kalkklein.jpgPolitiek: mensen houden ervan en/of mopperen erop. Ook ambtenaren hebben het er soms maar moeilijk mee. Natuurlijk is de politiek de baas, maar de politicus is voor de ambtenaar altijd een tijdelijke passant. En omdat je als ambtenaar boven alles je neutraliteit wil verdedigen, is voorzichtigheid geboden. Want voor je het weet ben je links of juist rechts.

Dus eenvoudig is het niet die verhouding tussen ambtenarij en politiek. Dat bleek recent maar weer eens. Uit onverwachte hoek bovendien. Wat nu volgt is een nogal technisch verhaal. Neem even de tijd, het is de moeite waard. Al een aantal jaren zijn de politieke partijen in gesprek met het ministerie van Binnenlandse Zaken. Gespreksonderwerp: de waardering van politieke vorming. De politieke partijen benadrukken het belang van de politieke scholing. Voor het functioneren van de democratie zijn immers verschillende partijen met politici, die weten waarom ze iets vinden, nodig.

Zeker met de zorgen over het functioneren van de democratie en dan in het bijzonder die van de gemeenteraden en raadsleden lijkt politieke vorming geen overbodige luxe. Lijkt, want het ministerie dacht daar toch echt anders over. Voor alles moest de neutraliteit worden geborgd. Het ministerie ging daarin ver. Zo was het bezoeken van partijpolitieke activiteiten in de samen met de VNG opgestelde handreiking integriteit min of meer uit den boze. De kosten van een cursus over de omgevingswet die de VNG of de raadsledenvereniging worden georganiseerd zijn voor de gemeente, terwijl die van eenzelfde soort door de partij georganiseerde cursus niet eens van het fractiebudget mag worden gehaald.

Voor de oudgedienden onder ons: u heeft gelijk, vroeger kon dat wel. Al een aantal jaren maken we daar als politieke partijen bezwaar tegen. Zoals bijscholing belangrijk is voor alle functies, is politieke (bij)scholing dat voor alle politieke functies. En die politieke bijscholing krijg je natuurlijk bij je eigen politieke partij. Klinkt logisch, toch? Nou, het had wat voeten in de aarde. Maar na heel veel heen en weer gepraat tussen bestuurdersvereniging en de ambtelijke top, een wisseling van de minister en de nodige versterkingsprogramma’s voor de lokale democratie zijn we het er uiteindelijk over eens geworden. Politieke vorming is belangrijk en scholingsactiviteiten, ook die in partijverband, vallen onder het fractiebudget.

In het nieuwe rechtspositiebesluit raads- en commissieleden wordt dat volgens het ministerie duidelijk uitgelegd. Maar, of die duidelijkheid er nu echt is gekomen? Lees even mee. In de toelichting op het rechtspositiebesluit staat: ‘Voor alle decentrale politieke ambtsdragers is expliciet bepaald dat de kosten van niet-partijpolitiek georiënteerde functionele scholing, zoals deelname aan congressen en opleidingen, ten laste worden gebracht van de gemeente.’ Het ministerie vindt het ‘denkbaar dat bepaald wordt dat het college van burgemeester en wethouders deze (aan de hand van het daarvoor gestelde kader) beoordeelt, maar ook kan worden bepaald dat een (daartoe gemandateerde) commissie van de gemeenteraad dit doet.’ En dan als klap op de vuurpijl: ‘Partijpolitieke scholing komt niet voor vergoeding door de gemeente in aanmerking.’

Dat klinkt niet best. Dit was niet de afspraak. Gelukkig wint de aanhouder, want in het vervolg wordt het beter: ‘De inhoud van de scholing is bepalend of deze al dan niet partijpolitiek georiënteerd is. Wanneer scholing verzorgd wordt door een politieke partij, betekent dat niet automatisch dat die scholing partijpolitiek georiënteerd is. Om voor kostenvergoeding in aanmerking te komen, moet gemotiveerd worden dat het gaat om functiegerichte scholing. Scholing is functiegericht als zij beoogt de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden te verwerven dan wel actueel te houden.’

Het is enigszins cryptisch opgeschreven, maar het staat er echt: trainingen die je helpen bij het uitvoeren van je functie als raadslid kan je ook doen uit het fractiebudget. Scholing in politieke waarden is daar een onderdeel van, maar het mag niet het enige doel van de training zijn. En zo heeft het ministerie een oplossing gevonden voor het eerder geschetste dilemma van de ambtenaar. Nu maar hopen dat de griffies dit ook begrijpen.

 

Afbeelding: Henri Blommers