Samen moeten we het doen. Zowel bij de aanpak van de gezondheids- als die van de economische crisis wordt de nadruk gelegd op onze gemeenschapszin. Toch blijkt steeds meer dat je afhankelijk van je politieke overtuiging ‘samen’ verschillend kan interpreteren. Zekerheid voor de één en willekeur voor de ander.  

Coronakosten apart begroten

Zware bezuinigingen hangen als een zwaard van Damocles boven de Nederlandse gemeenten. Om te voorkomen dat de bestrijding van de coronacrisis ten koste gaat van de zorg, het armoedebeleid, jongerenwerk en cultuur, wil de Bossche PvdA-fractie de kosten van de coronacrisis buiten de lopende begroting houden en apart financieren via een langjarige lening.

Fractievoorzitter Pieter Paul Slikker schat in dat de coronacrisis de stad zo’n € 35 à 70 miljoen per jaar gaat kosten. Als deze middelen uit de begroting van de gemeente gehaald moeten worden, zijn harde bezuinigingen onvermijdelijk. Of Den Bosch de kosten van de coronacrisis ook buiten de reguliere begroting kan houden, is niet alleen afhankelijk van de welwillendheid van het college van B&W. Ook het Rijk moet toestemming geven.

Mogelijke bevriezing accres biedt ademruimte aan gemeenten

Ondertussen gaan de gesprekken over de financiële compensatie voor de gemeenten tussen het ministerie en de VNG rustig verder. Bevriezing van het gemeentefonds en het tijdelijk afstappen van de trap-op-trap-af systematiek, waar elf Gelderse gemeenten al eerder toe opriepen, kan gemeenten lucht bieden. Het lijkt er nu op dat die bevriezing er gaat komen.

Bijna witte rook voor bevriezing gemeentefonds

Op zich goed nieuws. Toch is niet alles in kannen en kruiken: het is nog niet duidelijk op welke datum het gemeentefonds vastgezet wordt en wanneer de trap-op-trap-af-systematiek weer toegepast gaat worden. Vooral dat eerste is belangrijk, aangezien het nogal wat uitmaakt of gekozen wordt voor de septembercirculaire van 2019 (van voor de crisis) of de meicirculaire van 2020 (van tijdens de crisis). De uitgaven, die het Rijk nu doet, zijn vooral in het kader van de bestrijding van de crisis. Deze crisismaatregelen zijn buiten de kaders geplaatst en tellen niet mee in het accres. Bij de andere Rijksuitgaven is door de crisis waarschijnlijk sprake van onderbesteding en die tillen weer wel mee in de accres. Wanneer het gemeentefonds op basis van de meicirculaire van 2020 wordt vastgezet, moeten gemeenten alsnog enorm gaan bezuinigen.

Ondernemers en minima in één keer geholpen

Alleen samen krijgen we het virus er onder en komen we de crisis te boven. De PvdA Tilburg is het daar roerend mee eens. Probleem is alleen dat samen niet voor iedere politieke partij hetzelfde betekent. Zo worden in Tilburg vooral de ondernemers geholpen, maar dreigen andere groepen buiten de boot te vallen.

Fractievoorzitter Yusuf Celik wil daarom met een eenmalig crisistegoed van € 1000 voor arme gezinnen twee vliegen in één klap vangen: de tot 130% van het minimumloon verdienende gezinnen hebben wat extra te besteden, terwijl ook de Tilburgse ondernemers profiteren. De € 1000 kan namelijk alleen uitgegeven worden bij in Tilburg gevestigde bedrijven. Of het crisistegoed er ook komt, is nog even afwachten. Het college van B&W heeft de vragen van Celik nog niet beantwoord.

Eén op de drie theaters staat op omvallen

De cultuursector heeft hoe dan ook extra steun nodig. De € 300 miljoen van het kabinet is niet alleen volstrekt onvoldoende, het komt ook bij slechts een derde van de musea, theaters en gezelschappen terecht. Instellingen die door provincies en gemeenten worden gesubsidieerd, komen niet voor steun van het Rijk in aanmerking. Vanuit de Kamer diende Lodewijk Asscher deze week met succes een aantal moties in om ook de niet-gesubsidieerde instellingen te steunen, het gemeentelijke en regionale culturele aanbod overeind te houden, en de kunstenaars en makers zelf verder bij te staan.

