Huurders grote steden in de kou

Centrum voor Lokaal Bestuur
Centrum voor Lokaal Bestuur • 12 November 2017

De woningmarkt in de grote steden staat onder grote druk. Huurwoningen zijn schaars en duur en steeds meer gezinnen verlaten de stad voor een huis met tuin in een naburige gemeente. Het regeerakkoord van Rutte III biedt onvoldoende aanknopingspunten om dit tij te keren. Lokale bestuurders en de oppositie moeten alle zeilen bijzetten om te voorkomen dat mensen met de laagste inkomens de dupe worden.

‘Er zijn meer woningen nodig van goede kwaliteit, passend bij de financiële mogelijkheden en hedendaagse wensen van mensen. We geven prioriteit aan middenhuurwoningen in de vrije sector. Woningmarktbeleid vergt samenwerking met medeoverheden, corporaties en private partijen. Voor de komende periode is het doel om meer nieuwe koop- en huurwoningen te bouwen, voldoende koop- en huuraanbod voor specifieke groepen te realiseren en flinke stappen te zetten voor de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad’, aldus Rutte III in het regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst.

Van der Zweth: 'Het is een vaag verhaal.'

Kersvers lijsttrekker in Utrecht, Rick van der Zweth, heeft er weinig vertrouwen in dat dit regeerakkoord de druk op de woningmarkt in de steden vermindert. ‘Het is een vaag verhaal. Soms lees je wel wat goedbedoelde woorden en een flard ambitie, maar veel vaker is het akkoord niet concreet. Voor de PvdA Utrecht is het belangrijkste vraagstuk hoe je omgaat met de groei van de stad. Hoe zorg je voor voldoende plek om te bouwen en hoe zorg je dat er betaalbaar kan worden gebouwd? Die vragen worden niet beantwoord. Over betaalbaar bouwen staat dat de regelgeving moet verdwijnen en dat je de sociale huur kunt verkopen. Dat is een kant die wij niet op willen.’

Roeland van der Schaaf, wethouder in Groningen, is dat met hem eens. ‘Er staat weinig nieuws in het regeerakkoord. In woorden wordt de urgentie benoemd, maar er zijn onvoldoende aanknopingspunten om mee aan de slag te gaan.’ Ook Tweede Kamerlid Henk Nijboer vindt het regeerakkoord onvoldoende op dit punt. ‘Het lijkt wel of het hoofdstuk over huren ontbreekt en dat is onbegrijpelijk. Iedereen wil wonen in een fijn en betaalbaar huis. Er is veel te doen als het gaat om verduurzamen, sociale huur en middenhuur. Daar had ik meer ambitie verwacht.’

Middenhuur

De vraag naar huurwoningen in het middensegment is in de steden enorm. Elke stad zoekt oplossingen, maar die zitten niet in het regeerakkoord. ‘We kijken in Utrecht hoe je als overheid hierop kunt sturen, bijvoorbeeld door met projectontwikkelaars af te spreken dat de huur wordt vastgezet en er geen huurstijging komt. Het college heeft dat na vier jaar eindelijk opgepakt. We hopen dat we ze ook zo ver kunnen krijgen dat er afspraken komen over een vast percentage middenhuur bij nieuwe ontwikkelingen’, legt Van der Zweth uit. ‘Het regeerakkoord helpt hier niet bij. Er wordt veel naar gemeenten geschoven, maar er zijn weinig concrete maatregelen. We hadden op dit punt graag concrete sturingsmechanismen gekregen, zodat je als gemeente afspraken kunt afdwingen. We zijn nu allemaal in onze eigen stad het wiel aan het uitvinden.’

Van der Schaaf: 'Het wordt aan de markt overgelaten, terwijl we de afgelopen jaren hebben gezien dat dat niet werkt.'

Ook in Groningen worden concrete maatregelen en middelen gemist. Van der Schaaf: ‘Er staat in het regeerakkoord dat gemeenten door de Omgevingswet meer mogelijkheden krijgen om te sturen op woningbouwproductie, maar dat helpt niet. De Omgevingswet biedt meer ruimtelijke mogelijkheden, maar het probleem is dat we geen middelen krijgen om te investeren in de stad. Zeker bij middenhuur en sociale huur kost dat gewoon geld; die woningen moeten ergens komen en je moet als overheid zorgen voor de infrastructuur; investeren in fietspaden en lantaarnpalen. Daar komen geen middelen voor van het kabinet. De rol die gemeenten kunnen spelen, wordt niet gezien. Dat is een gemiste kans. Nu wordt het aan de markt overgelaten en we hebben de afgelopen jaren gezien dat dat niet werkt.’

