Het aantal daklozen in Nederland is in tien jaar tijd meer dan verdubbeld en blijft, zoals het nu lijkt, de komende jaren stijgen. Met name de G4-gemeenten zien de problemen met deze groep toenemen en eisen actie van het kabinet: meer geld, meer woningen, een eerlijker verdeling van de groep over de gemeenten en betere regelgeving. Waar zit de pijn en wat doen gemeenten al om deze kwetsbare groep een dak boven hun hoofd te geven?

Premier Rutte vond een paar weken geleden een brandbrief van de G4 op zijn bureau. De problematiek rond daklozen loopt de spuigaten uit en daarom moeten er snel maatregelen genomen worden. Directe aanleiding was een rapportage van het CBS. Telde Nederland in 2009 nog 17.800 daklozen, in 2018 waren dat er maar liefst 39.300. Bovendien raakten juist de laatste vier jaar meer mensen hun woning kwijt: tussen 2014 en 2018 kwamen er 12.000 nieuwe gevallen bij.

Nijboer: Het kabinet doet veel te weinig

Zorgelijk is verder dat waar het voorheen vaak alleenstaande mannen waren die dakloos raakten, het nu regelmatig jongeren en gezinnen zijn die in de steeds voller rakende opvangvoorzieningen terecht komen. Enkele organisaties zijn inmiddels niet meer in staat om meteen opvang te bieden en plaatsen mensen daarom op een wachtlijst. ‘Onacceptabel’, zegt Tweede Kamerlid Henk Nijboer. ‘Het kabinet laat gemeenten aan hun lot over en doet er niks aan, terwijl een fatsoenlijk dak boven je hoofd gewoon een grondrecht is.’

Nijboer vindt dat minister Ollongren veel te weinig doet. ‘Ze is aan het inventariseren en onderzoeken. Dat kun je eindeloos blijven doen, maar daar heeft niemand een dak mee boven zijn hoofd. Het kabinet kiepert alles maar gewoon over de schutting bij de gemeenten, terwijl zij zelf verantwoordelijk is. Dat moet veranderen.’

Twee nieuwe opvanglocaties vol

Eén van de gemeenten die te kampen heeft met een groot en stijgend aantal daklozen is Den Haag. ‘En dan hebben we voor mijn gevoel nog lang niet iedereen in beeld’, zegt raadslid Janneke Holman. ‘Veel mensen hebben dan misschien geen eigen woonruimte, maar slapen soms al langere tijd bij familie of vrienden. Die zie je pas terug in de lijstjes als dat niet meer kan en ze werkelijk op straat komen te staan.’

Het probleem met de opvang van daklozen staat in Den Haag al langer op de agenda, vertelt Holman. ‘We hadden een winteropvang in een grote fabriekshal waarin lange rijen stapelbedden stonden. Volgens een rapport van de Haagse rekenkamer dat twee jaar geleden uitkwam, kwamen mensen daar slechter uit dan ze er in gingen. De kwaliteit was niet goed geregeld.’

Op basis van dat rapport heeft de wethouder een tienpuntenplan opgesteld met verbetervoorstellen, zoals kleinschaliger opvang en meteen zorg en begeleiding bieden. Ook kwamen er twee nieuwe opvanglocaties bij en werd de fabriekshal gesloten. ‘Dat werkte goed, omdat er ook extra geld voor werd uitgetrokken. Wat daarbij heel erg helpt is, dat wij als gemeente goed contact hebben met een bijzonder actieve belangengroep voor daklozen, het Straatconsulaat. Zij organiseren twee keer per jaar een bijeenkomst voor raadsleden en mensen uit de cliëntenraden van de verschillende opvangvoorzieningen. Op die bijeenkomsten zitten wij dus aan tafel met (ex-) daklozen.’

Holman: De gemeente was goed op weg, maar nu is het geld op 

Er is alleen één grote maar, zegt Holman. ‘Voor de bestaande gevallen werkte de nieuwe aanpak goed. Maar met de stijging van het aantal daklozen hebben we niet voldoende geld beschikbaar om de ambities te halen en nieuwe daklozen op een goede manier op te vangen. De laatste weken is dat extra prangend geworden, omdat hier op 1 november de nieuwe winterregeling van kracht is geworden en het nog maar de vraag is of er genoeg plekken zijn.’

