Naar een verbonden samenleving, dat is wat de programmacommissie in de komende vier jaar wil. Volgens de Volkskrant keert de PvdA daarmee ‘terug naar zichzelf’ en breekt ze op bepaalde punten ‘rigoureus met het kabinetsbeleid’. Mooi, maar wat vinden de bestuurders in gemeenten, provincie en waterschappen ervan?

Lokaal Bestuur vroeg het en kreeg antwoord.

'Voor regio's met wat minder werkgelegenheid zijn die nieuwe Melkertbanen echt belangrijk'

carine bloemhoffWie: Carine Bloemhoff

Wat: fractievoorzitter in de stad Groningen

‘Ik ben enorm blij dat erin staat dat we honderdduizend publieke banen willen creëren. Voor gemeenten in regio’s met wat minder werkgelegenheid is dat een opsteker. Terug naar de Melkertbanen geeft juist mensen met een wat grotere afstand tot de arbeidsmarkt kansen.

In het programma staan wat mij betreft ook hele goede dingen over het kansen bieden aan kinderen die in armoede opgroeien. Bijvoorbeeld het samenvoegen van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. Je ziet in steden de tweedeling tussen kinderen van werkende ouders en kinderen van niet-werkende ouders toenemen. Die eerste groep heeft heel andere toekomstperspectieven dan de tweede.

Als je vraagt, wat ik mis in het programma dan is dat een punt op het gebied van de woonagenda. Er wordt gezegd dat gemeenten meer sociale huurwoningen moeten bouwen. Daar ben ik het op zich mee eens, maar we zijn daarin de laatste jaren wel tegengewerkt door het landelijk beleid. Corporaties willen wel bouwen, maar hebben enorm veel last van de verhuurderheffing. Dat idee wordt door minister Blok van tafel geveegd. En het verkiezingsprogramma gaat daar volgens mij teveel in mee. Onterecht, want van het beeld, dat gemeenten niet willen, klopt weinig. In Groningen willen we in ieder geval maar al te graag.

Wat het sociaal-democratische gehalte betreft vind ik het een mooi programma. Meer terug naar de waarden en idealen waar wij voor staan en daar concrete maatregelen aan verbinden. Dat is wat we nodig hebben.’

'Dat de waterschappen ook politiek bedrijven, lees ik te weinig in het programma terug'

jan reerinkWie: Jan Reerink

Wat: algemeen bestuurslid bij het waterschap De Stichtse Rijnlanden & voorzitter van landelijk netwerk waterschapbestuurders

‘Wij hebben als netwerk tien punten ingediend bij de programmacommissie. Een aantal daarvan staat er redelijk tot goed in: duurzaamheid, zoals hergebruik van grondstoffen en dergelijke, gezondheid, de inrichting van de stad die nat en groen moet zijn, de ecologische water- en natuurverbinding en de inrichting van het landschap.

Maar er zijn ook vier punten niet verwerkt. Twee daarvan zijn nogal politiek. Het verbaast mij daarom dat die niet zijn opgenomen. Hans Spekman heeft ons namelijk uitgedaagd om toch vooral politiek te bedrijven in de waterschappen. Allereerst hebben wij voor de handhaving van kwijtscheldingen gepleit. Tot onze verbazing heeft de programmacommissie dat niet opgenomen, terwijl het toch echt een politiek punt is: de VVD wil het afschaffen. Als het aan mij ligt, zullen we dus een amendement indienen.

Daarnaast zijn er de geborgde zetels in de waterschapsbesturen. De bevolking kiest het gros, maar zeven tot acht zetels worden vrijgehouden voor boeren, bedrijven en natuurorganisaties. De invulling daarvan verschilt nogal. Bij natuur nemen bijvoorbeeld de ene keer de natuur- en de andere keer beheerders en eigenaars van landgoederen de zetels in. Wij willen, net als de Tweede Kamerfractie, van die geborgde zetels af, zodat iedereen democratisch gekozen wordt. Niets hiervan is terug te vinden in het concept programma, terwijl dit voor ons een principieel punt is.

