Jaarlijks komen zo’n 18 miljoen buitenlandse toeristen naar Nederland. Gezamenlijk geven zij meer dan € 13 miljard uit. Economisch een interessante groep, maar voor inwoners van populaire bestemmingen steeds vaker een bron van overlast. Hoe bewaak je de balans tussen economisch belang en leefbaarheid voor je inwoners? En hoe trek je de toerist naar minder bekende pareltjes? Lokaal Bestuur maakte een zomers rondje langs toeristische trekpleisters en goed bewaarde geheimen.

In Lisse kun je van eind maart tot half mei de auto beter laten staan. De Keukenhof staat dan in bloei en dat trekt heel veel bezoekers; maar liefst 1,5 miljoen in acht weken. ‘Op drukke dagen loopt het verkeer helemaal vast,’ vertelt fractievoorzitter Guus Mesman. ‘De gemeente is in overleg met de provincie en de Keukenhof om de verkeersproblemen aan te pakken. Dat is ingewikkeld, want een goede oplossing kost veel ruimte en geld. De Leidsevaart staat in de Keukenhofperiode vol campers. Dat mag niet, maar het wordt gedoogd. Daar zou een betere plek voor moeten komen, maar ook dat kost veel ruimte, en wat doe je ermee in die andere 44 weken van het jaar?’

Mesman: Die bussen gaan meteen weer door naar de volgende trekpleister 

De massale toeristenstroom zorgt bovendien niet voor rinkelende kassa’s bij de middenstand. ‘Ondernemers proberen de toeristen wel te lokken, maar na drie uur Keukenhof zijn mensen wel klaar. Daarnaast komt het grootste deel met een busarrangement; die gaan meteen door naar de volgende toeristische trekker. Of we in Lisse nog wel blij zijn met de Keukenhof? Tja, het is soms een enorme verkeerspuinhoop, maar dat is gelukkig tijdelijk. En het geeft Lisse enorme naamsbekendheid, tot ver in het buitenland. Dat maakt ook wel trots. Maar ik zou als gemeente zeer terughoudend zijn om een attractie van dit formaat binnen de gemeentegrenzen te halen.’

Varende files en drones over de achtertuin

Ook in Giethoorn weten ze alles van extreme drukte. Het Overijsselse dorp met 2.600 inwoners ontvangt jaarlijks honderdduizenden toeristen. ‘Dat is niet altijd leuk,’ vindt fractievoorzitter Steven Bunt. ‘Auto’s en bussen blokkeren de toegangswegen. Buitenlandse toeristen denken dat ze in een openluchtmuseum zijn en veroorzaken overlast; ze gooien vuilnis in de brievenbus, lopen privéterreinen op of laten een drone over een achtertuin vliegen.’

De gemeente Steenwijkerland en de provincie Overijssel investeren gezamenlijk € 12 miljoen om de leefbaarheid van Giethoorn te vergroten en toeristen te verleiden andere plaatsen te bezoeken, zegt Bunt: ‘Er wordt onder meer ingezet op parkeren met een grote park-and-ride-parkeerplaats, maar ook op het promoten van andere toeristische trekkers zoals het stadje Blokzijl en de Koloniën van Weldadigheid. Of dat werkt vraag ik me af; mensen komen voor Giethoorn en niet voor Blokzijl. De toeristenstroom is autonoom; die kun je niet aan de voorkant indammen. Giethoorn is een dorp waar mensen wonen en leven, daar zetten we geen hek omheen. Dus de mogelijkheden om te reguleren zijn beperkt.’

Bunt: De mogelijkheden om te reguleren zijn beperkt 

Een van de mogelijkheden om toerisme te reguleren is de vaarverordening. ‘Daarin kunnen we het aantal huurboten vastleggen,’ geeft Bunt aan. ‘De laatste jaren is er niet gehandhaafd en nu zijn er varende files met huurbootjes. Door die lakse houding kun je nu niet ineens streng te zijn; ondernemers hebben geïnvesteerd in de aanschaf van die boten.’

Daar zit de kern van het probleem. De belangen lopen in het kleine Giethoorn stevig uiteen, constateert Bunt. ‘De gemeente probeert met een gebiedsgerichte aanpak de verschillende partijen samen een oplossing te laten vinden, maar ondernemers en inwoners hebben andere belangen. En ondernemers zijn vaak ook weer inwoners. Giethoorn is een klein dorp waarin iedereen elkaar kent. We hebben hier in de regio ondertussen het imago van een ruziënd dorp. Ik geloof erin dat we er met elkaar uit kunnen komen, maar als het te lang duurt moet de gemeente doorpakken.’

Culturele Hoofdstad trekt nieuw type toerist

Even ten noorden van Giethoorn probeert men het toerisme juist een boost te geven. Friesland kent van oudsher veel watertoerisme. Maar de toerist die een paar weken met een boot de Friese meren opgaat vergrijst, en een nieuwe generatie wil andere dingen op vakantie. Leeuwarden zette daarom met Culturele Hoofdstad 2018 in op cultuurtoerisme. ‘We hebben ons gericht op zowel de 55-plusser als de jongere urban traveller uit een straal van zo’n 500 kilometer rond Leeuwarden: Nederland, Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Normaal hebben we ruim 1,5 miljoen bezoekers per jaar, in 2018 waren dat er ongeveer 4,5 miljoen,’ vertelt wethouder Sjoerd Feitsma.

