Zo’n vijftig jaar geleden opende het eerste moderne bejaardentehuis van Nederland. Een fijn onderkomen waar je na je werkzame leven kon genieten van je oude dag. Een groot contrast met de huidige tijd, waarin ouderen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Dat stelt andere eisen aan de woningvoorraad en het voorzieningenniveau. Gemeenten worstelen met het hoge tempo van de ontwikkelingen.

‘Het is mooi dat je oude bomen niet hoeft te verplanten, maar het moet wel kunnen allemaal. De huisvesting voor ouderen moet op orde zijn en dat is nu nog niet zo’, vindt Fred Plantinga, voorzitter van het Ouderennetwerk van de PvdA. ‘De snelheid waarmee alles wordt ingevoerd ligt te hoog. Je moet tegenwoordig bijna dood zijn voor je in een verzorgingshuis mag, maar ondertussen is het alternatief nog niet op orde. Ook ontstaat een tweedeling: goede particuliere verzorging voor wie het kan betalen en de overheidszorg voor de groep met minder geld.’ Volgens Plantinga was de oude situatie zo gek nog niet. ‘Ik herinner me dat mijn eigen opa en oma naar volle tevredenheid in een bejaardentehuis woonden. We doen er nu lacherig over, maar de mensen hadden het daar goed.’

Plantinga: 'Er dreigt een tweedeling.'

Ook wethouder Hans Adriani van Nieuwegein vindt de ontwikkelingen te hard gaan. ’Ik steun de beweging die is ingezet, maar dit kabinet heeft niet genoeg tijd genomen. We doen ons best natuurlijk. Er is onvoldoende over nagedacht dat een verzorgingshuis voor veel mensen een rustgevend perspectief is. Ik merk hier in Nieuwegein dat mensen die tussen de zeventig en tachtig jaar oud zijn niet goed weten wat ze moeten. Wij zetten als gemeente alle zeilen bij om alternatieven te bieden. Ik ben trots dat ons dat lukt.’

Collega-wethouder Gerrit Overmans ziet in Uden eenzelfde beeld. ‘De bezuinigingen zijn doorgevoerd, maar de structuur in de samenleving is nog niet opgetuigd. De kwetsbare mensen zijn er nog steeds, dus daar moet goede ondersteuning voor zijn. We hadden een tussenstap moeten maken om de overgang te vergemakkelijken, vooral voor de 75-plussers van dit moment. Als gemeente Uden hebben we hier rekening mee gehouden door bijvoorbeeld niet rücksichtslos te korten op het budget voor de huishoudelijke hulp,’ zegt Overmans. ‘We hebben ingezet op goede keukentafelgesprekken om per situatie goed in kaart te brengen wat nodig is. Vaak bleken er wel wat uren af te kunnen, maar als de situatie erom vroeg, hebben we de hulp in stand gehouden.’

Cirkels op de kaart

Langer zelfstandig wonen kan alleen als er voldoende geschikte woningen zijn om comfortabel oud in te worden. Een inventarisatie in Nieuwegein bracht aan het licht, dat er zo’n duizend extra woningen nodig zijn, waar wonen en zorg kan worden gecombineerd. ‘Nieuwbouw is lastig, dus hebben we goed gekeken waar onze voorzieningen zitten. Alle clusters van voorzieningen, winkels en zorg hebben we gemarkeerd op de kaart en we hebben er een cirkel van 400 meter omheen getrokken. Wanneer binnen deze cirkels nieuwe woningen komen, moeten dit woonzorgeenheden zijn. Zo zorgen we in ieder geval dat we deze plekken goed benutten,’ aldus Adriani.

Adriani: 'Zelfstandig wonen wordt lastig als er niet voldoende geschikte woningen zijn.'

