Iedereen in beweging in 2030

Centrum voor Lokaal Bestuur
Centrum voor Lokaal Bestuur • 10 April 2016

In 2025 lijdt 20 procent van de volwassenen in de wereld aan overgewicht. Een verontrustend bericht. Sportstimulering mag dus best wat hoger op de lokale agenda staan vindt Rabin Baldewsingh, wethouder Sport in Den Haag. Monique Maks kan hierover meepraten. Als directeur van het Jeugdsportfonds zet zij zich er dagelijks voor in om zoveel mogelijk kinderen deel te laten nemen aan sportactiviteiten.

rabin.pngHaagse sporttuinen
Baldewsingh: ‘De effecten van sportief bewegen zijn duidelijk. Sport draagt bij aan gezondere, fittere mensen maar ook aan sociale cohesie. Mensen leren door sport om te gaan met emotie en teleurstelling en het bevordert het gevoel van eigenwaarde en trots. Sport verbindt mensen en die waarde alleen al is enorm groot.’
‘Niet sportende Hagenaars proberen we te stimuleren door drempels weg te nemen, bijvoorbeeld door sporten betaalbaar te maken. En de gemeente Den Haag investeert in veilige en bereikbare sportaccommodaties in de Haagse wijken en in openbare sportplekken. Een voorbeeld daarvan zijn de Haagse Sporttuinen in de Schilderswijk en Duindorp. Leerlingen van basisscholen kunnen daar twaalf weken een sport proberen. De trainers komen van verschillende Haagse sportverenigingen die het belangrijk vinden dat ieder kind buiten kan spelen. ’s Avonds en in het weekend zijn er sportieve activiteiten voor andere groepen wijkbewoners zoals volwassenen en senioren. Bovendien worden in de sporttuinen cursussen gegeven, zijn er schoolsporttoernooien en aan het einde van het schooljaar wordt voor leerlingen uit de hoogste groep van het primair onderwijs jaarlijks de Haagse Schoolsport-Olympiade georganiseerd.’

Huisartsen adviseren patiënten te gaan sporten in plaats van medicijnen voor te schrijven. Dat zegt veel over de relatie tussen sporten en gezond leven

Stadsspelen
‘Daarnaast zijn we eind 2015 ook de sportchallenge gestart. Daar kunnen alle Hagenezen aan meedoen. Iedere week wordt er een sportieve challenge naar de deelnemers gemaild via www.heeldenhaagsport.nl Dit jaar organiseren we ook voor het eerst de Stadsspelen. Een competitie in een aantal sporten, waaraan alle acht stadsdelen van Den Haag meedoen en die uitmonden in de ‘Grande Finale’ in het Kyocera Stadion. Met deze Stadsspelen en onze sportcampagne Heel Den Haag Sport hopen we op veel verschillende manieren mensen bij elkaar te brengen door samen sport te beoefenen.’

Geen medicijnen, maar sporten
‘Toch blijven situaties voorkomen, dat er afstand ontstaat met het actief deelnemen aan sport. Zoals bijvoorbeeld bij het ouder worden, bij fysieke en verstandelijke beperkingen, niet opgegroeid zijn in een omgeving met een sportcultuur, gezinnen met een krap inkomen waardoor sporten te duur is of wordt. Daaraan besteedt de gemeente extra aandacht. Huisartsen adviseren hun patiënten soms te gaan sporten in plaats van medicijnen voor te schrijven. Dat zegt denk ik al veel over de relatie tussen sporten en gezond leven. Je hoeft echt niet drie keer per week in een dure sportschool te zijn om fit te blijven. Mijn streven is dat in 2030 iedere Hagenaar aan een vorm van sport of bewegen doet. Om dat te bereiken proberen we nu al zoveel mogelijk te faciliteren voor zoveel mogelijk mensen. Dit doen we bijvoorbeeld ook door Haagse sportaccommodaties geschikt te maken voor mensen met een fysieke beperking. We zetten ons er nu voor in om in 2018 de Special Olympics in Den Haag te mogen organiseren.’