De problemen in Den Haag beperken zich niet tot de winteropvang, ook de reguliere opvang kent inmiddels een wachtlijst die de laatste maanden is opgelopen naar honderd mensen. Als oorzaak voor de stijging van het aantal daklozen noemt Holman de afbouw van bedden in de GGZ en een tekort aan betaalbare woningen. Dat laatste is een extra groot probleem in de stadsregio Den Haag.  Daarom zijn er nu betaalbare woningen nodig, zegt Holman. ‘Daarover zijn met corporaties prestatieafspraken gemaakt, maar die woningen zijn niet van de ene op de andere dag gebouwd. Dus zul je nu toch echt geld moeten bijleggen. En dat betekent niet terug naar de ouderwetse fabriekshal, maar het nu gewoon goed regelen.’

Wachtlijst steeds minder lang

Ook in Tilburg kampte de gemeente met een wachtlijst, maar die is inmiddels van 100 teruggebracht naar 40. Bovendien slaagde de gemeente erin om opvanghuizen specifiek voor dakloze gezinnen en economische daklozen (mensen met een baan, maar zonder huis en vaak verblijvend in een recreatiepark, red.) te realiseren.

‘Het begint bij de wil om de wachtlijst terug te brengen tot nul', zegt het Tilburgse raadslid Bea Mieris. ‘Per jaar melden zich ongeveer 700 mensen aan bij Traverse. Daarvan vindt ongeveer de helft alsnog een oplossing, maar de andere helft heeft daadwerkelijk opvang nodig. Dat lukt, met uitzondering van die 40. En dat zijn er wat ons betreft dus 40 teveel.’ Een meerderheid van de raad was het met haar eens. Haar motie om de wachtlijst kreeg dan ook een meerderheid.

Mieris: Je moet samen inzetten op preventie

Om dat voor elkaar te krijgen zijn de lijntjes met de stichting Traverse, die de maatschappelijke ontvang verzorgt, kort, zegt Mieris. ‘Je moet voorkomen dat mensen dakloos worden. Daarom werkt de gemeente samen met de woningcorporaties, zodat huisuitzettingen worden voorkomen. Die zijn hier bijzonder sociaal, dus dat helpt.’ Om dat zo goed mogelijk te coördineren is er een maatwerkcommissie in het leven geroepen. Naast de corporaties en de gemeente zijn mensen van Traverse daarvan lid. ‘Als mensen die hun huis dreigen te verliezen bij de commissie aankloppen gaan de raderen meteen draaien en worden ze meteen spoedgeval.’

De problemen op de woningmarkt zijn in Tilburg minder groot dan in de G4. Daarbij helpt het dat de gemeente Tilburg al in 2015 een woonagenda en -visie maakte en deze afspraken grotendeels worden gehaald, zegt Mieris. ‘Voor nu, want we zitten ook aan onze taks, omdat de gemeentegrond bijna op is. Gelukkig zijn we er wel in geslaagd om de huur van een aantal woningen verlaagd te krijgen. Die komen ten goede aan de doelgroep.’

Maar ook in Tilburg houdt het financieel niet over. ‘Toch staat er in de begroting wel extra geld voor het daklozenprobleem. Dat is op zich positief, maar eigenlijk wil je meer. En met de problemen in de jeugdzorg, om er maar één te noemen, zal dat niet gemakkelijk worden’, vreest Mieris.

Landelijke regels in de weg

De gemeente kan veel, maar vaak helpen landelijke regels niet. Zo is bijvoorbeeld de kostendelersnorm een probleem. ‘Wie in de bijstand zit en tegen iemand die dakloos dreigt te worden zegt “kom maar bij mij wonen” wordt gekort op de uitkering. In Tilburg hebben we besloten om daar coulant mee om te gaan. Bij mensen die iemand in huis neemt, wordt de norm gedurende maximaal een jaar niet toegepast.’

Echte oplossingen moeten dus van het Rijk komen, maar Nijboer heeft er voorlopig een hard hoofd in. ‘Het kabinet kiept van alles over de schutting bij gemeenten, terwijl zij zelf verantwoordelijk is. Dat moet snel veranderen om te voorkomen dat de problemen nog veel groter worden. De tijd van inventarisaties en onderzoeken is voorbij. Dus de verhuurdersheffing naar beneden, zodat woningcorporaties kunnen bouwen en ervoor zorgen, dat er fatsoenlijke noodopvangen komen. De situatie zoals die nu is, moeten we niet willen.’

 

Afbeelding: Ingrid de Groot | Hollandse Hoogte