Ruim een jaar geleden ging de gemeente Nieuwegein samen met de woningcorporatie de deuren langs bij complexen waar veel 55-plussers woonden, om inwoners te vragen wat zij nodig hebben om goed te kunnen wonen, ook als ze ouder worden. ‘En aan de jongere bewoners vroegen we of ze hun buren wilden helpen, wanneer dat nodig zou zijn. Het gaf een heel aardig beeld van de behoeften van mensen. We weten nu wat in de woningen moet gebeuren en maken afspraken met de woningcorporaties hoe we dit kunnen realiseren. Ook hebben we in beeld wat er stapsgewijs aan zorg moet worden ingebracht. En daar komt het spannende deel, want daar hebben we het zorgkantoor bij nodig. Daar zitten we nu nog niet mee om tafel en dat moet straks wel.’

Deze inventarisatiemethode wordt in de toekomst verder uitgerold over Nieuwegein. ‘We hebben in drie complexen een pilot gedaan. De aanpak die we daar hebben geleerd willen we inzetten op acht andere plekken in de stad. Op die manier kunnen we zeshonderd plekken geschikt maken om wonen en zorg te combineren.’

Voorzieningen op rollator-afstand

In een kleinere kern is het lastig om voorzieningen op rollator-afstand te realiseren, vertelt wethouder Paula Jorritsma van de gemeente Woudrichem. ‘De hele kleine kernen in onze gemeente hebben nauwelijks voorzieningen. Daar staat tegenover dat de gemeenschapsgeest daar sterk is. In een klein plaatsje als Uitkijk organiseert de kerk bijvoorbeeld veel, ook voor niet-kerkelijke dorpsbewoners. Dat helpt.’

Jorritsma bezocht daar onlangs een ouder echtpaar dat nog altijd zelfstandig woont in hun oude boerderij. ‘Er is daar geen winkel of voorziening, dus ze zijn volledig afhankelijk van mensen die hen helpen. Ze hebben een sterk netwerk: kinderen die komen helpen en daarmee redden ze het. Dat is mooi, maar als gemeente moeten we wel zorgen voor de mensen die dat geluk niet hebben. Bovendien vindt ook niet iedereen het fijn om een beroep te doen op hun netwerk.’

Jorritsma: 'Niet iedereen vindt het fijn om telkens een beroep te doen op hun eigen netwerk.'

Samen met de inwoners werkt Jorritsma aan de leefbaarheid in de kernen, juist voor de ouderen. ‘Je moet wel reëel zijn, in een klein dorp kan je niet alles verwachten. In de gemeenschap worden dan ook alternatieven bedacht. Wanneer je als gemeente daar een beetje in kan helpen door mee te werken in bijvoorbeeld de regelgeving, is veel mogelijk.  Vaak zit het in de afstemming, dan weten mensen niet dat er al een bestaand initiatief is. We hebben als gemeente daarom ingezet op het maken van een sociale kaart. Er zijn zo veel initiatieven en ideeën, het is vooral belangrijk dat mensen elkaar weten te vinden.’

Eenzaamheid

Met het zelfstandig wonen mis je de sociale component van een zorgcentrum waar je met andere mensen woont: de vereenzaming van ouderen neemt daardoor toe. ‘We zouden graag een recreatieruimte inbouwen in complexen waar veel ouderen wonen, maar dan lopen we tegen de regels aan. De huurderving kan niet worden verrekend, en de woningcorporatie moet zich tot zijn kerntaken beperken. Jammer, want het kan veel betekenen,’ vertelt Adriani.

Overmans: 'De gemeente kan veel, maar eenzaamheid bij ouderen wegnemen is er niet één van.'

Overmans deelt de zorgen van de wethouder uit Nieuwegein. ‘Ik zag het bij mijn moeder. Na een infarct moest ze korte tijd naar een zorgcentrum. Wij waren blij toen ze weer naar haar eigen huis kon, maar zij had best in het zorgcentrum willen blijven. Het gaf haar een veilig gevoel en het was er gezellig. We kunnen veel voor mensen doen; hulp regelen en voorzieningen bieden, maar eenzaamheid kun je als gemeente niet wegnemen.’

 

Afbeelding: Corné Sparidaens | Hollandse Hoogte