Verbindingen
‘Sport verbroedert. Daarom is het een onderwerp dat thuishoort bij de PvdA. Het gaat over elkaar ontmoeten en met elkaar plezier hebben. Sporten is samenwerken, samen zijn en je best doen. Door het sporten voor meer mensen toegankelijk te maken, wat ook je achtergrond of geaardheid is, kun je er als partij voor zorgen dat mensen die elkaar normaal niet ontmoeten elkaar nu wel spreken. Dat leidt tot verbindingen en het gaat vooroordelen tegen. Via sport kunnen we verschillen tussen mensen tegengaan. Het is een essentieel onderdeel van de samenleving.’

monique_maks.pngMonique Maks, directeur van Jeugdsportfonds Nederland:
‘Wij werken nauw samen met gemeenten. In totaal zijn dat er op dit moment 211. Gelukkig groeit dat aantal nog steeds, want het is van groot belang dat kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar sportieve kansen krijgen. Dan bedoel ik vooral kinderen uit gezinnen die onder een sociaal minimum leven. En dat zijn er meer dan men denkt. Eén op de acht gezinnen zit op een beperkt bestedingsniveau. Dat is sowieso al ingrijpend, maar als dat betekent dat opgroeiende kinderen daardoor geen lid kunnen zijn of blijven van een sportvereniging, is dat extra moeilijk. Dan missen ze heel veel…’

Sociaal isolement
‘We werken bij het Jeugdsportfonds met intermediairs. Professionals die intensief betrokken zijn bij de opvoeding en/of de begeleiding van kinderen. Vaak zijn dit leerkrachten en individuele begeleiders binnen het onderwijs, medewerkers uit de jeugdzorg, wijkteams of schuldhulpverlening. Zij staan dicht bij de gezinnen. Kennen de thuissituaties. De stap is dan klein, waardoor wij daar gemakkelijk gebruik van kunnen maken. Bij gemeenten is ook bekend of er gebruik wordt gemaakt van een voedselbank. Door de inzet van intermediairs hoeven mensen niet opnieuw een loonstrookje of andere financiële informatie te overleggen. Dat werkt snel en zonder bureaucratie.’
‘Het gebeurt ook dat kinderen zonder opgaaf van redenen zomaar ineens van een club af gaan. Dat geeft al te denken. De oorzaak kan liggen bij een faillissement of een ontslag of een plotseling verminderd inkomen door ziekte of een scheiding. Als kinderen dan van een vereniging af moeten, kunnen ze in een sociaal isolement raken. Met alle gevolgen van dien. De intermediairs die dicht bij de kinderen staan kunnen een veranderde situatie vroeg signaleren en ervoor zorgen dat er voor de kinderen een aanvraag wordt ingediend bij het Jeugdsportfonds, zodat ze toch lid kunnen blijven van hun club.’

Kinderen die zonder opgaaf van reden van een club af gaan? Dat geeft te denken

Anoniem
‘De samenwerking met gemeenten is dus erg belangrijk. We hebben elkaar nodig om een bijdrage te kunnen leveren aan armoedebestrijding onder kinderen. Gemeenten dragen financieel bij uit hun armoedegelden. Daarnaast gaan we op zoek naar lokale en maatschappelijke partners die financieel willen bijdragen. Dat kan een plaatselijk bedrijf zijn, een fonds of een gefortuneerde inwoner. Binnenkort starten we een grote campagne om nog meer samenwerking tussen gemeenten en het Jeugdsportfonds te stimuleren.'
'In principe is het zo dat als een intermediair een aanvraag heeft gedaan voor een kind, hij of zij al na drie weken lid kan worden van een vereniging. Wij betalen de contributie rechtstreeks aan de penningmeester van de club en niet aan ouders of verzorgers. Zo komt het geld direct terecht waar het thuis hoort. En blijft het anoniem. Dat werkt volgens ons beter dan een sportpasje, waarbij het kind afhankelijk is van de proactieve hulpvraag van de ouders.’

Impuls
‘Dankzij de motie van de PvdA die in de Tweede Kamer is aangenomen, hebben we vijf miljoen extra om nóg meer kinderen te bereiken en hen een kans te geven om mee te doen aan sport. Met deze rijksimpuls onderstreept de overheid het grote belang van sport voor ieder kind, óók als dat opgroeit in een arm gezin. Zo kunnen ook kwetsbare kinderen zich ontwikkelen en kansen creëren voor een betere toekomst.’

Voor meer informatie: www.jeugdsportfonds.nl

Afbeelding: Nationale Beeldbank
Afbeelding Monique Maks: www.jeugdsportfonds.nl