Na twee maanden begint de mist nu toch echt op te trekken. In steeds meer gemeenten treden de onderhandelaars naar buiten en presenteren ze vol trots hun coalitieakkoord en wethoudersploeg. In andere plaatsen wordt de laatste hand aan de coalities gelegd. En natuurlijk zijn er ook gemeenten waar het allemaal wat langer duurt. In Moerdijk zijn ze net begonnen aan de derde ronde, terwijl het in Den Helder bijna dagelijks rommelt.

Een definitieve analyse is ook nu nog niet mogelijk, maar een voorlopige en vrij uitgebreide tussenstand wel. Omdat er sinds 2014 veel herindelingen zijn geweest en veel gemeenten waar we voorheen in de coalitie zaten eenvoudigweg niet meer bestaan, ligt een vergelijking met de uitslag van 2014 niet voor de hand. Dat doen we dus niet. In onze analyse nemen we de definitieve coalities en de bij ons bekende en vergevorderde coalitieonderhandelingen mee. Omdat het aantal wethouders in veel gemeenten nog niet bekend is, gaan we uit van het aantal gemeenten waar we meedoen. Het daadwerkelijke aantal wethouders kan uiteindelijk afwijken. Bij acht gemeenten hebben we niet kunnen achterhalen wat de stand van zaken is. Die komen dan ook niet voor in deze analyse.

Deelname aan coalities

In totaal deden we als PvdA of in een samenwerkingsverband in 283 gemeenten mee. Zoals het er nu naar uitziet zullen we in 78 gemeenten als PvdA mee gaan doen in de coalitie. Omdat we daarnaast in 9 plaatsen met PvdA-GroenLinks in het college zitten, komen we uit op een totaal van 87. Vergeleken met de andere landelijke partijen is dat niet slecht. CDA en VVD zijn met 178 en 173 gemeenten duidelijk koploper. Daarna volgen de PvdA, D66 (78 gemeenten) en GroenLinks (75 gemeenten). Daarbij moet wel worden aangetekend dat GroenLinks in minder gemeenten (220) meedeed dan wij. In totaal zit GroenLinks in 34%, de PvdA in 27,5% en de SP in 17,8% van de gemeenten waar zij deelnemen in het college.

Vergeleken met de landelijke partijen doen we het niet slecht 

grafiek_deelname_coalities_1.png

Opvallend is verder dat de ChristenUnie in 52 gemeenten op eigen kracht en in nog eens 20 gemeenten in een samenwerkingsverband met de SGP meedoet. Een opmerkelijk goed resultaat, dat zeker niet alleen aan de Biblebelt kan worden toegeschreven (in Utrecht zit de CU bijvoorbeeld samen met GL en D66 in de coalitie).

Dat de lokale partijen het goed doen, is geen geheim. Hun opmars gaat gestaag door. In 218 gemeenten leveren in totaal 258 lokale partijen inmiddels wethouders.  De lokalen mogen daarmee met recht hofleverancier genoemd worden. Opvallend daarbij is dat ze in gemeenten, waar herindelingen in de lucht hingen, hun slag hebben geslagen. Niet alleen tijdens de verkiezingen, maar ook aan de onderhandelingstafel. De lokale partijen zijn met recht de winnaars van de afgelopen verkiezingen en coalitieonderhandelingen.

De grote steden

grafiek_deelname_grote_steden.pngVan oudsher ligt de basis van de PvdA in de grote steden. We hadden een trouwe achterban en leverden veel wethouders. Die positie is al langer aan het afkalven. Deels door de landelijke trend, deels door lokale kwesties die vaak worden geassocieerd met de PvdA en een arrogante bestuursstijl.

Helaas is er deze ronde geen sprake van herstel. Van de G40 waren er in 37 steden verkiezingen. Naar verwachting krijgen 15 grote steden PvdA-wethouders. Dat komt neer op zo’n 41%. Als we de drie steden (Groningen, Leeuwarden en Haarlemmermeer), waar geen verkiezingen waren, meetellen, komen we uit op 18 colleges (45%). VVD (28 van de 37), de lokale partijen (26), D66 (25) en GroenLinks (24) doen het aanmerkelijk beter.

Versnippering, coalitievorming en linkse samenwerking

Ook als we kijken naar de linkse samenwerking in de colleges houdt het niet over. In slechts 6 gemeenten lijken de PvdA, GroenLinks en SP samen te gaan in een college. Naast Amsterdam en Zutphen zijn dat opmerkelijk genoeg plaatsen in het noorden (Pekela en Oldambt) en zuiden van het land (Venlo en misschien Sittard-Geleen). Vaker werken we samen met alleen GroenLinks (21 keer) of SP (11 keer) in een verder rechts college.

