De verkiezingen zijn voorbij, tijd voor de onderhandelingen voor een nieuw college. Lokaal Bestuur blikt met enkele onderhandelaars terug op die van vier jaar geleden. ‘Zorg ervoor dat je nooit je hand overspeelt.’ En: ‘Persoonlijke relaties wegen vaak zwaarder dan inhoudelijke verschillen.’

In 2014 zag Rob Poel hoe de SP in Cuijk bij haar eerste deelname met vier zetels meteen de grootste partij in de raad werd. Zijn PvdA haalde welgeteld een van de negentien zetels. Toch is Poel wethouder in het college – zonder de SP. ‘De SP dacht als grootste partij een lijst met eisen te kunnen opstellen richting de anderen. Iedereen waarschuwde de SP dat ze haar hand niet moest overspelen.’

Er kwam nog wel een eerste ronde, waarin de informateur van SP-huize al snel duidelijk werd gemaakt dat die partij te veel vasthield aan haar eisen. Exit SP. De twee andere grote partijen CDA en Algemeen Belang Cuijk kozen er vervolgens voor verder te onderhandelen met de VVD én met de PvdA. ‘We waren met onze zetel niet eens nodig voor de meerderheid, maar ze wilden ons toch in het college voor wat ze noemden de sociale component’, vertelt Poel. ‘Aanvankelijk wilden ze het hele sociale domein bij onze wethouder onderbrengen. Met alle veranderingen die er vanuit Den Haag op de gemeente afkwamen, leek ons dat geen goed idee.’

De SP in Cuijk stelde veel te veel eisen

Op verzoek van Poel kregen uiteindelijk drie wethouders elk een deel van het sociaal domein in hun portefeuille, en werd de mogelijke pijn verdeeld. De PvdA’er kreeg er onder meer wonen, cultuur en opvang van vluchtelingen bij. De wethouder ziet het als beloning voor een consequente opstelling in al die jaren. ‘We hebben ons altijd constructief en als stabiele factor opgesteld.  Of we nu in de coalitie of oppositie zaten, de verhoudingen waren altijd goed. Dat helpt in de onderhandelingen.’

Door het midden

Ook in Zaanstad bleken persoonlijke verhoudingen vier jaar geleden van doorslaggevende betekenis. Met vijf van de 39 zetels was de PvdA onderdeel van een versnipperde raad. Jeroen Olthof heeft sinds zijn entree in de lokale politiek in 2006 gewerkt aan relaties en het opbouwen van respect bij de andere partijen. ‘Lokaal zijn niet de principiële punten het belangrijkste. Wel de positie tegenover de collega’s. In 2006 schrok ik weleens hoe oudgedienden spraken over andere partijen. Zo van: “Als die en die voor is, zijn wij tegen”. Dat hebben we veranderd. We merkten vier jaar geleden al snel dat ze de PvdA er graag bij wilden hebben.’

In Zaanstad werd voor een middencoalitie gekozen 

Opvallend genoeg sloot de PvdA Zaanstad zich toen niet aan bij een links blok dat gevormd werd door GroenLinks, SP en een lokale progressieve partij. ‘Wij voelden dat we meer konden binnenhalen in een coalitie in het midden.’ Als wethouder werd hij verantwoordelijk voor onder meer Wmo, wonen en jeugd: ‘Zo kon je werken aan een integraal beleid. We zijn nu koploper op het gebied van de decentralisaties, we hebben nooit hoeven te bezuinigen. Ja, daar ben ik best trots op.’

Dit jaar deden zestien partijen in Zaanstad mee. Dertien partijen hebben een zetel bemachtigd. ‘Ik hou mijn hart vast met al die partijen. Een ding heb ik geleerd: in de campagne moet je je niet afzetten tegenover de ander. Dat betaalt zich later uit.’

Verbindende rol

In Breda haalde de PvdA vier jaar geleden vier zetels, maar splitste een raadslid zich vrijwel direct af. De overgebleven fractie van drie leverde de gehele periode een wethouder, in twee opeenvolgende colleges – de eerste spatte na ruim een jaar uiteen. Fractievoorzitter Henk van der Velde legt uit waarom een relatief kleine partij toch mee doet in een college: ‘Een, je moet getalsmatig nodig zijn en twee, we spelen als partij vaak een verbindende rol tussen twee uitersten.’

In Breda bleven de twee grootste partijen buiten het college. ‘De informateur besloot dat VVD en D66 als twee grootste partijen een rompprogramma zouden schrijven, waar andere partijen dan als het ware bij konden aansluiten. Tijdens dat schrijfproces zaten vijf andere partijen in de wachtkamer. De SP en CDA hadden geen zin om bij het kruisje te tekenen en wilden toen zelf iets proberen. In die constructie waren wij getalsmatig nodig. We kwamen er snel uit. Het grappige is dat alle coalitiepartijen een wethouder leveren, of ze nu zes of twee zetels hebben. Zo voorkom je dat er gedoe ontstaat.’