Om die bezoekers vast te houden, gaan Leuwarden nu aan de slag met de legacy van de culturele hoofdstad, zegt Feitsma: ‘2028 is onze stip op de horizon. Daar werken we naartoe met triënnales: elke drie jaar een grote happening. Daarnaast houden we elk jaar een groot internationaal evenement in Friesland. Dit jaar is dat Fuerza Bruta, een Argentijns dansgezelschap. Met deze evenementen en tentoonstellingen in het Fries Museum blijven we inzetten op de cultuurtoerist. Ervaring van andere culturele hoofdsteden leert dat er na het titeljaar een goed na-effect is. Het is dit jaar rustiger dan vorig jaar natuurlijk, maar drukker dan voor 2018. En we zien wel een ander type bezoeker. Maar nu moeten we wel echt programma gaan bieden, want andere steden nemen de titel over.’

Feitsma: We zitten niet te wachten op bussen die even een rondje Friesland doen en 's avonds weer teruggaan naar Amsterdam 

Leeuwarden zet bewust in op toeristen die zelfstandig reizen, benadrukt Feitsma. ‘We zitten niet te wachten op een bus die een rondje Friesland doet en vervolgens in Amsterdam overnacht. Er zijn hier voldoende dorpjes die minstens zo schattig zijn als Giethoorn, we willen voorkomen dat het hier vastloopt.’

Oppassen dat toerisme geen vloek wordt

De cultuurtoerist is ook van harte welkom in Leiden. ‘Leiden Marketing doet het goed; er komen veel mensen naar Leiden, ook de cultuurminnende toerist die we zoeken. Maar ook hier merken we dat het drukker wordt en de druk op de stad toeneemt,’ vertelt duo-raadslid Marc Newsome. ‘We krijgen meer last van AirBnB en verkamering. Toerisme is goed, mits er voldoende draagvlak is onder Leidenaren. De toeristenbelasting gaat nu bijna rechtstreeks naar Leiden Marketing. Ik wil een deel van dat budget besteden aan cultuur en projecten die mensen verbindingen. De vooruitzichten zijn dat de toeristenstroom blijft groeien, ook als we niets doen aan marketing. Dan kan er ook wel wat geld naar andere zaken.’

Newsome: We moeten waken voor AirBnB en verdere verkamering 

Voor Leiden is toerisme nu een positieve ontwikkeling; de stad groeide na een moeilijke periode uit tot een mooie, populaire bestemming. ‘Maar we moeten er nu voor oppassen dat het geen vloek wordt,’ waarschuwt Newsome. ‘We moeten de belegger uit de woningmarkt krijgen en voorkomen dat AirBnB en verkamering de binnenstad overnemen. Ook het aantal evenementen in het centrum moet worden beperkt. In onze marketing mag cultuur van mij een prominentere plek krijgen. We zijn een stad van kunstkenners, dat mogen we nog meer uitstralen. En wellicht kunnen wij dan in 2033 gaan voor de titel culturele hoofdstad.’ 

Delft als uitvalsbasis voor een weekendje Nederland

Delfts Blauw is wereldberoemd en trekt dan ook toeristen van over de hele wereld. Van raadslid Goriska van Cooten mogen de toeristen wel wat langer in Delft blijven. ‘Veel toeristen komen met de bus, bezoeken De Porceleyne Fles en gaan weer. Dat levert maar één onderneming wat op. We willen daarom meer inzetten op Delft als uitvalsbasis voor een weekend Nederland; je bent vanuit hier zo in Rotterdam, Amsterdam, de Keukenhof of de Efteling. Dat zijn voor ons interessantere toeristen die meer werkgelegenheid opleveren.’

Daarnaast richt Delft zich op zakelijke bezoekers. ‘De Technische Universiteit Delft organiseert veel congressen. Dat trekt bezoekers naar Delft die een aantal dagen blijven en goed zijn voor de lokale economie en werkgelegenheid. Het mooie is dat die congressen ook juist veel werkgelegenheid opleveren op mbo-niveau. We zijn niet alleen een stad voor hoger opgeleiden, maar we zijn er voor iedereen. Congressen leveren werk op in hotels, schoonmaak, opbouw en logistiek; mooie mbo-banen.’

Van Cooten: ‘Doordat we zien wat er in Amsterdam gebeurt, zijn we ook wel gewaarschuwd’ 

Van overlast door massatoerisme is in Delft nog geen sprake. ‘Toerisme heeft best een negatieve klank gekregen, maar ik ben er wel trots op dat mensen mijn Delft een bezoekje waard vinden. Natuurlijk heb ik ook mijn zorgen. Toeristen hebben geen idee waar ze hun fiets moeten parkeren en als ik het fietsverkeer zie houd ik soms mijn hart vast. Maar het is nog niet zo dat ons centrum wordt overgenomen door toeristenwinkels zoals in Amsterdam. Doordat we zien wat er in Amsterdam gebeurt, zijn we ook wel gewaarschuwd. We kijken wat we daarvan kunnen leren. We zoeken de toerist die past bij Delft; de dertigers, veertigers, gezinnen met kinderen die naar de Keukenhof en Efteling willen. Jongeren gaan niet naar Delft voor een party-weekend. Daar kun je echt niet mee thuis komen.’

 

Bijschrift afbeelding: File varen in Giethoorn

Afbeelding: Nick Nederstigt | Hollandse Hoogte