrastructuur, en zorgt tot extra uitstoot van CO2. ‘Voortgaan op het pad van ontwatering, met aanhoudende bodemdaling en CO2-uitstoot tot gevolg, is op de lange termijn economisch, ecologisch en maatschappelijk onverantwoord,’ schreef de Raad. In een toelichting in de Tweede Kamer vorige week noemde een van de onderzoekers de versnelde daling zelfs ‘angstaanjagend’.

De Raad heeft een oplossing: stop de snelle afvoer van (regen)water en verhoog het grondwaterpeil in de veengebieden. Dit brengt de bodemdaling niet tot stilstand, maar zorgt wel voor een minder snel tempo. Boeren zullen zich moeten aanpassen, met minder vee per hectare, minder zware machines of door andere gewassen te kiezen. De overheid moet hen compenseren, zegt de Raad.

Boeren op de rem

In Friesland staan de boeren niet te springen om hun verdienmodel aan te passen, weet Annelies Stolp, namens de PvdA lid van het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân. ‘De agrarische sector is sterk verweven met veenweidegebieden. Maar de landbouw is zo sterk gaan intensiveren dat ze nu tegen de grenzen aanloopt.’

Het wordt nog lastig om weer te extensiveren zoals de Raad adviseert, denkt Stolp. ‘Boeren vormen een belangrijke economische factor. Dat zie je terug in de politieke verhoudingen. In ons waterschap hebben we drie geborgde zetels voor boeren, en worden de zetels van VVD en CDA ook grotendeels bezet door boeren. Hun belangen zijn dus sterk vertegenwoordigd.’

Het staat in schril contrast met de belangen van huiseigenaren in de veengebieden. ‘Duizenden huizen verzakken en sommige huizen staan zelfs op instorten. In tegenstelling tot agrariërs krijgen eigenaren geen financiële compensatie. Lokale bestuurders wijzen erop ze juridisch zelf verantwoordelijk zijn voor het onderhoud aan hun huis. Maar de lokale politiek vind ik moreel wél verantwoordelijk.’

Stolp: ‘Eindelijk gaan we over tot actie’ 

Om bodemdaling tegen te gaan, biodiversiteit te herstellen en klimaatgevolgen op te vangen zou er onder regie van het Rijk meer bereikt kunnen worden, denkt Stolp. Maar de Friese politiek zit volgens haar niet te wachten op bemoeienis van bovenaf: ‘In Friesland worden besluiten van onderop genomen, om draagvlak te bewerkstellingen.’

In Friesland wordt al ruim twintig jaar gesproken over het tegengaan van bodemdaling, verzucht Stolp: ‘Er zijn miljoenen uitgegeven aan vergaderen en brainstormen.’ De provincie lanceerde recent het Veenweideprogramma 2021-2030. Twee gebieden zijn daarin geselecteerd om te vernatten. Boeren worden hier gecompenseerd. ‘Eindelijk gaan we over tot actie. Maar voor alle aanpassingen in Friesland is € 550 miljoen nodig. Daarvan is pas € 66 miljoen beschikbaar.’ Waar de PvdA op hoopt, zegt ze, is dat uiteindelijk naast een agrarische hoofdstructuur er ook een ecologische waterrijke hoofdstructuur in de provincie ontstaat.

8000 woningen

Waar boeren niet zitten te wachten op een hoger waterpeil, doen stedelingen dat wel. Bijvoorbeeld in Zaanstad, fusiegemeente sinds 1974. De gemeente met kernen als Zaandam, Wormerveer en Krommenie heeft fikse problemen door de inklinkende bodem, vooral in de oudere wijken. Vooroorlogse woningen werden op de slappe grond vaak op houten palen gebouwd. Door het klimaat en het beheer van het waterpeil steken de koppen van veel palen inmiddels boven het grondwaterpeil uit. Ze gaan daardoor verrotten; verzakking ligt op de loer. ‘Op dit moment hebben we 8000 woningen in beeld, waarvan in de komende 10 tot 12 jaar de fundering moet worden vervangen,’ zegt raadslid Tjeerd Pietersma uit Zaanstad. ‘Dat is gigantisch als je bedenkt dat herstel aan een woning € 30.000 tot € 40.000 kost.’

Eigenaren zijn lang niet altijd in staat om er geld in te stoppen, zegt Pietersma: ‘Het beeld bestaat dat iedere huizenbezitter wel wat kan investeren. Maar in een arbeiderswijk met een woning van zo’n € 140.000 is € 30.000 veel geld. Banken willen ook niet snel de hypotheek verhogen, omdat eigenaren vaak al het maximale hebben geleend.’

De gemeente werkte mee aan een landelijk fonds dat bezitters tegen gunstige voorwaarden geld kan lenen. ‘Maar dat fonds werkt onvoldoende. Er werd gerekend op 500 aanvragen per jaar, tot eind 2019 waren er 14 toekenningen waarvan 7 in Zaanstad,’ zegt Pietersma. ‘De voorwaarden worden nu aangepast, met name voor die mensen die niet aan de eisen voldoen omdat de waarde van hun onderpand te laag is of omdat ze te weinig verdienen.’

