kalkklein.jpgDe formatietijd is saai. Dat zagen we al bij de ellelange totstandkoming van Rutte III en zien we nu weer op lokaal niveau. Als buitenstaander zit je in de wachtkamer, want ondanks alle goede bedoelingen en uitgesproken intenties over openheid vinden de meeste onderhandelingen weer plaats achter gesloten deur en met de handen voor de borst. 

Met deze verkiezingsuitslag is dat misschien wel logisch. Door de versplintering en het feit, dat de verschillen tussen grote en kleine fracties steeds kleiner worden, is het formeren dit keer lastiger dan ooit. Cijfermatig zijn er heel veel verschillende coalities mogelijk. Of dat inhoudelijk ook zo is, is altijd maar de vraag. En of de persoonlijke verhoudingen niet al te beschadigd zijn natuurlijk ook.

In Rotterdam is Joost Eerdmans bijvoorbeeld boos. Boos dat zijn partij nu buiten de boot dreigt te vallen door de samenwerking met het Forum voor Democratie. Verbaasd ook, dat het voortdurend schofferen van je tegenstander leidt tot de beschadiging van de persoonlijke verhoudingen en dat ideologische verschillen tussen links en redelijk rechts ineens overbrugbaar zijn om een meerderheidscoalitie te smeden.

Maar ook binnen onze eigen gelederen zie je nogal eens gedrag dat zich het beste laat omschrijven als zelfoverschatting. Uitspraken als ‘ze hebben ons nodig voor een stabiele coalitie’, ‘onze constructieve manier van oppositievoeren is niet ongemerkt gebleven’, ‘ze gunnen het ons’ en ‘als wethouder werd ik door de coalitiepartners heel erg gewaardeerd’ gaan vaak genoeg vooraf aan bittere teleurstelling. Uiteraard zit er een kern van waarheid in, maar in het politieke spel is het vooral betekenisloos.

De realiteit van de uitslag is dat er in bijna alle gemeenten heel goed coalities mogelijk zijn zonder ons. Stabiliteit is niet afhankelijk van onze steun. Ook andere partijen kunnen prima stabiliteit bieden. En het argument over de constructieve oppositie kan je ook omdraaien. Waarom zouden de andere partijen jou nog in de coalitie willen als je ook aan de zijlijn goed samenwerkt? In de politiek word je zelden iets gegund, en zeker geen macht.

En dan de wethouder die zo goed heeft samengewerkt in de coalitie. Ook in dat geval bieden (geweldige) resultaten uit het verleden geen garantie voor de toekomst. Men kan op je uitgekeken zijn of iets anders willen. En wat jij als succes ziet, kan door anderen als vervelende dominantie en bepalend voor een verkeerde sfeer in het college worden gezien. Weet jij nog op welke tenen je hebt gestaan om voorstellen er doorheen te krijgen?

Kortom, zekerheden bestaan niet bij onderhandelingen en al helemaal niet in sterk versplinterde raden. Besef dat en pas je onderhandelingsstrategie hierop aan. Mogelijk levert dat een wethouderspost op. Mogelijk, zeker is dat natuurlijk niet.

 

Afbeelding: Leander Varekamp | Hollandse Hoogte