De linkse samenwerking komt niet echt van de grond

grafiek_aantal_partijen_per_coalitie.pngIn meer dan de helft van de coalities waar we meedoen zijn we dus de enige linkse partij. Wie kijkt naar de samenstelling, ziet dat er van alles mogelijk is. Alleen bij de tweepartijencoalities is het nog te overzien: lokaal met CDA (10 keer), CDA met VVD (8 keer) en VVD met lokaal (4 keer).

Bij drie partijen wordt het al veel onoverzichtelijker. Koploper is VVD en CDA met lokaal (24 keer). De PvdA werkt het vaakst samen met het CDA en een lokale partij. Verder kiezen de combinatiepartijen van PvdA en GroenLinks opvallend vaak voor de VVD en een lokale partij als coalitiepartner.

Met de versnippering valt het zo op het eerste gezicht mee. De angst voor onbestuurbare gemeenten, enorme colleges en coalitiebesprekingen tot ver in het najaar lijkt ongegrond. In slechts 8 gemeenten komt er naar alle waarschijnlijkheid een college van 6 partijen. In veruit de meeste gemeenten (210) gaan drie of vier partijen samenwerken.

Informateurs, gedeelde wethouders en raadsakkoorden

Dan de opvallende ontwikkelingen. Die waren er genoeg. Zo is de (in)formateur definitief toegetreden tot de lokale onderhandelingen. In veel gemeenten, klein en groot, zet die inmiddels de lijnen uit. Concreet betekent dit dat de grootste partijen hier niet meer de onderhandelingen leiden. De tijd dat zij andere partijen uitnodigden, vroegen naar hun wensen en zelf de regie namen, ligt daarmee achter ons.

Vernieuwing of niet: openheid is tijdens de onderhandelingen vaak nog ver te zoeken. Soms worden de eerste verkennende gesprekken nog wel in de raadszaal gehouden en kunnen burgers de besprekingen volgen via een livestream. Maar vrij snel gaan de deuren dicht en worden pottenkijkers buiten de deur gehouden totdat het akkoord gesloten is. 

De informateur heeft definitief zijn intrede gedaan

Een ander niet meer weg te denken fenomeen is het raadsakkoord. Veel gemeenten hebben, al dan niet onder leiding van de (in)formateur, eerst een raadsakkoord opgesteld en op basis daarvan een coalitie gevormd. Het idee is dat alle partijen zich in het raadsakkoord kunnen vinden. Vaak wil de gemeenteraad hiermee de bestuurbaarheid vergroten en een einde maken aan de verziekte verhoudingen en verharde raadsdiscussies.  In een enkel geval, zoals in Laarbeek, leidt dit zelfs tot een college waaraan alle partijen meedoen.

Maar het verloopt niet altijd volgens hetzelfde patroon. Soms stapt een oppositiepartij toch op. Of gaat de beoogde coalitie met het akkoord nog langs de burgers om te toetsen of alle belangrijke punten wel gedekt zijn. In Hilversum gebeurde iets wonderlijks. De formerende partijen besloten een stadsgesprek aan te gaan, maar stuurden daarvoor wel hun tweede garnituur. De partijleiding had het namelijk te druk met onderhandelen.

Ook het raadsakkoord is niet meer weg te denken

En dan heb je de gemeenten waar er meer coalitiepartijen dan wethoudersposten zijn. Katwijk bijvoorbeeld. Het CDA is daar al decennia de baas en gunt D66 en de PvdA wel een plaats in de coalitie. Moeten ze alleen wel hun wethouder delen. Of neem Echt-Susteren. Daar zitten we in de coalitie, maar leveren we geen wethouder. Tot slot zijn er gemeenten waar de coalitie op een stabiele meerderheid berust, maar de oppositiepartijen desalniettemin volmondig willen gaan gedogen.

Gematigd positief

Verwarring alom: als we één les uit deze verkiezingen en coalitieonderhandelingen kunnen trekken, is het dat bijna alles mogelijk is. Bijna alles, want de PVV staat nog steeds buitenspel, DENK komt er niet tussen en 50PLUS heeft ondanks haar schare van oud-bestuurders slechts 2 wethoudersposten weten binnen te slepen.

Maar terug naar ons: zoals het er nu naar uitziet, gaan we in 78 gemeenten toetreden tot de coalitie. Tel daar de gemeenten, waar in november 2017 herindelingsverkiezingen waren en waar we een wethouder leveren bij op, en je komt op 82. Omdat ook de 14 wethouders in de herindelingsgemeenten van november dit jaar nog in het college zitten, staat het totaal aan PvdA-gemeenten momenteel op 96. Met de wethouders van de PvdA-GroenLinks combinatiepartijen komen we rond de 100 uit. Een aantal waar we de komende periode op voort kunnen bouwen. 

 

Afbeelding: Olivier Middendorp | Hollandse Hoogte