Wat is de beste manier om mensen met een uitkering aan het werk te helpen? Rotterdam kiest met het re-integratietraject WerkLoont voor de stok in plaats van de wortel. Hoewel de resultaten in cijfers positief zijn, stromen de klachten bij de gemeentelijke ombudsman binnen. ‘De hele bejegening is ongelooflijk negatief. Mensen voelen zich behandeld als hufter, loser en fraudeur,’ concludeert de Rotterdamse ombudsman Anne Mieke Zwaneveld.

Uitkeringsgerechtigden in Rotterdam volgen een intensief programma van vijftien weken, dat wekelijks bestaat uit acht uur groepstrainingen, vier uur huiswerk en minimaal acht uur betaald werk per week. Wanneer mensen zelf geen invulling vinden voor deze acht uur, worden ze ingezet op een klus vanuit de gemeente, zoals papier prikken en straat vegen.

Het beleid is oorspronkelijk afkomstig van Marco Florijn, destijds wethouder namens de PvdA in Rotterdam. ‘Dat maakt het voor ons ingewikkeld om er tegenin te gaan,’ vertelt Rotterdams PvdA-raadslid Carlos Gonçalves. ‘De andere partijen laten natuurlijk niet na om dit er bij ons in te wrijven. Ik was in de vorige periode geen raadslid, dus was niet betrokken bij de besluitvorming hierover. Ik heb er wel over gesproken met Florijn en mijn collega’s uit de vorige fractie. Mijn conclusie is dat dit beleid is ingezet om de structurele kosten terug te brengen op het gebied van werk en inkomen. Rotterdam heeft een hoge werkloosheid, dus je kunt flink besparen als je mensen aan het werk krijgt. Ik denk dat hierbij de consequenties voor mensen onvoldoende in beeld zijn gebracht. Bovendien heeft Florijn het beleid met een andere intentie opgesteld. De maatregelen waren altijd gericht op mensen aan het werk krijgen, maar wel vanuit de gedachte om ze daarbij te helpen. Leefbaar Rotterdam heeft het nu overgenomen met een heel andere houding. Zij gaan er op voorhand vanuit dat mensen de boel bedonderen. Dezelfde maatregel wordt nu met een andere visie uitgevoerd. De bejegening van mensen is verschrikkelijk.’

Georganiseerd wantrouwen

Over die bejegening kwamen veel klachten binnen bij de gemeentelijke ombudsman van Rotterdam. In het rapport Het pad naar werk… niet geplaveid, wel schoon geveegd! staat het resultaat te lezen van het onderzoek van de ombudsman naar WerkLoont: ‘De ombudsman vindt niet dat de gemeente voor Sinterklaas hoeft te spelen, maar het andere uiterste is dat mensen die bijstand aanvragen zich door de gemeente behandeld voelen als hufters, losers of fraudeurs.’

Het rapport dateert van mei 2015, maar is nog altijd actueel. ‘Het aantal klachten is niet afgenomen’, vertelt gemeentelijke ombudsman Anne Mieke Zwaneveld. ‘Er zitten mensen bij met veel werkervaring; ondernemers die een mooi eigen bedrijf hadden, werknemers met een goede baan. Dat ze hun werk kwijt zijn geraakt of dat hun bedrijf is gestopt, was al heel pijnlijk. Die moeten naar voor hen volstrekt nutteloze bijeenkomsten over hoe je een cv opstelt of een sollicitatiegesprek voert. Dat is een extra klap in hun gezicht. Ze hebben al een rouwproces achter de rug en worden dan zo benaderd. Dat vind ik heel pijnlijk.’

De Rotterdamse bejegening is negatief: bijstandsgerechtigden zijn per definitie verdacht 

In het rapport deed de ombudsman een aantal aanbevelingen. Enkele zijn overgenomen, maar een groot deel niet. ‘Wat er met mijn aanbevelingen gebeurt, is uiteindelijk een politieke kwestie, daar ga ik niet meer over. Maar ik heb wel eens gedacht “je zou het zelf eens moeten ondergaan”. De bejegening van mensen is zo negatief. Ik weet ook wel dat er mensen zijn die misbruik maken van regelingen. Maar hier lijkt het wel of iedereen misbruik maakt en de gemeente erop uit is om de mensen daarop te betrappen. Ga nou eens uit van het goede in mensen.’

