Van raadsleden mag je verwachten dat zij integer handelen en zelfs maar de schijn van belangenverstrengeling vermijden. Alleen: wat doe je als gemeenteraad als dat niet gebeurt?

De stormachtige opkomst van Groep De Mos in Den Haag bleef ook landelijk niet onopgemerkt. De lokale partij van het voormalige PVV-Kamerlid haalde bij zijn tweede verkiezingen acht zetels, werd daarmee de grootste in Den Haag, en bemachtigde voor het eerst een plek in het college. Maar tegelijkertijd ligt deze lokale partij al langer onder vuur vanwege mogelijke belangenverstrengeling.

Een jaar voor de verkiezingen kreeg het college vragen van andere partijen over de financiering van de partij van De Mos. Hard maken konden fracties als de Haagse Stadspartij, SP en PvdA het niet, maar het vermoeden bestond dat De Mos bedrijven hielp die hem financieel steunden. Zo kwam hij met een motie om een ondernemer aan parkeerplaatsen te helpen en een motie voor een nachtvergunning voor een zalencentrum. Van beide bedrijven had De Mos voor zijn campagnegeld gekregen. Tot op de dag vandaag weigert De Mos inzicht te geven in de partijfinanciën. Tegen het AD/Haags Courant zei hij dat er niets aan de hand is.

Balster: Bedrijven zouden geen geld aan politieke partijen moeten mogen doneren

PvdA-fractievoorzitter Martijn Balster ziet het met lede ogen aan. ‘Hij heeft tijdens de campagne € 80.000 aan donaties van bedrijven en personen gekregen. Dan mag je toch wel weten van wie.’ Helemaal nu De Mos wethouder is geworden voor het MKB. ‘Het is een groot probleem. Hij moet nu namens de gemeente dealen met de bedrijven die hem mogelijk eerder steunden. Ben je dan nog onafhankelijk?’ Bij diens aantreden als wethouder was er geen integriteitstoets door de burgemeester. ‘Andere gemeenten pakken dit professioneler aan. Een gesprek met de burgemeester is toch wel het minste.’

Balster zou graag zien dat er in de Wet financiering politieke partijen (WFPP) een verbod komt op het aannemen van geld van bedrijven. ‘De PvdA doet dat nu al niet. Dat biedt een gelijk speelveld. Partijen zouden in ieder geval volledig transparant moeten zijn over giften van bedrijven, zodat er geen verdenkingen kunnen ontstaan. Nu is dat helaas niet afdwingbaar.’ Een voorstel om tot een convenant te komen waarin dit werd geregeld kreeg geen meerderheid in de Haagse raad.

Integriteitscode

De gemeente Oude IJsselstreek kent sinds kort wel een integriteitscode voor raadsleden en wethouders. De gemeente heeft een roerige tijd achter zich. Naast een aantal politieke conflicten in de vorige raadsperiode met vertrek van burgemeester en griffier en een breuk in de coalitie, speelde een aantal vragen over mogelijke belangenverstrengeling. De sfeer was door deze opeenstapeling ronduit slecht. Voor de nieuwe burgemeester Otwin van Dijk (PvdA) reden om met alle partijen om tafel te gaan zitten, zegt PvdA-fractievoorzitter Ton Menke.

Ook werd besloten om een code op te stellen. Deze code wil ‘duidelijkheid geven over wat de wet vraagt van raadsleden’ om ‘misstappen te voorkomen’, en is op drie punten strenger dan de wet. Niet alleen moet belangenverstrengeling worden voorkomen, maar ook de schijn daarvan. Raadsleden moeten hun financiële belangen bekend maken en de code hanteert een nee, tenzij-beleid als het gaat om geschenken. De code gaat ook in op praktijkvoorbeelden. Een bloemetje in ontvangst nemen na afloop van een debatbijeenkomst mag wel, een jaarkaart voor het plaatselijk theater niet.

Menke: Een bloemetje mag wel, een jaarkaart voor het theater niet

De totstandkoming van de code heeft al veel verschil gemaakt binnen de raad, zegt Menke. ‘We zijn in aanloop naar de definitieve tekst drie, vier keer bij elkaar gekomen om over dit onderwerp te spreken. We hebben een aantal voorbeelden voorbij zien komen wat wel en niet kan, en er wordt nu makkelijker over gepraat. Ook in het presidium kunnen we op de code terugvallen en sneller handelen.’

