Waar vult de Kamer haar dagen eigenlijk mee? En zijn er nog zaken die extra aandacht van lokale bestuurders verdienen? Eens in de maand licht senior-beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen twee interessante zaken uit de schijnbaar onuitputtelijke stroom van moties, amendementen en spoeddebatten. Ditmaal over huiselijk geweld en de viering van 5 mei.

Huiselijk geweld

Kirsten van den Hul en Sharon Dijksma maken zich zorgen over het tekort aan opvanglocaties voor slachtoffers van huiselijk geweld. De Gelderlander meldde namelijk dat slachtoffers van huiselijk geweld steeds vaker een beroep op familie en vrienden moeten doen.

Sinds 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de opvang. Toen is afgesproken dat het budget voor vrouwenopvang anders verdeeld moest worden, zodat er meer rekening kon worden gehouden met de vraag naar opvangvoorzieningen. In de praktijk hield deze ‘decentralisatieuitkering’ in dat de grote steden in de Randstad meer geld kregen, terwijl sommige centrumgemeenten budget moesten inleveren.

In Gelderland moeten slachtoffers van huiselijk geweld steeds vaker een beroep op familie en vrienden doen 

In de regio’s buiten de Randstad pakt dat niet altijd goed uit. In Gelderland zijn er bijvoorbeeld te weinig opvanghuizen en zitten de opvanghuizen overvol. Daarom trokken 22 centrumgemeenten aan de bel en stuurde ze minister De Jonge van Volksgezondheid een brandbrief. Hij liet in antwoord op vragen van de PvdA-fractie weten zich zorgen te  maken. Maar zei hij meteen: dit valt wel onder de verantwoordelijkheid van de centrumgemeenten. Zij hebben een potje waaruit ook de financiering van maatregelen tegen ouderenmishandeling, preventie van huiselijk geweld in het algemeen en andere kosten moet worden gehaald.

Gelukkig bleef het daar niet bij. In de maartcirculaire van het Gemeentefonds staat dat er extra geld naar de decentralisatieuitkering vrouwenopvang gaat: van € 11,9 miljoen in 2018 oplopend tot structureel € 38,6 miljoen in 2021. Daarnaast gaat de minister samen met de VNG en het ministerie van Sociale Zaken gemeenten en opvanglocaties helpen knelpunten weg te nemen.

5 mei vrij (en 1 mei niet per se)

Elk jaar is het een punt van discussie: wel of niet vrij met 5 mei. Hoewel Bevrijdingsdag dit jaar op een zaterdag viel, was het ook vorige week weer raak. Want is het eigenlijk niet heel gek dat de meeste Nederlanders op deze belangrijke feestdag maar eens in de vijf jaar vrij zijn?

Vorig jaar stelde Gijs van Dijk Kamervragen aan toenmalig minister Plasterk. Aanleiding was de oproep van Gerdi Verbeet. De voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei vindt dat 5 mei een vrije dag moet zijn. Van Dijk is het hier roerend mee eens. Juist in deze tijd met oorlog en terrorisme, is het belangrijk om aandacht te vragen voor onze vrijheid.

Voorlopig zal niet iedereen op 5 mei vrij zijn 

Ook vanwege de wet- en regelgeving is dit een logische gedachte. Van alle erkende feestdagen is Bevrijdingsdag de enige dag waarop niet alle Nederlanders standaard vrij zijn. Helaas gaat het kabinet daarin niet mee. Er is geen wet waarin staat dat officiële feestdagen ook voor iedereen vrije dagen zijn. Dat is namelijk vastgelegd in de cao’s en arbeidsvoorwaarden. Niet de overheid, maar de sociale partners moeten dus bepalen of je met 5 mei vrij krijgt. Het Rijk geeft overigens sinds de jaren ’80 het goede voorbeeld: alle Rijksambtenaren zijn op 5 mei gewoon vrij.

Begin mei is er ook die andere voor sociaal-democraten zo belangrijke dag: de Dag van de Arbeid. Een journalist vroeg laatst of de PvdA niet wil dat 1 mei een officiële feestdag wordt. Nou nee. Dat medewerkers van de PvdA wel, en die van de VVD geen vrije dag hebben, vinden we in dit geval geen probleem. Werknemers en werkgevers kunnen dat prima onderling afspreken. We vinden het belangrijk dat 5 mei een vrije dag voor iedereen wordt. Met Koningsdag op 27 april zouden drie officiële feestdagen ook wat teveel van het goede zijn.

 

Bijschrift afbeelding: Een opvanghuis voor vrouwelijke slachtoffers van huiselijk geweld in Groningen

Afbeelding: Kees van de Veen | Hollandse Hoogte

ton langenhuyzen

Contactgegevens:

T: 070-3182792
E: t.langenhuyzen@tweedekamer.nl