Binnenkort presenteert het college de meerjarenbegroting aan de raad en barst de discussie over de cijfers en komma’s weer los. Voor raadsleden de kans om sociaal-democratische punten te realiseren. Het is natuurlijk niet genoeg om maar wat te roepen. Nee, het moet ook onderbouwd worden. Financieel wel te verstaan. Want extra uitgaven moeten ergens vandaan komen. Ideeën in overvloed, maar zonder een degelijk tegenvoorstel verschuift er geen cent. ‘If you want to play, you’ve got to pay.’

De afgelopen jaren hebben gemeenten veel bezuinigd. Voor 2017 ligt dat anders: er is financiële ruimte of er hoeft in ieder geval niet bezuinigd te worden. En hoe de financiële situatie ook is, gemeenteraden kunnen altijd kiezen voor ‘oud voor nieuw’. Geld van posten, waar wel wat van af kan, en uit inkomstenbronnen, die nog niet eerder aangeboord zijn, investeren in de gebieden die de laatste tijd verwaarloosd zijn.

Tijdens de raadsledenvakschool van 8 oktober hield Arie Teeuw, oud-raadslid in Nuenen en oprichter van publiek.nl, een workshop over socialistisch begroten. Daarin liet hij raadsleden zien waar ze het geld kunnen vinden om hun eigen ideeën te realiseren. Allereerst is het essentieel om na te gaan wat precies de speerpunten zijn. Uiteraard wil je een betere en socialere gemeente, maar wat speelt er specifiek binnen de gemeentegrenzen? Denk bijvoorbeeld aan Wmo-voorzieningen die niet op peil zijn, armoedebestrijding waarop beknibbeld is, lokale milieuproblematiek en voor veel mensen onbetaalbare sportverenigingen.

Zodra deze lijst af is, begint de zoektocht naar geld. In dit geval in de gemeentebegroting, want hoe strak een college de begroting ook presenteert, er is altijd ruimte. Daarbij is het wel belangrijk om zorgvuldig en kritisch te zijn: gratis geld bestaat niet en bezuinigingen gaan vaak ten koste van banen.

Begroten is een kunst: wie wil investeren, zal het geld ergens vandaan moeten halen

Hoewel de verschillen in uitgaven en noden tussen gemeenten groot zijn en maatwerk dus altijd nodig is, valt de zoektocht met wat algemene en praktische tips wel te vergemakkelijken. Teeuw geeft er elf:

  1. Gebruik het gezond verstand: waar veel aan uitgegeven wordt, is meestal ook meer te halen. Maar haal dat geld wel op een sociaal-democratische manier op: dus wel bij de bedrijfsvoering van de sociale dienst, maar niet bij de uitkeringen; wel op de kosten van gebouwen en niet op die van de voorzieningen erin; wel door een hogere eigen bijdrage voor inwoners met meer geld en niet voor de armste bewoners van de gemeente.
  2. Als de gemeente meer uitgeeft aan bepaalde posten dan vergelijkbare (buur)gemeenten is het de overweging waard om daar te kijken.
  3. Betaalt de gemeente relatief veel aan loonkosten? Hoe verhoudt het aantal ambtenaren zich tot het aantal inwoners? Op de wat langere termijn kan deze post eventueel naar beneden bijgesteld worden en komt er geld vrij dat nu vast zit in personeelskosten.
  4. Dring er op aan dat de gemeente ambtenaren van andere gemeenten inhuurt om klussen te doen in plaats van dure consultants. Dat kan bijvoorbeeld via publiek.nl.
  5. Kijk goed naar de inkomsten. Is de ozb bijvoorbeeld niet te laag? Als een verhoging van 10% betekent dat de bibliotheek de analfabetismebestrijding op kan pakken, is het zonde om dat niet te doen. Ook zijn sommige inkomsten, zoals die van begraafplaatsen, rioolrechten en de afvalstoffenheffing niet altijd kostendekkend. Wanneer dit het geval is en de tarieven niet kostendekkend zijn, is het profijtbeginsel in het geding en is de VVD opmerkelijk genoeg vaak een bondgenoot.  
  6. Wees daarbij wel voorzichtig: voor de PvdA geniet de verhoging van de ozb de voorkeur boven een verhoging van de rioollasten of afvalstoffenheffing. Met het laatste worden immers de meest kwetsbare mensen getroffen.
  7. Bovendien is het helemaal niet gek om toeristen extra te laten betalen voor voorzieningen in de stad. Een verhoging van de toeristenbelasting en vermakelijkhedenretributie behoren dus eveneens tot de mogelijkheden.
  8. Vraag wat het kost om belastingen te heffen (functie 930 en 940). Dit mag nooit meer dan € 15 per inwoner zijn.
  9. Bedenk dat gemeenten, die tien jaar lang elk jaar bij de jaarrekening geld overhouden, slordig begroten. Een decennium lang jaarlijks geld overhouden is immers niet incidenteel, maar structureel.
  10. Licht vooral ook de bedrijfsvoering door. Dat levert veel op zonder dat het de voorzieningen van de burgers treft. 
  11. Combineer tot slot voorzieningen waar mogelijk. Binnen de gemeente, maar ook met de buurgemeenten: een modern zwembad in de ene en een goede bibliotheek in de andere. Bovendien is het belangrijk prioriteiten te stellen: steek je geld in dure elitaire muziekscholen of zet je met hetzelfde geld muziekdocenten aan het werk op basisscholen?

 

Interessante links:

https://publiek.nl 

www.waarstaatjegemeente.nl

www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/financien-gemeenten-en-provincies/inhoud/financieel-toezicht-gemeenten-en-provincies/financiele-scans-gemeenten

 

Afbeelding: Nationale Beeldbank