De kop van de recensie op RTVNoord over Die meneer is van ons van Bert Middel loog er niet om: ‘Bert Middel genadeloos voor zijn eigen Partij van de Arbeid’. Maar is dat ook zo? Of zijn al deze opmerkingen niet buiten hun context geplaatst en doet de journalist Middel tekort?

Na lezing van het boek kan ik niet anders dan dat laatste concluderen. Die meneer is van ons is een passende titel voor een mooi en goed geschreven politiek boek. Vergeleken met eerder verschenen memoires van oud-politici Femke Halsema, Sharon Gesthuizen en Roelof van Laar een verademing. Waar zij vooral over zichzelf schreven en vonden dat het aan de ander lag, schetst Middel een tijdsbeeld van vijftig jaar politiek ervaring. Van de verzuiling tot de waan van vandaag de dag, bezien vanuit verschillende rollen in de politiek. En leuk voor mensen uit het noorden: vanuit het perspectief van een noordeling.

Middel schetst de mooie en minder mooie kanten van de politiek

Toen Middel politiek actief werd, was Nederland nog verzuild en was veel nog vanzelfsprekend. Middel schetst de mooie en minder mooie kanten van de politiek: van hoe een nog minderjarige jongeman voorzitter werd van een van de grootste afdelingen van de PvdA, die van de stad Groningen, om uiteindelijk dijkgraaf te worden van Noorderzijlvest. In ruim 300 pagina’s beschrijft hij de nu eenmaal aanwezige partijmachinaties. Van het idee of je ‘aan de beurt’ bent of niet, van coalities die binnen de partij worden gesloten en waar je soms aan deelneemt en soms buiten staat, en van de regeringscoalities waar je soms deel van uitmaakt en soms niet. Het gaat over keuzes van de partij die soms wel goed uitpakken en vaak beter hadden gekund.

En Middel vertelt ook over het persoonlijke: over persoonlijke voorkeuren, en over vriendschappen die sneuvelen in het politiek geweld. Hij beschrijft zijn diepgewortelde loyaliteit aan de partij, en gaat in op het zijn van een socialist, die – naar eigen zeggen –  het activisme niet schuwt. Alleen lijkt dat laatste eerder een karakterschets en beschrijving van stijl en directheid dan een handelingsperspectief.

In die vijftig jaar zijn er mooie dingen gebeurd en minder mooie. En natuurlijk worden die laatste er in de recensies uitgelicht: zoals de passages over het mislukken van de SW-aanpak en de rol die Stadskanaal hierin heeft gespeeld. Maar ook daarvoor geldt, het was zoals het was. Net als de opmerkingen over het kabinet Rutte II.

Wat kanttekeningen

Door alleen de nadruk op het negatieve te leggen, doe je het boek tekort. Dat neemt echter niet weg dat er geen kritiek mogelijk is op de inhoud. Ondanks pogingen tot zelfreflectie en zelfrelativering is dit niet op alle fronten even geslaagd. De voorbeelden waarin Middel aangeeft voor een karretje gespannen te zijn door een ander zijn niet altijd in evenwicht. Voor de lezer blijft dan onduidelijk wiens aandeel tot wat heeft geleid. Daarentegen is Middel wel heel openhartig en zelfreflectief als het gaat om zijn jaren in de Kamer: ‘Vreemd genoeg zou ik niet kunnen zeggen wat ik als Kamerlid gepresteerd heb.’

De tweesprong waar de sociaal-democratie volgens Middel op staat, is een te simpel beeld

Verder stelt Middel dat er nauwelijks meer wordt gerept over het streven naar solidariteit, sociale rechtvaardigheid en vooral bestaanszekerheid voor iedereen. Dat is niet meer correct. Juist in deze periode staan deze waarden weer volop centraal. Net als de aanpak van de uitwassen van het kapitalisme. Wat niet wegneemt dat het allemaal nog veel beter kan en kiezers op drift zijn, maar de tweesprong waar de sociaal-democratie volgens Middel op staat, is een te simpel beeld. Het is geen keuze tussen of de revitalisering van de PvdA tot PvdA 2.0 of de komst van een eigentijdse beweging waar de PvdA in opgaat. Het gaat erom dat nieuwe generaties – die niet opgroeien in een verzuilde samenleving  –   het gedachtegoed van de sociaal-democratie omarmen en zich die op dezelfde intrinsieke wijze als de generatie van Middel eigen maken. Zodat ook de nieuwe generatie het vanzelfsprekend gaat vinden dat de sterkste schouders de zwaarste lasten – ook als zij dat zelf zijn  – dragen. Omzien naar elkaar, binnen en buiten de partij. 

Afbeelding: Flip Franssen | Hollandse Hoogte