In Breda koos de PvdA voor de verbindende rol

Na twee jaar klapte het college, nadat GroenLinks eruit was gestapt. Opnieuw kwamen VVD en D66 in beeld om wethouders te leveren. Het CDA bleek bij hen niet meer welkom, vanwege een gebrek aan vertrouwen. Omdat GroenLinks brak, had de PvdA als linkse middenpartij een sterke troef in handen. ‘Wij wilden wel door met de SP. Daar hebben we aan vastgehouden uit tactisch oogpunt, om ook die verbindende rol te kunnen spelen tussen twee uitersten.’ Het leverde volgens Van der Velde een coalitieprogramma op dat ‘voor 80% bestond uit ons verkiezingsprogramma’.

Schaakmat

In Utrecht zat de PvdA al jaren in het stadsbestuur, maar die vanzelfsprekendheid was in 2014 geheel verdwenen, zegt Gilbert Isabella. De lijsttrekker keerde na die verkiezingen niet meer terug als wethouder, omdat de PvdA al snel werd veroordeeld tot de oppositie. ‘Wat we lokaal in de campagne ook probeerden, we werden in Utrecht afgerekend op deelname aan het kabinet-Rutte 2. We vielen terug van 9 naar 5 zetels. In 2006 waren dat er nog 14. Tegen die teruggang viel lokaal niet op te boksen.’

In Utrecht wilde D66 de PvdA koste wat kost buiten het college houden

Hij was aanvankelijk nog hoopvol dat PvdA mee kon blijven besturen op basis van de positieve samenwerking van de afgelopen jaren. Lokaal was het immers met coalitiegenoten GroenLinks en D66 prima gelopen. Isabella: ‘Ik heb een gesprek gehad met de informateur van D66, de oud- burgemeester van Amersfoort. Als je zo tegenover elkaar zit, stel je je open op, je stelt geen eisen vooraf en kijkt naar de gemeenschappelijke punten uit de verkiezingsprogramma’s. Maar het hielp niet. Na dit eerste gesprek was het al duidelijk: de PvdA zit er niet bij. Later begreep ik dat D66 landelijk had aangegeven om de PvdA zoveel mogelijk uit te sluiten van deelname aan een nieuw college. Een ontwikkeling die je ook elders in steden zag.’ Isabella herinnert zich de frustratie: ‘Je staat schaakmat. Wellicht is er nu met GroenLinks als grootste partij weer een kans om mee te doen.’

Ambtenarenakkoord

Ook in Tilburg liep het niet goed af, vertelt Auke Blaauwbroek. Net als in Utrecht had D66 het goed gedaan en mocht deze partij de informateur leveren. De PvdA likte met vijf zetels haar wonden en was niet nodig voor een nieuw college. Andere partijen namen het voortouw. ‘Toch leek het erop dat we nog in beeld zouden komen voor het college. Wellicht niet direct, maar wel in tweede instantie. We dachten na twee of drie weken wel weer in beeld te komen.’

In Tilburg was de PvdA getalsmatig niet nodig voor een college

Maar dat gebeurde niet. Blaauwbroek moest lijdzaam toekijken hoe onder D66 een college tot stand kwam dat een programma presenteerde dat vrijwel een kopie was van wat de ambtenaren op het stadhuis hadden bedacht. ‘Als je onderhandelt, neem je niet je hele verkiezingsprogramma mee, maar bedenk je vooraf welke speerpunten je terug wilt zien. Je hebt ook met ambtenaren te maken die zelf programma’s of fiches hebben gemaakt met wat zij willen in de komende periode. Aan de hand van al dat materiaal kom je tot een collegeakkoord. Wat ik zag in 2014 was een volledige kopie van de ambtenaren, er stond niets in van de partijen. De ambtenaren volgen hun eigen belang, een wethouder is hun ogen immers iemand die over vier jaar weer vertrekt.’

Inmiddels zijn de vier jaar voorbij en de verkiezingen geweest. Voor de nieuwe fracties heeft Blaauwbroek nog een tip: ‘Als je in het college komt, laat dan zien wat je hebt binnengehaald. Zorg dat bij de presentatie van het programma je eigen persberichten klaarliggen met je eigen kleur.’

 

Bijschrift afbeelding: Nog voordat de coalitieonderhandelingen beginnen, peilt Gilbert Isabella hoe de andere fracties aankijken tegen een mogelijke samenwerking.

Afbeelding: Werry Crone | Hollandse Hoogte