Het aantal kinderen dat opgroeit in armoede blijft stijgen. Het CBS concludeerde in de jaarlijkse armoedemeter vorig jaar dat het aantal huishoudens met een laag inkomen in 2015 en 2016 weliswaar licht daalt, maar dat steeds meer gezinnen langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen.  In juni 2013 trok de toenmalige Kinderombudsman Marc Dullaert ook al aan de bel met een rapport waarin hij gemeenten opriep om meer geld uit te trekken voor armoedebestrijding onder kinderen.

Eind 2013 sprong staatssecretaris van Sociale Zaken, Jetta Klijnsma, bij door 20 miljoen euro vrij te maken zodat gemeenten hulp konden blijven bieden. In grote steden als Amersfoort en Rotterdam was de kas toen al leeg zodat ze een stop moesten invoeren op nieuwe hulpaanvragen. Maar het is nog steeds niet voldoende. Om de groeiende zorg over het aantal kinderen dat in armoede opgroeit, en dus niet in staat is om normaal mee te doen in de samenleving, het hoofd te kunnen bieden, trekt het kabinet nog eens € 100 miljoen uit. 

Wat doen gemeenten eigenlijk zelf al voor kinderen die in armoede leven en doen ze wel genoeg? En daarnaast: komt het geld van Klijnsma niet als mosterd na de maaltijd of is het een welkome aanvulling?

 

Chris Maas is wethouder Sociale Zaken in de Zeeuwse gemeente Veere. Zijn gemeente heeft volgens hem voldoende budget voor armoedebeleid. ‘Dat komt doordat de gemeenteraad van Veere extra budget beschikbaar heeft gesteld bovenop het geld dat van het Rijk komt.’ Toch is hij blij met de extra middelen. ‘Het zal niet alleen het aantal mensen dat wij bereiken vergroten, maar het ook mogelijk maken om het geld effectiever in te zetten. Misschien is het goed om het eens met elkaar te hebben over de normen die we hanteren voor hulp. Die kunnen hierdoor misschien worden bijgesteld, zodat meer mensen gebruik kunnen maken van de voorzieningen die er al zijn.’ Die voorzieningen zijn in de gemeente Veere vooral de ‘traditionele voorzieningen’. Onder andere een fonds om kinderen van wie de ouders het niet kunnen betalen te laten sporten en de Stichting Leergeld die kinderen mogelijkheden geeft om mee te doen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten.

Chris Maas: 'We zijn al een eind op weg, maar het extra geld kunnen we goed gebruiken'

Naast de eigen voorzieningen kijkt de gemeente Veere ook nadrukkelijk over de eigen grenzen, zegt Maas. ‘We overleggen op Walcheren met de gemeenten Middelburg en Vlissingen. Dat heeft ertoe geleid dat we de gemeenteraden hebben voorgesteld om een “kindpakket” te maken. Daarvoor hebben we Consulting Kids ingeschakeld, een organisatie, die vooral ervaring heeft met jongerenparticipatie. Eén van de aanbevelingen van de Kinderombudsman was: “Ga het niet allemaal zelf zitten verzinnen, maar laat kinderen die in armoede opgroeien meepraten over wat voor hun belangrijk is en op welke manier we dat bij die gezinnen kunnen krijgen.” Dat heeft ertoe geleid dat er een uitgebreid participatietraject is opgezet in samenwerking met Middelburg en Vlissingen. Daar kwamen een flink aantal aanbevelingen uit aan de gemeenten, maar ook aan scholen en welzijnsorganisaties. De belangrijkste aanbeveling aan de gemeenten was: maak de toegang inzichtelijk. Dat heeft geleid tot een, om het maar in goed Nederlands te zeggen, portal op internet waar niet alleen ouders, maar ook kinderen kunnen vinden welke mogelijkheden er voor hen zijn. Op die manier hopen we dat gezinnen maximaal gebruik kunnen maken van de voorzieningen die er zijn.’ 

Hoop in het heuvelland

In Zuid-Limburg dreunt de sluiting van de Staatsmijnen, vijftig jaar na dato, nog steeds flink na. Volgens Leo Jongen, wethouder Sociale Zaken in de gemeente Kerkrade, is Zuid-Limburg die klap nog steeds niet helemaal te boven. ‘Er zijn destijds 75.000 banen verdwenen en daar is lange tijd weinig tot niets voor teruggekomen. Onze gemeente is één van de gemeenten met een erg lage sociaal-economische status. In de lijstjes staan wij steevast onderaan. Het inkomen per hoofd van de bevolking is hier structureel lager dan in de rest van het land en kinderen zijn daar natuurlijk de dupe van.’

Juist daarom zit de gemeente Kerkrade volgens Jongen bovenop het armoedeprobleem. ‘Het aantal gezinnen dat moet rondkomen van een bijstandsuitkering is hier hoog. Deze groep hebben we goed in beeld. Ook hun kinderen. Dat geeft ons de mogelijkheid om, als we een hulp- of adviesvraag krijgen, snel en goed te handelen. Je zit tegenwoordig, met de wijkteams, dicht bij de mensen. De input van die teams is ontzettend waardevol. Zij kunnen problemen signaleren bij gezinnen die wij misschien nog niet zo goed in beeld hebben. Ook in Kerkrade bieden we veel voorzieningen aan voor gezinnen en kinderen die het niet breed hebben. Daarbij moet je ook denken aan een sportfonds en natuurlijk participeren wij ook in de Stichting Leergeld.’

