jeroen olthofVoordat Jeroen Olthof in 2006 raadslid werd, had de geboren en getogen Zaankanter nooit overwogen de politiek in te gaan. ‘Maar na wat bestuurswerk in mijn woonwijk dacht ik “misschien is de politiek toch wel wat voor me”.’ Een collegeperiode later werd hij gevraagd voor het wethouderschap. Momenteel is hij aan zijn tweede periode bezig.

Hoewel de gemeente Zaanstad flink moest bezuinigen, heeft Olthof het nodige gerealiseerd. ‘Mede dankzij mijn omvangrijke portefeuille heb ik wonen én sport in mijn beleid weten te combineren. Veel sportvelden, - hallen en -complexen waren afgeschreven en aan een opknapbeurt of vervanging toe. Bovendien was er een groot tekort aan grond voor nieuwe woningen.’ Na een grondige voorbereiding besloot Olthof daarom om sommige sportvelden een woonbestemming te geven. Tegelijkertijd mocht dat niet ten koste gaan van de sportvoorzieningen van de Zaankanters.

’We kwamen op het punt “gaan we simpelweg renoveren of durven we echt iets te doen?” Hoe dan ook stond voor ons als een paal boven water dat de hele bevolking daar profijt van moest hebben. Een goede spreiding van de sportfaciliteiten over ons grondgebied was daarbij essentieel. Toen een van de zeven sportzalen in onze gemeente moest wijken voor woningen en er even verderop een vmbo-school werd gebouwd, hebben we één en één opgeteld en een sporthal bij de school aangelegd. Naast leerlingen kunnen leden van de verenigingen uit de gesloopte hal daar gebruik van gaan maken.’

Sport en ook topsport passen prima in de verheffingsagenda

In zijn sportbeleid speelt topsport een nadrukkelijke rol. ‘Dat is wellicht geen primaire taak voor de gemeente, maar als je dan toch moet vernieuwen en aanpassen en bouwen, kan je proberen die koppeling te maken. Door talentvolle inwoners de gelegenheid te bieden om zich te ontwikkelen en dat dan weer te laten zien aan dorps- en stadsgenoten. Dat werkt inspirerend. En past bovendien helemaal in de sociaal-democratische verheffingsagenda. Ik zou hier heel lang over kunnen praten om andere gemeenten te enthousiasmeren. Want geloof me: het werkt!’

‘Ik ben hier opgegroeid, dus ik ken de mensen en de mentaliteit een beetje.  Men heeft hier vaak het gevoel ”er een beetje bij te hangen” en “alleen maar in het nieuws komen als er iets negatiefs gebeurt”. Dankzij al die mooie, nieuwe sportfaciliteiten kunnen Zaankanters hun ruggen rechten: lichamelijk en mentaal.’ Zo verrees nabij het treinstation Koog aan de Zaan het nieuwe Topsportcentrum de Koog, waar dankzij een elf meter hoge zaal met rondom ruimte voor publiek topvolleybal gespeeld kan worden.

Uiteraard wil de gemeente dat er zoveel mogelijk gebruik gaat worden gemaakt van de sportvoorzieningen. Naast het enthousiasmeren van de bevolking, moet er ook bestuurlijk het nodige worden afgestemd. ‘Ja, dat mag best wat kosten, zolang het geld maar goed besteed wordt. Dus daarom besloten we alle externe bureaus eruit te gooien. Weg met de versnippering en verspilling. Vervolgens hebben we het Sportbedrijf Zaanstad opgericht. Zij zijn exploitant van onder meer de binnensporten, sportstimulering en ondersteuning van verenigingen. In tegenstelling tot vroeger behoudt de gemeente nu wel zelf de regie.’

 

Afbeelding: Berbara Houweling | Nationale Beeldbank