De onderhandelingen zijn vaak al begonnen voordat de laatste stemmen geteld zijn. Je weet hoe de verhoudingen liggen, wie met wie wil en over welke standpunten hard onderhandeld moet worden. Maar nu de uitslag bekend is en precies weet hoe jouw fractie ervoor staat, begint het natuurlijk pas echt. Hoe maak je de onderhandelingen tot een succes? 14 tips.

1. Investeer in goede persoonlijke verhoudingen 

Bij het vormen van coalities spelen krachtsverhoudingen een belangrijke rol. Maar lokale politiek is bovenal mensenwerk. Als mensen niet goed met elkaar overweg kunnen, ligt het zoeken van samenwerking niet voor de hand. Stel je zelf daarom de vraag of de persoonlijke verhoudingen met de verschillende sleutelrolspelers van andere partijen op orde zijn. De wethouder van een  partij, waarmee je een nieuwe coalitie wil vormen, in de krant wegzetten als ‘leugenaar’ blijkt, als het op onderhandelen aankomt, doorgaans niet erg productief.  

2. Weet wat je wilt

Formuleer de inhoudelijke kern van je programma in enkele heldere punten. Belangrijk voordeel: je zorgt er op deze manier voor dat de partij binnen en buiten het stadhuis een heldere agenda en een helder profiel heeft. Zoek daarbij naar het evenwicht tussen het verwijt, dat de PvdA weer terug is in de tijd van de ononderhandelbare strijdpunten én het verwijt dat de PvdA alles slikt om maar mee te kunnen besturen.  Kijk daarbij in het bijzonder naar hoe de decentralisaties in het sociaal domein zijn verlopen.  Deze nieuwe taken raken het hart waar we als PvdA voor staan: een goede en eerlijke invulling van het sociaal domein. 

3. Weet wat andere partijen willen

Ken de kern van hun programma. Analyseer die zorgvuldig. Weet wat voor hen van belang is, weet hoe je daar tegen over staat en bedenk welke compromissen mogelijk zijn. Op deze manier heb je het inhoudelijke speelveld van de onderhandelingen al min of meer in kaart gebracht.

4. Gebruik kerndossiers

In onderhandelingen spelen vaak zeer uiteenlopende zaken een rol. Zorg daarom voor goede dossiers worden gemaakt, waarbij ook de financiële gevolgen zichtbaar zijn. Door eigen dossiers te hebben, ben je niet overgeleverd aan de ambtelijke organisatie, die - het is nooit helemaal uit te sluiten - soms een eigen agenda heeft.

Inventariseer daarbij ook lokale voetangels en klemmen. Onderhandelingen lopen zelden stuk op grote, ingewikkelde beleidsdossiers, hoe ingrijpend deze ook kunnen zijn, maar bijna altijd op herkenbare lokale onderwerpen. Een zwembad dat al dan niet dicht moet, wel of geen autoverbod in de binnenstad, et cetera. Wees hier op voorbereid en denk na over voor jullie acceptabele alternatieven.

5. Maak een reële inschatting van je eigen positie

Het politieke landschap is vaak versplinterd. Er doen steeds meer partijen in de raad mee, partijen zijn vaker lokaal en de verschillende fracties hebben relatief weinig leden. De verschillen tussen de partijen in zetelaantal zijn daardoor vaak gering. Dat maakt dat er meerdere varianten mogelijk zijn en dat er soms zelfs buiten de grootste fractie om geformeerd zal worden.

Daarbij is het belangrijk je af te vragen hoe inwisselbaar de PvdA-fractie is en hoe er over jouw fractie wordt gedacht. In het zoeken naar een juiste balans tussen ononderhandelbare punten en zwakke knieën spelen deze vragen een belangrijke rol. De mate waarin je scherp kunt onderhandelen wordt namelijk voor een groot deel bepaald door de kans op een alternatieve coalities en de vraag of andere partijen je er al dan niet graag bij willen hebben.