Leo Jongen: 'De sluiting van de Staatsmijnen zijn we nog steeds niet helemaal te boven'

Toch is Jongen niet somber over de toekomst. ‘Er zijn hier op dit moment best goede ontwikkelingen gaande. Dan denk ik vooral aan werkgelegenheid en kijk ik naar een de Universiteit Maastricht of het industriepark Chemelot in Stein. Want werk is en blijft het medicijn. We kijken natuurlijk ook over de grens om te zien of daar mogelijkheden zijn voor mensen uit Kerkrade.’

‘Dat betekent niet dat je nu niet moet acteren op de problemen die er achter menig voordeur, ook met kinderen, spelen,’ zegt Jongen. ‘Daarom ben ik dankbaar voor het extra geld uit Den Haag. Zo kunnen wij aan de onderkant gaan bijschaven. Je kunt het wel voortdurend over zelfredzaamheid en dergelijke hebben maar in veel gevallen is er toch vooral geld nodig om mensen net dat extra duwtje in de rug te geven en ervoor te zorgen dat zij niet achterblijven en hun kinderen de mogelijkheden krijgen om mee te doen.’

Banen, banen, banen

De armoedeproblemen in de voormalige textielstad Enschede zijn groot.  ‘Daarom is elke euro van harte welkom,’ zegt fractievoorzitter Laurens van der Velde. ‘De sociaal-economische structuur in Enschede is en blijft achter bij de rest van Nederland. Er liggen dan ook veel uitdagingen. Twee daarvan hebben prioriteit. We moeten zorgen dat het economisch wat beter gaat in de regio. Dat is noodzakelijk voor de kansen van iedereen. We hebben gewoon te weinig banen in deze regio. Werkloosheid leidt tot veel kinderen die in armoede opgroeien. In deze stad zijn dat er op dit moment al 6000. Tegelijkertijd moet je ervoor zorgen dat je, binnen het speelveld dat je hebt, de kansen voor kinderen op dit moment al groot genoeg zijn om mee te komen op het niveau waarop we hier met zijn allen al zitten.’

Waar Veere en Kerkrade een duidelijke focus hebben op armoedebeleid is dat in Enschede anders. ‘We hebben hier een ronduit sober armoedebeleid,’ geeft Van der Velde aan. ‘Daar kun je van zeggen dat het onbehoorlijk en niet netjes is, maar de enige weg vooruit is wel om te zorgen dat je meer welvaart krijgt. Dat zien wij als de enige weg om structurele armoede uit te bannen.’

Betekent dit dat de PvdA’er het beleid verdedigt? Niet per se, maar ‘er zijn gemeenten die een heel ruimhartig armoedebeleid hebben en dat is natuurlijk prima en we hebben ook best geknokt voor meer ruimhartigheid. Maar elke euro die wij in onze economie investeren betaalt zich daar uit en misschien nog wel meer dan elke euro die we in armoedebestrijding stoppen. Het is een balans die je moet zoeken. Als wij ons normale budget blijven inzetten dan raken wij economisch gezien steeds verder achter op een deel van Nederland. Dat treft de armen in Enschede zwaarder dan dat het de rijken raakt. Daarom is het keihard nodig om deze stad economisch bij te laten blijven bij de rest van Nederland.’

Laurens van der Velde: 'Extra geld in de economie investeren betaalt zich dubbel en dwars uit. Misschien nog wel meer dan armoedebestrijding'

Het wordt er in Enschede wat armoedebeleid betreft niet beter op, zegt Van der Velde. ‘Sinds de PvdA niet meer in het college zit en D66 de grootste partij is, is het armoedebeleid alleen maar soberder geworden. Wat je daardoor ziet, is dat je groepen steeds moeilijker bereikt. Wij hebben destijds ontzettend ons best gedaan om mensen die uit schaamte of onwetendheid de weg in het woud van voorzieningen niet konden vinden, te helpen maar die inzet is er hier inmiddels af. Dat raakt juist kinderen. We hebben hier, samen met andere partijen, gepleit voor een kindpakket zoals in Veere, maar dan zie je dat wij hier een soberder uitvoering hebben dan elders. Dat leidt soms tot pijnlijke situaties. Bovendien hebben wij te weinig medestanders in de raad voor een ruimhartiger beleid. Dat gaat mij wel aan het hart.’

Van der Velde zegt dat hij hoopt dat het geld uit Den Haag er niet toe zal leiden dat Enschede de eigen middelen op dit gebied terug zal schroeven. ‘Dan gebeurt er namelijk helemaal niets. Ik vind het daarom heel belangrijk om ervoor dat extra middelen ook daadwerkelijk een extra plus betekenen.’ 

 

Ook in jouw gemeente kan je kinderarmoede op de agenda zetten. Lees hier hoe. 

 

Afbeelding: David Rozing | Hollandse Hoogte