Waar vult de Kamer haar dagen eigenlijk mee? En zijn er nog zaken die extra aandacht van lokale bestuurders verdienen? Eens in de maand licht senior-beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen interessante zaken uit de schijnbaar onuitputtelijke stroom van moties, amendementen en spoeddebatten. Ditmaal over een mogelijk vuurwerkverbod en de geweld tegen vrouwen.

Mogelijk vuurwerkverbod

Oud en Nieuw moet een feest zijn en geen avond vol drama’s. Maar helaas is het dat niet. Elk jaar wordt het feest ontsierd door overlast, rotzooi en honderden slachtoffers van vuurwerk. Ook dit jaar zijn er volgens de Nationale Politie weer meer branden, vuurwerkincidenten en vernielingen geweest. Bovendien nam het geweld tegen politiemensen en andere werknemers met een publieke taak toe.

Maar liefst 1300 mensen hadden medische zorg nodig, met als absolute dieptepunt de brand in een Arnhemse flat, waar twee doden en twee zwaargewonden vielen. Voor een groot gedeelte had dit te maken met het afsteken van vuurwerk. De regels voor de verkoop en het afsteken van vuurwerk zijn de afgelopen jaren al vaker aangescherpt. Maar echt effectief is het niet. De laatste jaren neemt de verkoop van vuurwerk alleen maar toe. Nederlanders steken per hoofd van de bevolking inmiddels het meeste vuurwerk af.

Het is tijd voor drastische maatregelen

Het wordt dus tijd voor drastischer maatregelen, vindt Kamerlid Attje Kuiken. Net zoals inmiddels een meerderheid van de Kamer, burgemeesters, de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en de Nationale Politie, vindt zij dat er stappen moeten worden gezet om de verkoop en het gebruik van vuurwerk te verbieden. Dat betekent in ieder geval geen knalvuurwerk en geen gevaarlijk siervuurwerk meer. Nota bene de vuurwerkbranche zelf kan hiermee leven.

Maar daarmee zijn we er nog niet. Er moeten duidelijke doelen worden gesteld over het drastisch terugbrengen van het aantal incidenten en slachtoffers. Als die doelen bij de komende jaarwisseling niet gehaald worden, rest er volgens Kuiken maar één optie: een algeheel verbod. In het voorjaar komt het kabinet met een reactie en een plan van aanpak.

Geweld tegen vrouwen

Marije Cornelissen, de directeur van UN Women Nederland, pleitte afgelopen najaar in de Volkskrant voor een sterkere aanpak van geweld tegen vrouwen in Nederland. Volgens haar is het geweld tegen vrouwen vergelijkbaar met de dreiging die voor veel mensen van terrorisme uitgaat. Maar anders dan met terrorisme bestaat er nog geen Nationaal Coördinator voor geweld tegen vrouwen.

De Jonge vindt een Nationaal Coördinator voor geweld tegen vrouwen niet nodig

Kamerlid Kirsten van den Hul stelde naar aanleiding van dit bericht vragen aan minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Die erkende dat huiselijk geweld en kindermishandeling tot de grootste veiligheidsvraagstukken van onze samenleving behoren. Hij somde ook op welke organisaties betrokken zijn bij de aanpak van geweld tegen vrouwen: gemeenten, de VNG, de ministeries van J&V (voor de civiel- en strafrechtelijke aanpak), VWS (zorg aan slachtoffers) en OCW (preventie), en organisaties die door door het Rijk worden gefinancierd.

Wat betreft de afstemming tussen de departementen is minister De Jonge coördinerend bewindspersoon voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dat vindt hij genoeg. Een nationaal coördinator voor de aanpak van geweld tegen vrouwen vindt de minister dan ook niet nodig.

 

Bijschrift afbeelding: Bloemen ter nagedachtenis aan de twee dodelijke slachtoffers van de flatbrand in Arnhem

Afbeelding:  Rob Engelaar | Hollandse Hoogte

ton langenhuyzen

Contactgegevens:

T: 070-3182792
E: t.langenhuyzen@tweedekamer.nl