Effectief, maar geen aandacht voor scholing

Jaap de Koning is wetenschappelijk directeur van SEOR en hoogleraar arbeidsmarktbeleid aan de Erasmus Universiteit. Hij doet onderzoek naar de resultaten van het re-integratiebeleid in Rotterdam. ‘We hebben gedurende een aantal jaren twee groepen gevolgd; één groep volgde het traject WerkLoont en een controlegroep kreeg wel toegang tot informatie over vacatures, maar volgde geen WerkLoont-programma. We volgen over de jaren hoe het die mensen op de arbeidsmarkt vergaat. Dan blijkt dat de groep die WerkLoont volgde, minder vaak en minder lang in de uitkering komt en meer deelneemt aan het arbeidsproces. Daarmee is het dus effectief.’

Dat wil niet zeggen dat het daarmee uitontwikkeld is. De Koning onderzoekt de werkzame onderdelen in het programma. ‘Je kunt kijken hoe je het omstreden onderdeel van de acht uur werken het beste kunt invullen. Nu is het een prikkel om uit de uitkering te gaan, maar je kunt het ook zo opzetten dat je er iets van opsteekt. Dan kom je alleen wel sneller in de richting van verdringing van regulier werk. Het is moeilijk een balans te vinden tussen die belangen.’

Scholing gebeurt nu te weinig

Scholing zou volgens De Koning een prominentere rol moeten krijgen in de bestrijding van werkloosheid. ‘Je moet werken aan een betere match tussen de vraag van de arbeidsmarkt en het aanbod van werkzoekenden. De samenleving stelt steeds meer eisen, maar dat zie je niet terug in re-integratiebeleid. Trainingen gaan over vaardigheden rond solliciteren, maar we leven in een kenniseconomie. Het is vreemd dat je de werkzoekenden daar niet meer in biedt. Uiteindelijk is het volgens mij het best om te werken met een combinatie van instrumenten; loonkostensubsidie om werkervaring op te doen, kennis vergroten bij werkzoekenden en maatwerk leveren door goed te kijken wat past bij elke persoon.’

De Rotterdamse PvdA blijft zich ondertussen inzetten voor een beter beleid, al lijkt het soms onbegonnen werk. ‘We hebben al twee keer een voorstel gedaan voor een andere aanpak, met instroombanen, maar de wethouder wil er niets van weten. Hij gelooft in de aanpak van Leefbaar Rotterdam: streng zijn, mensen “motiveren” door straffen. Ze vinden een uitkering een gunst, in plaats van een recht. Het PvdA-ombudsteam helpt mensen met vragen of klachten, en we gaan zelf de boer op om te kijken wat we kunnen betekenen. Soms helpt het, soms niet, maar we blijven het aankaarten.’

Papier prikken motiveert niet

Twintig kilometer naar het noorden kiest wethouder Marleen Damen wel voor een humane aanpak. ‘Het is belangrijk dat mensen actief zijn. Maar dat kan het beste als ze iets doen, dat bij ze past, ze stimuleert en motiveert. We hebben hier 3.300 mensen in de bijstand. Van de mensen die een uitkering aanvragen en doorstromen naar het re-integratieprogramma, stroomt 50% uit naar werk. Daar wil ik meer van maken, want de helft lukt dat dus niet. Maar ik denk niet dat papier prikken helpt om mensen aan het werk te krijgen. Misschien zijn mensen het na een tijd wel zat, maar er is meer nodig. Werkgevers willen gemotiveerde werknemers, alleen zo realiseer je een duurzame uitstroom naar werk.’

In Leiden kiezen ze voor maatwerk

In Leiden werd opnieuw gesproken met een groep mensen die al lange tijd in de bijstand zitten. ‘Vorig jaar hebben we op die manier honderden mensen doorgeleid naar het re-integratieprogramma. Van die groep is een derde uitgestroomd. Door dit project brengen we in beeld wie ze zijn en wat ze kunnen. Ik geloof in de aanpak van goede aandacht. Als ze niet willen zijn we streng. Maar als ze wel willen, maar niet kunnen, moet je andere dingen doen.’

 

Bijschrift afbeelding: De tegenprestatie in de Rotterdamse praktijk 

Afbeelding: Arie Kievit | Hollandse Hoogte