Uit onderzoek van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties blijkt dat maar liefst een derde van de theaters en concertpodia voor de zomer dreigt om te vallen. Ook voor musea is deze periode moeilijk. Voor het Tassenmuseum in Amsterdam is het al te laat. Het museum zal na 1 juni niet meer open gaan en de 32 medewerkers verliezen hun baan.

De steun voor cultuur hangt van willekeur aan elkaar 

Waar het Rijk het voorlopig bij de ontoereikende € 300 miljoen houdt, zijn provincies in gesprek met de culturele sector. Overijssel kijkt hoe de sector toekomstbestendiger gemaakt kan worden en in Brabant hebben de provincie en BrabantStad (Breda, Den Bosch, Eindhoven, Helmond en Tilburg) een noodfonds van €8 miljoen in het leven geroepen. Daarmee willen ze voorkomen dat belangrijke theaters, podia en musea failliet gaan en verdwijnen.

Wie dacht dat het daarmee een goede week was voor de Brabantse cultuur, kwam meer dan bedrogen uit. Met het toetreden van het FvD tot de coalitie verdwijnt de Brabantse gedeputeerde voor cultuur en zullen de provinciale subsidies de komende jaren grotendeels worden afgebouwd. Gezien de penibele situatie, waarin de sector momenteel verkeert, betekent dit hoogstwaarschijnlijk letterlijk en figuurlijk het failliet van de Brabantse cultuur.

Dat veel instellingen afhankelijk zijn van provinciale en lokale steun, is om meerdere redenen problematisch. Niet alleen hebben bijna alle gemeenten helemaal geen geld, ook de verschillen in financiële slagkracht tussen de provincies onderling zijn groot. De ene provincie heeft door de verkoop van het energiebedrijf miljarden op de bank, terwijl anderen de begroting nauwelijks rond kunnen krijgen. De willekeur regeert: wie de pech heeft om in een armlastige provincie theater te maken, is de pineut.

Huurders blijvend in de kou

Echt verbazingwekkend is het niet, maar aan het morele appèl van Ollongren om de huren niet te verhogen wordt geen massaal gehoor gegeven. Ondanks de coronacrisis verhogen de meeste verhuurders per 1 juli de huur met gemiddeld ruim 2,5%. De PvdA, SP en GroenLinks hadden dit al voorzien en dienden daarom in beide Kamers een motie in om het kabinet te dwingen de huren te bevriezen. In de Tweede Kamer stuitten de partijen op verzet van de coalitie, maar de Eerste Kamer nam de motie wel aan.

Ondanks de alarmerende berichten uit het land en de aangenomen motie lijkt het erop dat Ollongren bij haar morele appèl blijft. Huurders die in de problemen komen, moeten maar contact opnemen met de verhuurder en er samen proberen uit te komen. Met andere woorden: ook hier regeert de willekeur en zijn economische slachtoffers van de coronacrisis afhankelijk van het goede humeur van de verhuurder/huisjesmelker.

Gemeenten ontvangen extra geld voor sportverenigingen

De sportverenigingen hebben het de afgelopen tijd zwaar gehad: de kosten liepen door, terwijl contributies en de inkomsten uit de kantine wegvielen. Het kabinet heeft daarom € 110 miljoen beschikbaar gesteld als ondersteuning voor sportverenigingen. Het grootste deel hiervan, € 90 miljoen, gaat direct naar de gemeenten. Dit bedrag kan gebruikt worden om de huren in de periode van 1 maart tot en met 1 juni kwijt te schelden. De Nederlandse gemeenten bezitten 8.800 sportaccommodaties, die verhuurd worden aan sportorganisaties voor een totaalbedrag van € 30 miljoen per maand. Door deze maatregelen zijn ongeveer 11.000 sportverenigingen geholpen. Het overige geld komt beschikbaar voor clubs met een eigen accommodatie (totaal € 20 miljoen) en als leenfaciliteit (totaal € 10 miljoen). Bovendien onderzoekt het kabinet of aanvullende steun nodig is.

 

De afgelopen weken verscheen er elke zeven dagen een update over de lokale maatregelen en aandachtspunten. De vorige update vind je hier. Voor haast alles geldt: steeds opnieuw het wiel uitvinden is contraproductief en van elkaars ervaringen kunnen we leren. Het CLB brengt je daarom graag in contact met je PvdA-collega’s door heel het land en organiseert de komende periode digitale bijeenkomsten over de verschillende uitdagingen van de coronacrisis.


Afbeelding: Robin Utrecht | Hollandse Hoogte