Ondanks het verlies van de PvdA bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen is het sentiment om het de volgende periode zonder de PvdA te doen in sommige gemeenten nog steeds overduidelijk aanwezig. Je hebt ook gemeenten waar de andere partijen per se de PvdA in het college willen zien terugkeren, ook al heb je 21 maart maar 1 zetel behaald. Bijvoorbeeld omdat de vakkennis en de bestuurskracht van de zittende wethouder enorm wordt gewaardeerd. 

Formeren om een meerderheidscollege samen te stellen is gebruikelijk, maar realiseer je dat alternatieven niet uitgesloten zijn. Ook  het gebruik dat de grootste partij de regie heeft en houdt in de formatie is allerminst zeker. Machtsgrepen van de andere fracties liggen in een versplinterd politiek landschap steeds meer voor de hand. En houd eveneens rekening met eventuele stembusakkoorden. Die spelen uiteraard ook een rol in het onderhandelingsproces.

6. Kies voor een zo open mogelijke procedure

Maandenlang hebben politici een appèl op burgers gedaan om zich actief met de verkiezingen te bemoeien, maar de dag na de verkiezingen gaan in veel gemeenten de deuren dicht.  Sorry, we hebben de komende weken even geen tijd voor u.’ Dat kan anders. Ook als je niet de grootste partij bent, kan je je sterk maken voor een zo open mogelijk proces. Dring aan op een openbare gemeenteraad waarin het begin met de onderhandelingen wordt gemaakt, stel voor om maatschappelijke organisaties uit te nodigen voor een gesprek en stel voor deze gelegenheid een gemeenschapsraad met vertegenwoordigers van wijken en maatschappelijke instellingen samen.

Denk eveneens na over de inbreng vanuit de ambtelijke organisatie. Zijn dit de directeuren of juist de inhoudelijk deskundigen? In deze procedure is het ook belangrijk om afspraken te maken met betrekking tot de rol van de griffier, de gemeentesecretaris en de burgemeester.

7. Omgang met de informateur

Sommige gemeenten werken met een informateur. Deze wordt meestal geleverd door de grootste partij en is vaak een ervaren bestuurder. Hij onderzoekt wie met wie wil en wat bespreekbaar is. Daarmee drukt hij een belangrijke stempel op het verdere formatieproces. Hij bepaalt immers wie aan de onderhandelingstafel mogen gaan zitten.  

8. Ga niet mee in het idee van het raadsakkoord

In de lokale politiek gaat het om het maken van politieke keuzes. Wanneer je meteen een raadsbreed akkoord sluit, maakt de raad zich in de komende periode monddood. Als fractie moet je het college verantwoordelijk houden voor gemaakte keuzes, zelf voorstellen indienen en je onderscheiden van andere fracties. Een raadsakkoord past daar niet bij. Ga daarom altijd voor een collegeakkoord.

9. Denk goed na over je onderhandelaar(s)

Het lijkt zo vanzelfsprekend dat de lijsttrekker onderhandelt. Maar is dat wel het geval? Want heeft hij tijdens de campagne niet juist het bloed onder de nagels van andere partijen vandaan gehaald? Ligt zijn kracht wel bij onderhandelen of kan hij niet beter worden ingezet als formateur en laat je het echte onderhandelen over aan de fractievoorzitter?

En wat als je lijsttrekker ook wethouderskandidaat is? Is het wel wenselijk dat hij onderhandelt over zijn eigen toekomstige baan en portefeuille?  En wie sluit zich bij het onderhandelingsteam aan? De financieel specialist of toch de afdelingsvoorzitter? Belangrijke vragen waarbij de stelregel wel is om de onderhandelingen altijd met zijn tweeën te doen.

