Het nieuwe kabinet wil straks één proef met gereguleerde wiet. Heel goed, zeggen lokale PvdA-bestuurders en de Kamerfractie, maar het was beter geweest verschillende experimenten toe te staan.

‘Het huidige wietbeleid is failliet,’ zegt Paul Depla onomwonden. Als burgemeester – eerst in Heerlen en nu Breda – ziet hij al jaren de gevolgen: coffeeshophouders die half illegaal opereren, aanhoudende criminaliteit, overlast voor omwonenden en zorgen over gezondheid. Hij is een warm pleitbezorger van gereguleerde teelt en verkoop van cannabis. Dat het regeerakkoord een proef over regulering aankondigt, juicht hij dan ook toe. Maar, zegt hij: ‘We weten natuurlijk niet hoe dit in de praktijk uitpakt. Daarom is het goed als er meerdere modellen worden getest. Juist dan kunnen we leren.’

In de Volkskrant sloegen Depla en andere bestuurders alarm. Slechts een proef toestaan, zoals het kabinet binnenkort zou willen besluiten, kan ervoor zorgen dat de zo gewenste regulering helemaal niet doorgaat. ‘We weten nog niet hoe de pilot eruitziet, maar als deze mislukt kan dat voor dit kabinet een reden zijn om dan maar te zeggen er helemaal mee te stoppen. Met slechts een soort proef zoek je het bovendien op voorhand in een richting en daarmee maak je het experiment vleugellam,’ zegt ook de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb in een toelichting. Deze maand voert hij overleg met de minister van BZK.

Depla: Het is niet bekend hoe dit in de praktijk uitpakt, juist daarom zijn meerdere experimenten noodzakelijk

Aboutaleb, Depla en enkele andere burgemeesters opperden al in 2013 dat gemeente wiet onder toezicht (laten) kweken en verkopen, maar een Kamermeerderheid wees een motie met die strekking toen nog af. De Rotterdamse burgemeester zou, nu we een aantal jaren verder zijn, in zijn stad graag willen kijken of je zonder coffeeshops kunt werken. ‘Denk aan een afhaalsysteem bij een automaat, of bezorgen via internet. Daarmee haal je de wiet helemaal uit de criminogene omgeving. Ik ben nu niet per se tegen coffeeshops, want we hadden niet beter. Maar ik zeg hen weleens: “Door de jaren heen is het nog nauwelijks zuivere koffie wat jullie doen.”’

Ook Depla ziet dat coffeeshops door ‘het hypocriete overheidsbeleid’ gedwongen worden om met een been in illegale wereld te staan. ‘Doordat de teelt verboden is, zijn coffeeshops met een gemeentelijke vergunning gedwongen om de cannabis op de illegale markt te kopen. Die illegale markt is grotendeels in handen van criminele organisaties. De overheid heeft dus boter op het hoofd als men zegt dat coffeeshops vaak banden hebben met criminele organisaties.’

Aboutaleb: ‘Door de jaren heen is het nauwelijks zuivere koffie gebleken bij de coffeeshops’

Regulering van de teelt moet dit stoppen, zegt Depla. De coffeeshops zijn dan niet langer afhankelijk van de illegale markt die door criminelen wordt gedomineerd. ‘Als coffeeshops geen afstand willen nemen van die illegale markt, raken ze wat mij betreft direct hun vergunning kwijt. Ze mogen alleen spullen verkopen die van gecertificeerde legale telers komen. De gemeente regelt criteria waaraan coffeeshops moe ten voldoen.’

Reguleren is noodzakelijk voor het uitbannen van criminaliteit, maar dat zal niet voldoende zijn, voegt Depla eraan toe. ‘De Illegale markt zal alleen al voor de export blijven bestaan. Iedereen die denkt dat met regulering de criminele hennep-industrie verdwijnt is naïef. Het is wat mij betreft ook niet reguleren of repressie. Maar het is reguleren en repressie.’

Hoe high kan je worden? 

Met reguleren heb je nog een voordeel, zegt Depla, je kunt beter toezicht houden op de gezondheid van gebruikers: ‘Gezondheid is een belangrijk aspect. Dan gaat het bijvoorbeeld over de voorwaarden waaronder de cannabis wordt geteeld. Want dat onttrekt zich nu volledig aan het zicht van iedereen. Waar we alle telers in de landbouw flink controleren (ook op gebied van gebruik van pesticiden) is dat bij de huidige teelt van cannabis volstrekt niet aan de orde. En dat terwijl de spullen die ongecontroleerd geteeld worden, wel met een vergunning vanuit de overheid worden verkocht en geconsumeerd. Dat is een onacceptabele en onverantwoorde situatie.’