Juist toen dankzij de code de rust leek teruggekeerd kwam een raadslid van een lokale partij, in het dagelijks leven makelaar, opnieuw in opspraak. Hij zou zich als raadslid hebben ingezet voor een bevriende projectontwikkelaar. Na een gesprek met de burgemeester was de kous af, een nader onderzoek bleek niet nodig. Wel deed het lokale raadslid zijn portefeuille over aan een fractiegenoot, om iedere schijn te voorkomen.

Menke spreekt van het ‘glazen-huis-effect’. ‘Als raadslid moet je elke schijn van belangenverstrengeling zien tegen te gaan.’ De fractievoorzitter bespreekt dit regelmatig binnen zijn fractie. ‘We zijn natuurlijk allemaal belangenbehartigers. Of dit nu in de raad is of als lid van een vereniging. Zeker in een gemeente als de onze. Van de 25 raadsleden zijn er 24 met voorkeursstemmen gekozen. Daaruit blijkt wel dat we allemaal midden in de gemeenschap staan. Ook als PvdA zijn we een echte lokale partij, we hebben ook andere functies. Ik ben zelf voorzitter van een huurdersvereniging en van een koor. Je moet dan altijd oppassen welke pet je op hebt.’ Zo was hij wel woordvoerder tijdens een algemeen debat over het subsidiebeleid, maar zal hij nooit het woord voeren als het over het koor specifiek gaat.

Infiltratie

Belangenverstrengeling kan soms onbedoeld op de loer liggen, maar het kan ook zijn dat bewust wordt geprobeerd de raad te beïnvloeden. In Breda kwam burgemeester Paul Depla (PvdA) met de waarschuwing dat politieke partijen geïnfiltreerd kunnen worden door criminelen. Daarom bood de gemeente aan alle de financiën van alle fracties te laten toetsen door een onafhankelijke accountant. Daarmee kon iedereen zien van wie het campagnegeld afkomstig was.

Op een na deden alle partijen hieraan mee, vertelt PvdA-fractievoorzitter Arjen van Drunen. Een lokale partij weigerde, nota bene met een lijsttrekker met een strafblad. De partij kwam niet in de raad. Van Drunen noemt de accountantscontrole van de partijfinanciën een goede eerste stap. ‘De SP wil dat we vanaf € 500 giften openbaar maken, maar de vraag is of dat de oplossing is. Ik ben wel degelijk voor transparantie, maar kan me ook voorstellen dat donateurs door deze lage grens afhaken. Niet iedereen wil ervoor uitkomen dat ze een bepaalde partij steunen.’

Van Drunen: Lokale partijen zouden ook onder de WFPP moeten vallen

Nu geldt een grens van € 4500. Ieder hoger bedrag dat een persoon, instelling of bedrijf jaarlijks overmaakt naar een partij wordt openbaar gemaakt en is te vinden via het ministerie van Binnenlandse Zaken. Die grens is er ook voor lokale partijen. Maar verder vallen zij buiten de WFPP. Ze krijgen geen subsidie om campagne te voeren en moeten op andere manieren hun campagnekas spekken.

Een plan van het vorige kabinet van PvdA en VVD om ook lokale partijen onder de WFPP te laten vallen ligt al vijf jaar op de plank. ‘Deze wet zou toch ook moeten gelden voor lokale partijen’, zegt Balster. ‘Het maakt ze minder afhankelijk van giften.’ Van Drunen is dat met hem eens: ‘Een lokale partij moet ook flyers maken. Het is niet goed te praten, maar het huidige systeem kan in de hand werken dat ze zonder subsidies meer openstaan voor giften in ruil voor een stem.’

Ook de Vlaardingse fractievoorzitter Stefanie Solleveld pleit voor subsidie voor lokale partijen. In haar gemeente kwam een lokale partij in het nieuws, omdat het geen openheid over de financiën wilde geven en tijdens de campagne een gift zou hebben aangenomen van een aannemer. De partij werd in een onderzoek vrijgepleit van integriteitsschending, maar vier jaar na dato bestaan er nog steeds twijfels bij sommige andere fracties. Daarom is Solleveld sceptisch om een willekeurige grens te trekken om een gift openbaar te maken, zoals in Breda werd geopperd. ‘Dan zorg je als partij er toch voor dat je het geld in afzonderlijke delen van verschillende mensen krijgt. Beter is dat altijd duidelijk is van wie je welk bedrag hebt gekregen.’

 

Afbeelding: Joris van Gennip | Hollandse Hoogte