En als je dan onderhandelaar bent, is het zaak je zo goed mogelijk voor te bereiden. Praat met je achterban, de nieuwe fractie, afdeling, de gemeentesecretaris, burgemeester en griffier. Vraag ook om een goede ondersteuning vanuit je fractie en afdeling.

10. Betrek de fractie bij de onderhandelingen

Na de verkiezingen wil de nieuwe fractie er vaak vol tegen aan. Dat is natuurlijk heel mooi, maar realiseer je wel dat nieuwe raadsleden minder dossierkennis hebben dan hun doorgewinterde fractiegenoten. Tijdens onderhandelingen gebeurt er in korte tijd zoveel dat het risico op twee verschillende snelheden levensgroot is. Op dat moment liggen frustratie en irritatie op de loer. Probeer dat dus te voorkomen, zodat je fris de komende raadsperiode ingaat. Daarbij is het essentieel om goede afspraken te maken over hoe je de fractie bij de onderhandelingen betrekt.

11. Voorkom tunnelvisie

Laat buitenstaanders meekijken. Vraag je te veel? Ben je juist te soepel? Wat is de beeldvorming? Gaat het tijdens de onderhandelingen alleen nog over cijfers en afkortingen of gaat het ook nog over mensen? Mensen die heel dicht op de onderhandelingen zitten, kunnen deze vragen vaak niet goed beantwoorden. Daarom is het goed om betrokken buitenstaanders te benaderen voor commentaar. Zorg ervoor dat dit mensen zijn die open en eerlijk tegen je kunnen en willen zijn.  Bij voorkeur zijn dit niet de oud-bestuurders van je gemeente.  Zij zijn vaak te veel bezig met oude beelden en vooroordelen.

12.  Zorg voor strakke communicatie na de onderhandelingen

Aan de onderhandelingstafel gaat het vaak goed. Maar na een intensieve sessie onderhandelen moeten de eigen fractie, de andere fracties en de pers worden geïnformeerd. Zeker de pers is meer geïnteresseerd in verschillen dan in overeenkomsten. Als je niet goed uitkijkt slaagt de pers er in verschillen uit te vergroten en blijft je achterban in verwarring achter. Maak goede afspraken over het communicatietraject. Wie informeert wie en wat wordt er gezegd. En vergeet daarin de social media niet.

13. Gun je nieuwe coalitiepartners ook wat

Weet dat de alle onderhandelende partijen ook met een goed verhaal naar buiten moeten kunnen komen. Jouw positieve onderhandelingsresultaat moet niet ten koste gaan van de ander. Wanneer dat gebeurt, heb je er vier jaar last van. Er is hierbij een dunne lijn tussen zelfverzekerd en arrogant. Elk woord wordt gewogen. Een bescheiden en ingehouden optreden ook levert doorgaans het meeste politieke rendement op. Gun de ander wat. Je hoeft niet het onderste uit de kan te halen.

14. Houd rekening met een rol in de oppositie

Er bestaat een reële kans dat dit ondanks alle inspanningen niet lukt.  Op dit moment neemt de PvdA in minder dan de helft van alle gemeenten deel aan het college van B&W. Sla op het moment dat de PvdA buiten de onderhandelingen valt, de deur niet zo hard dicht dat deze niet meer open kan. Wellicht verandert de situatie nog gedurende het proces, maar ook als dit niet zo is heb je als toekomstig oppositiepartij belang bij goede verhoudingen.  Anders sta je niet alleen tijdens het formeren van een nieuw college, maar misschien wel vier jaar buitenspel.

 

Dit door Alard Beck en Paul Depla geschreven artikel verscheen oorspronkelijk in 2010 in Lokaal Bestuur.  In 2014 werd het bewerkt door Gert Jan Leerink en dit jaar door Jacqueline Kalk. Zie de reader ‘Slim onderhandelen’ voor meer tips en achtergrondinformatie. Je vindt die door in te loggen op mijnCLB. 


Afbeelding: Jaco Klamer | Hollandse Hoogte