Bij gezondheid kijken beleidsmakers onder meer naar het THC-gehalte in de wiet. THC ofwel Tetrahydrocannabinol is een van de belangrijkste werkzame stoffen in cannabis. De hoogte hiervan varieerde in het verleden nogal eens. Het gemiddelde gehalte aan THC steeg tot 2013 tot 20%, om daarna naar 16 te zakken. En daar staat het nu volgens het Trimbos Instituut al jaren op.

Kuiken: 'Sterke wiet verkoopt niet beter dan de lichtere variant'

Met gelegaliseerde wietteelt heb je straks controle over de sterkte van de cannabis, zegt Attje Kuiken, namens de PvdA in Tweede Kamer woordvoerder Justitie.  ‘Sterke wiet verkoopt overigens niet beter dan de lichtere variant. Ik vergelijk het met een uitgaanspubliek. Dat drinkt doorgaans geen whisky of wodka, maar meer bier, wijn en mixdrankjes. Dat neemt niet weg dat er gezondheidsrisico’s zijn en dat de kwaliteit van de wiet ook gecontroleerd moet kunnen worden op onder meer pesticiden. We willen dat de klant op het etiket kan lezen wat hij koopt.’ Op deze bijsluiter staat naast het THC-gehalte bijvoorbeeld ook het gehalte aan cannabidiol, nog een van die andere werkzame stoffen.

Depla gebruikt dezelfde metafoor: ‘Waar het gaat over THC-gehalte, is het de vraag waar de consument uiteindelijk voor zal gaan. Gaat de consument ook voor steeds hoger alcohol-percentage? Of kiest de consument voor de zekerheid van producten die goed zijn geteeld en waar geen criminelen aan de pas komen? Ik denk dat laatste. Net zoals veel consumenten de illegale stokerijen hebben verlaten toen er door de overheid gecontroleerde alcohol op de markt kwam.’

Straatsma: Klanten zitten niet te wachten op slappe staatswiet

Het Arnhems PvdA-raadslid Marte Straatsma waarschuwt intussen dat klanten niet zitten te wachten op ‘slappe staatswiet’. Haar fractie en een meerderheid van de Arnhemse gemeenteraad willen het experiment graag naar de Gelderse hoofdstad halen. Ze reageerden daarmee op een eerder pleidooi van stadsbewoners om ‘cannabis valley’ mogelijk te maken: gereguleerde teelt liefst in en rond Arnhem.

Straatsma: ‘Zo heb je toezicht op de gezondheid, korte logistieke lijnen en het is ook nog eens goed voor de lokale werkgelegenheid. We willen coffeeshophouders nadrukkelijk hierbij betrekken. Zij weten wat klanten aan producten willen en hoe sterk de wiet mag zijn, anders trekken die weer naar de straat.’ Op aandringen van de raad heeft burgemeester Ahmed Marcouch zijn gemeente inmiddels bij het ministerie van BZK aangemeld voor het experiment.

Wie bepaalt de prijs?

Een beetje concurrentie mag straks, zegt Straatsma op de vraag wie in Arnhem dan de wiet mag gaan telen. Dat is volgens haar ook goed voor de juiste prijs. Want wie bepaalt die? Is dat de overheid, of toch de markt? En als het reguliere aanbod te duur wordt, gaat de consument dan niet illegaal shoppen? Het klopt dat er een evenwicht moet worden gevonden in de prijs, zegt burgmeester Depla. ‘Te dure wiet schrikt mensen af en stimuleert mogelijk de straathandel. Een te lage prijs stimuleert wellicht de consumptie. Het gaat om een goed evenwicht, een gemiddelde onder coffeeshops.’ Zo’n prijs kan volgens hem makkelijk worden gerealiseerd omdat de voorwaarden waaronder de gereguleerde wietteelt plaatsvindt bedrijfseconomisch makkelijker zijn dan in het illegale circuit waarin opbrengsten onzeker zijn door ruimingen en ripdeals. Bovendien vragen criminelen veel meer marge dan in de legale situatie, zegt Depla. 

Kuiken wacht de eerst de experimenten af voor ze iets wil zeggen over de prijs. ‘Ik sta daar open in.’ Hoe dan ook is de richting volgens haar helder: ‘Dit lokale experiment is pas een goede eerste stap. Uiteindelijk willen we dat gereguleerde wietteelt in heel Nederland legaal wordt.’

 

Afbeelding: Ton Toemen | Hollandse Hoogte