Pietersma: Binnen tien jaar moeten in Zaanstad 8000 funderingen worden vervangen

Soms is reparatie van een fundering niet voldoende: in Wormerveer gaan 175 woningen (deels corporatie, deels particulier) geheel tegen de vlakte, omdat palen en balken zo verschoven waren dat herstellen geen optie meer was. ‘Hierbij speelde de gemeente een belangrijke rol: Zaanstad draagt bij aan het herstel van de particuliere woningen. Omdat de huizen meteen verduurzaamd zijn blijven de maandlasten gelijk.’

Intussen probeert de gemeente getroffen bewoners ervan te overtuigen dat er binnen nu en tien jaar ingrijpen nodig is. ‘Je krijgt mensen makkelijker mee als je hen op tijd informeert. Ik hoop daarbij dat Zaanstad extra ruimte uit Den Haag krijgt en aanspraak kan maken op het Nationaal Groeifonds. Je kan dan meer maatwerk aanleveren  en het zou tegelijk goed zijn voor de werkgelegenheid, de kwaliteit en het verduurzamen van de woningen.’

Waar de gemeente geen directe invloed op heeft, is het grondwaterpeil. Daarover is Zaanstad in gesprek met het waterschap en de provincie: ‘Het waterschap verlaagde het grondwaterpeil voor de boeren. Ik snap dat zij een economisch belang hebben, wij hebben er last van. Ik hoop dat we een middenweg kunnen vinden, zodat we het landschap in stand kunnen houden én onze woningen in goede staat kunnen houden.’

Brekend veen

De vraag rijst: van wie is het grondwater eigenlijk? Het antwoord is gecompliceerd, zegt PvdA’er Wim van Heemst, lid van het algemeen bestuur van Schieland en Krimpenerwaard. Dit waterschap omvat een deel van Rotterdam, Zoetermeer, Capelle a/d IJssel én het groene gebied eromheen. Het waterschap kent tegengestelde belangen: huizen in de Maasstad en Gouda kampen met paalrot door het lage waterpeil, terwijl boeren buiten de stad de waterstand zo laag mogelijk willen houden om hun machines te kunnen laten rijden. ‘Daar breekt het veen van onderop.’

‘Ons denken was altijd om het water zo snel mogelijk af te voeren. Door klimaatverandering klinkt er nu de schreeuw om water, niet alleen in het oosten en Limburg. Ook bij ons is er een tekort aan zoet water. Dat komt niet door droogte, maar omdat alles snel wordt afgevloeid. Bij langdurige droogte en verbranding van het veen neemt het rottingsproces hier versneld toe.’

Van Heemst: ‘Ons denken was altijd om het water zo snel mogelijk af te voeren’ 

In heel Rotterdam zijn 120.000 woningen op houten palen gebouwd. Een deel daarvan valt onder zijn waterschap. ‘Wij kijken inmiddels met Rijk, waterschappen, gemeenten en bewoners die verstand hebben van water wat we kunnen doen aan paalrot,’ zegt Van Heemst. Er wordt bijvoorbeeld onderzocht op welke plekken water langer kan worden vastgehouden. ‘Het waterschap kan daarbij zijn kennis inbrengen. Provincies gaan uiteindelijk over de waterstand, dat besluit voeren wij uit. Plus, wij hebben geen subsidierelatie met de bewoners. Die moeten voor herstel weer aankloppen bij de gemeente.’

Hunze en Aa’s

Het probleem kent vele gezichten. Ook het waterschap Hunze en Aa’s kampt met de gevolgen van veenoxidatie, zegt Fien Heeringa, namens de PvdA lid van het dagelijks bestuur. Maar in tegenstelling tot de veenweidegebieden elders in het land gaat het hier om akkerbouwgebieden ‘en dat is zeldzaam in Nederland’. Heeringa staat niet te springen om de veengebieden zomaar overal te vernatten. ‘Dat moet je niet doen, want het heeft veel economische effecten voor de akkerbouwers tot gevolg.’

Heeringa: Vernatten heeft in onze akkergebieden veel economische effecten voor de boeren 

Toch zal ook haar waterschap, dat een deel van Drenthe en Groningen omvat, een bijdrage willen leveren aan het terugdringen van CO2. Want ook hier hebben boeren last van verzakkingen en worden wegen, rioleringen en huizen aangetast. Voor het waterschap rijst de vraag wat het met zijn sluizen en stuwen aan moet. ‘Gaan we die straks vernieuwen of leggen we die juist op een andere plek aan?’

Het waterschap begon met twee gemeenten, boeren en natuurorganisaties een langjarig lokaal onderzoek. ‘We brengen nu in kaart wat de mogelijkheden zijn om het water terug op peil te brengen, waar we niks hoeven te doen en welke alternatieven er zijn voor boeren als we gaan aanpassen. Dat onderzoek loopt nu een paar jaar. Het blijft een lastige discussie met boeren, maar een debat blijft mogelijk. Je kunt ook niet zeggen, we doen niks.’

 

Bijschrift afbeelding: In de Rotterdamse wijk Overschie is bodemdaling al een groot probleem