kalkklein.jpgMedelijden met het nieuwe kabinet. Een gevoel dat geheel tegen mijn instinct ingaat. En toch betrapte ik me er de afgelopen week op. De ministers zitten nog geen maand op hun post of de achterban begint al te morrelen. Bij D66 zijn ze bijvoorbeeld helemaal niet gelukkig met het afschaffen van het raadgevend referendum. Op het partijcongres van vorige week zaterdag in Leeuwarden gaven de leden Pechtold daarom een opdracht mee: red het raadgevend referendum en voer – als het raadgevend referendum onverhoeds sneuvelt – de correctieve variant in.

Het lijkt een onmogelijke opdracht. Niet alleen moet hij straks weer met Sybrand om tafel, ook het correctieve referendum heeft wel eens betere tijden gekend. Toevallig stemde de Tweede Kamer deze week voor de tweede keer over deze grondwetswijziging. De verhoudingen liggen daarbij wel anders dan vier jaar geleden. De oorspronkelijke initiatiefnemers – naast D66, GroenLinks en PvdA – vinden het wetsvoorstel niet meer goed genoeg en stemden tegen. Dat was al even bekend, maar dat maakt het natuurlijk niet minder pijnlijk: nog geen week na het verzoek van de leden om een nieuw voorstel te maken, stemt D66 tegen een soortgelijk voorstel en is het correctief referendum verder weg dan ooit.  Daar gaan we nog wel meer van horen.

De leden van de andere coalitiepartijen roeren zich eveneens. Zo willen ze bij de CU het kinderpardon en de rechtsbijstand voor asielzoekers verruimen. Bovendien zijn deze leden tegen migratiedeals met omstreden leiders van Afrikaanse landen. Ze gaan dit op hun volgende congres ter sprake brengen. Dit tegen het zere been van het partijbestuur. Hoewel de CU zich de afgelopen jaren sterk heeft gemaakt voor het kinderpardon, komt zo’n discussie nu even niet goed uit. Want ja, het regeerakkoord is zwaar bevochten en de meerderheid van de coalitie berust op een minieme meerderheid.

Daarbij heb je nog oppositiepartijen die zich niets lijken aan te trekken van de parlementaire regels. Hoewel de filibuster van te voren al kansloos was en de wet-Hillen er over dertig jaar toch echt aangaat, kregen de mannen van 50PLUS en de PVV precies waar ze op uit waren: aandacht. En die arme staatssecretaris Menno Snel (D66) maar luisteren. Midden in de nacht 6,5 uur lang geleuter over hypotheken. Je geeft het hem te doen.

Ik ben bang dat er voor het kabinet geen ontkomen aan is. Reken maar dat dit slechts het begin van de hoofdpijn is. Het is niet de vraag of, maar wanneer de eerste dissidenten zich zullen melden. Natuurlijk bleven Pechtold, Buma en Segers om hun fracties smoel te geven (en de rijen gesloten te houden), maar de enige, die tot nu toe echt plezier aan de debatten beleeft, is Dijkhoff.

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de samenstelling van de bewindsploeg. Daar zitten nogal wat kleurrijke types tussen. Zo is daar de minister van Medische Zorg en Sport Bruno Bruins (VVD). Bruins bleek bij het debat over het in het regeerakkoord aangekondigde Sportakkoord uitstekend in staat verwarring te zaaien. Niet over zijn voorkeur voor het mannenvoetbal. Dat vrouwen inmiddels ook aardig een balletje kunnen trappen, interesseerde hem niet echt. Maar over dat Sportakkoord had hij verder weinig te melden. Wat er in moet komen: ‘Geen idee, het is allemaal erg ingewikkeld.’ En of er een taskforce nodig is: misschien wel, misschien niet.  

Gevoelens van leedvermaak heb ik natuurlijk ook. Want het wordt prijsschieten voor de oppositie de komende tijd. Helaas niet om inhoudelijk veel resultaat te boeken, maar wel om te laten zien waar dit kabinet echt voor staat: de rijken die alles al hebben en grote bedrijven die omwille van ‘het vestigingsklimaat’ geen belasting hoeven te betalen. Met Asscher als spits die zo nu en dan met ijzersterk links samenspel een doelpunt (lerarensalarissen en wijkverpleging) meepikt; een verdediging van coalitiepartijen die wanhopig de boel potdicht probeert te houden; en een dissident Kamerlid dat desondanks af en toe in eigen goal kopt, delen we de komende tijd de klappen uit. Dat is ook wel eens leuk, na al dat incasseren.

Afbeelding: Roel Rozenburg | Hollandse Hoogte