Waar vult de Kamer haar dagen eigenlijk mee? En zijn er nog zaken die extra aandacht van lokale bestuurders verdienen? Eens in de maand licht senior-beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen twee interessante zaken uit de schijnbaar onuitputtelijke stroom van moties, amendementen en spoeddebatten. Ditmaal zijn dat achterstanden in het onderwijs en de sluiting van drugspanden.

Achterstanden in het onderwijs

Dat sommige kinderen van huis uit minder meekrijgen dan anderen, is geen geheim. Als je ouders de taal niet machtig zijn of geen opleiding hebben genoten, kan je met een achterstand aan de basisschool beginnen. Om die achterstand zo snel mogelijk in te halen bestaat er het onderwijsachterstandenbeleid. Gemeenten en schoolbesturen kunnen daarmee voor- en vroegschoolse educatie (VVE), weekendscholen en andere activiteiten organiseren.

De financiering verloopt via het Rijk. En precies daar wringt de schoen. Staatssecretaris Sander Dekker (OCW) wil namelijk een nieuwe verdeelsleutel. Afgelopen zomer ontving de Kamer hierover een update. Als het aan de VVD-staatssecretaris ligt, ontvangen de grote tot middelgrote gemeenten in 2018 circa 11% en de kleine gemeenten 7% minder. Een korting van in totaal € 65 miljoen.

Staatssecretaris Dekker wil flink bezuinigen op het onderwijsachterstandenbeleid

De VNG en de PO-Raad verzetten zich tegen deze bezuinigingen. Daarbij krijgen ze steun van Kamerlid Kirsten van den Hul. Gemeenten en scholen kunnen het beste de onderwijsachterstanden wegwerken en tegengaan. Wanneer de bezuinigingen worden doorgevoerd, wordt dat lastig. Daarmee raken ook de gelijke kansen in het onderwijs verder uit zicht. Voor de PvdA is dat uiteraard onverteerbaar.

Vanwege de bezwaren, het gebrek aan draagvlak en het feit dat een demissionair kabinet geen drastische stappen wordt geacht te nemen, drong Van den Hul aan op het opschorten van deze bezuinigingen. Samen met SP en GroenLinks diende zij daarom een motie in. Helaas stuitte die motie op het blok van de nieuwe rechtse coalitie. Ook de nog rechtsere PVV en het FvD vinden onderwijsachterstanden blijkbaar niet zo belangrijk en sloten zich bij de nieuw te vormen regering aan.

Wet Damocles aan een zijden draadje

Wanneer er aanwijzingen zijn dat er in een bepaald pand drugs wordt verhandeld, kan een burgemeester volgens een bepaling in de Opiumwet een pand sluiten. De burgemeester van Valkenswaard besloot in 2015 deze bepaling – ook wel bekend als de Wet Damocles – te gebruiken, toen er in een pand een relatief grote hoeveelheid wiet en XTC werd gevonden. De bewoonster was het daar niet mee eens en stapte naar de bestuursrechter.

En daar kreeg ze gelijk. Hoewel de aangetroffen middelen niet alleen voor privégebruik bestemd konden zijn, oordeelde de Raad van State dat de gemeente niet overtuigend kon aantonen dat de drugs voor de handel was bedoeld. De bewoonster beweerde dat de drugs door haar ex-partner was achtergelaten en de gemeente kwam niet met feiten waaruit het tegendeel bleek. Daarom was de sluiting onrechtmatig.

Burgemeesters blijven bevoegd om drugspanden te sluiten

Een uitspraak met potentieel verstrekkende gevolgen. Betekent dit dat de Wet Damocles op losse schroeven staat? Kamerlid Attje Kuiken was er niet gerust op en vroeg het Stef Blok, minister van Veiligheid & Justitie. Volgens de minister is dat niet het geval. Bij grote hoeveelheden drugs is het aannemelijk dat de drugs niet voor eigen gebruik zijn en dus voor de handel. Dat principe blijft ondanks het terugfluiten van de gemeente Valkenswaard overeind. De uitspraak van de Raad van State is dan ook in lijn met de jurisprudentie, aldus Blok.

Afbeelding: Nationale Beeldbank

ton langenhuyzen

Contactgegevens:

T: 070-3182792
E: t.langenhuyzen@tweedekamer.nl