Sociale huur

Ook sociale huur komt er bekaaid van af in het regeerakkoord. ‘De sociale huurwoningen mogen worden verkocht om er middenhuur van te maken. Ik vind het een armoedige manier van volkshuisvesting; woningen onttrekken aan de onderklasse en mensen met minder inkomen zo een beperkte keuze geven om te wonen’, stelt Van der Schaaf. ‘Als je maar iets onder modaal verdient, is een huurwoning in de stad nauwelijks te betalen. Die mensen hebben ook recht op een goede plek. Het kabinet lijkt dat niet relevant te vinden. Dan loop je het risico dat straks de buitenwijken zijn voor mensen met minder geld en de binnensteden voor de rijken. Wij staan voor de ongedeelde stad. We  waren er altijd trots op dat Amsterdam op dit punt anders was dan Londen en Parijs. Dat is grotendeels te danken aan de sociaaldemocratische traditie in Amsterdam, maar je ziet nu hoe snel je dat kwijt raakt.’

Eleveld: 'Lokale politici moeten inzetten op het reguleren van de markt.'

Marije Eleveld, directeur van woningcorporatie Bo-Ex in Utrecht, ziet de vraag naar sociale huurwoningen toenemen. Door de hoge grondprijzen in Utrecht lukt het de corporatie niet om locaties te verwerven voor sociale woningbouw. ‘De gemeente Utrecht heeft het actieve grondbeleid losgelaten. Als er al grond van de gemeente wordt verkocht, wordt een tender uitgeschreven waar wel veertig inschrijvingen op komen. Daar komen wij niet tussen. Projectontwikkelaars bouwen kleine woningen die worden verhuurd net onder de grens van 710 euro, dan heet het sociale huur. Maar het zijn woningen die in onze ogen niet voldoen. En commerciële partijen hebben een andere positie dan woningcorporaties; ze hoeven bijvoorbeeld niet te werken met passend toewijzen. Na 10 jaar wordt de huur fors opgetrokken of wordt het pand verkocht. De corporaties in Utrecht hebben nu best mogelijkheden om te investeren, en we nemen een beetje minder rendement ook wel voor lief. Maar dan nog is het niet haalbaar voor ons omdat wij met andere eisen te maken hebben commerciële partijen. Zij gaan er met de sociale huur vandoor en dat is heel frustrerend.’

Eleveld ziet wel mogelijkheden om lokaal bij te sturen. ‘Lokale politici kunnen meer inzetten op het reguleren van de woningmarkt; dus in het bestemmingsplan opnemen hoeveel procent sociale huur er moet komen. En zorg dan voor een gelijk speelveld voor de corporaties en de markt. Al blijft het een kortetermijnoplossing om het aan de markt over te laten. De corporaties zijn er om de mensen te huisvesten die het zelf niet redden op de woningmarkt. Wil je gemengde wijken houden, laat dan ook in nieuwe ontwikkelingen de corporaties meedoen.’

Nijboer: 'Dit kabinet wil alleen praten, maar er moet gebouwd worden.'

Voor Tweede Kamerlid Henk Nijboer ligt er een stevige opgave om vanuit de oppositie het kabinetsbeleid een duw de goede kant op te geven. ‘Dit kabinet wil alleen maar praten, maar er moet gebouwd worden. Daar gaan we vanuit de oppositie voorstellen voor doen. Er is geld en grond nodig om te bouwen. In ons tegenvoorstel met GroenLinks en de SP maken we geld vrij voor het bouwen van woningen. Er zijn gewoon veel meer woningen nodig; voor sociale huur en middenhuur. Zo simpel is het. Als er onvoldoende woningen zijn, zijn de mensen met het minste geld de dupe. Dan krijg je een land waarvan sommige delen alleen toegankelijk zijn voor de rijken. Het is onbegrijpelijk dat het kabinet hier niet veel meer op inzet. Daar wil ik wat aan doen.’

 

Afbeelding: Nationale Beeldbank