Het open landschap en de watertoetsen in bestemmingsplannen worden ook weinig benoemd, maar dringender nog vind ik de weinig dwingende passage over waterberging in de stad. Door de klimaatontwikkelingen krijg je daar veel hittestress en hoosbuien. Het is technisch mogelijk om hoosbuien beter op te vangen en dat dan te gebruiken om de kwaliteit van leven in de stad te verbeteren. Met andere woorden: de kwaliteit van water en groen in de stad op een slimme manier verbinden met wateroverlast en veiligheid. Het zit er wel in, maar is erg vaag en weinig aansprekend. Om het wat aan te scherpen, gaan we ook daar waarschijnlijk een amendement op indienen.’

'Het verschil tussen wit en zwart werk moet kleiner, zodat ook schoonmakers eerlijke arbeidsvoorwaarden krijgen'

staf deplaWie: Staf Depla

Wat: wethouder in Eindhoven

‘Eén van de rode draden in het programma is het erbij horen. Dat vind ik als wethouder werk heel positief. Er staan teveel mensen aan de kant, die het gevoel hebben dat ze niet meer mee mogen doen. Een ander goed punt vind ik de honderdduizend banen in de publieke sector.

Wat ik er nog wel graag bij had gezien, is dat de lasten voor arbeid in het lagere loongebouw omlaag moeten. Daarmee vergroot je de kans voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. In de schoonmaak wordt bijvoorbeeld veel zwart gewerkt. Iedereen huurt “zwarte” schoonmakers in en die mensen hebben daardoor slechte arbeidsvoorwaarden: geen pensioenopbouw, geen tegemoetkoming in de ziektekosten en geen arbeidsongeschiktheidsverzekering. Als we het verschil tussen wit en zwart kleiner maken of zelfs opheffen, kunnen we de arbeidsvoorwaarden gaan regelen en creëren we nieuwe werkgelegenheid, die ons op het gebied van de zorg minder kwetsbaar maakt voor de toekomst.

Zoals ik al zei: honderdduizend banen bij de overheid erbij is een goed idee. Toch kan het niet daarbij blijven. Ook in de persoonlijke dienstverlening moet meer werk komen. Vooral voor leerlingen die van mbo niveau 1 en 2 komen. Zij hebben vaak minder kansen en kunnen bovendien goede dingen doen. Want die behoefte aan persoonlijke dienstverlening is er zeker. 

Of het programma echt sociaal-democratisch is, vind ik niet zo boeiend. Daar kun je een heel grote broek over aantrekken, maar misschien ben ik daar een te praktische wethouder voor. Ik ben wel erg van de op Van Waarde gebaseerde politiek. Daar moeten we over blijven praten, in plaats van elkaar de maat te nemen over of we meer of minder sociaal-democratisch zijn.’  

'Een mooi programma, nu nog de juiste mensen'

wanda ottensWie: Wanda Ottens

Wat: Statenlid Fryslân

‘Ik ben heel blij met dit programma. Het is een mooi rood, links en sociaal-democratisch programma geworden. De provincie komt op heel veel plekken goed in beeld. Er wordt echt samenwerking gezocht. Niet, wat doen wij als Rijk, maar hoe werken we het beste samen met lokale en provinciale politici? Het contact met de mensen begint altijd lokaal en regionaal. Daar openbaren problemen zich. Daarom is het goed dat de verbinding met het lokale en regionale niveau is gelegd. Dat is weleens minder geweest.

Wat ik ook goed vind, is dat men in samenwerking met provincies regionale fondsen wilt oprichten voor het aanleggen en onderhouden van ov-verbindingen. Nog niet zo heel lang geleden hebben we dit onderwerp in de Staten besproken. Daarbij hebben we het over de belangrijke lijnen gehad, maar ook over hoe de vele buitengebieden, die Fryslân rijk is, moeten worden bediend. Daarin kijk je met gemeenten of er een combinatie mogelijk is met het zieken-, leerlingen- of Wmo-vervoer. Het is fantastisch dat er een fonds komt, dat de provincie meer adem geeft bij het openbaar vervoer op het platteland. Dat is namelijk gewoon heel duur.

Zoals ik al zei is het een mooi sociaal-democratisch programma. Bovendien worden de vragen van nu goed beantwoord. Er staan bijvoorbeeld nieuwe dingen over het ouderschapsverlof, met kinderopvang. Wat ik wel zou willen zeggen is het volgende. Je kunt nog zo’n mooi programma hebben, maar op het moment dat je geen mensen hebt die het kunnen uitvoeren, sta je nog met lege handen.’ 

 

Afbeelding: Maarten Hartman | Hollandse Hoogte