De werkloosheidcijfers liegen er niet om en de tweedeling op de arbeidsmarkt lijkt groter en groter te worden in de tweede stad van Nederland: Rotterdam. Tijdens de zesde Van Waarde Expeditie, een project van de WBS en het CLB waarbij we onderzoeken hoe de decentralisaties uitwerken op lokaal niveau, bezoeken we verschillende Rotterdamse organisaties die te maken hebben met de Participatiewet. De praktijk van deze dag leert ons dat jongeren die tussen wal en schip vallen aan hun lot worden overgelaten en bijstandsgerechtigden juist te maken krijgen met te veel aandacht en regels. Voor beiden geldt een perspectiefloze arbeidsmarkt. Of is er nog hoop?

Van lastpak tot heilig Rotterdams boontje
Het eerste bezoek brengt ons op de koffie bij Rodney van den Hengel van de Heilige Rotterdamse Boontjes. Samen met Marco den Dunnen (wijkagent in Rotterdam) is hij enkele jaren geleden gestart met deze koffiebar. Op straat zag hij te veel jongens en meiden die niet meer in aanmerking kwamen voor re-integratietrajecten. Zij waren soms drie maanden onder de pannen, maar hadden vaak te weinig arbeidsvaardigheden en sociale vaardigheden. Na de drie maanden vielen ze weer terug in hun oude patroon. En zo ging het cirkeltje door en door en het gedrag van deze jongeren van kwaad tot erger.  Want voor iemand die niets te verliezen heeft, is het vooruitzicht om in een week een maandsalaris te verdienen natuurlijk erg aantrekkelijk en is de keuze snel gemaakt. Vooral als je niet kan of mag participeren in de reguliere economie, want zelfs in een wereldstad als Rotterdam zijn sommige achternamen een reden om iemand niet aan te nemen. Tegenstrijdig aldus Rodney: ‘je sluit mensen uit van deelname aan de reguliere economie en verwacht vervolgens wel dat ze geheel integreren.’

Volgens Rodney werkt het huidige welzijnswerk en welzijnsmodel niet meer. Opleggen en reguleren is voor deze jongeren geen oplossing, al helemaal niet als er geen perspectief geboden wordt. Want na zes jaar straatleven kun je niet in zes weken geresocialiseerd worden. Dit vergt meer inzet, tijd en een andere benadermethode. Daar zijn rolmodellen voor nodig en mensen die deze jongeren aanspreken met de taal van de straat. De jongeren die terechtkomen bij de Heilige Rotterdamse Boontjes krijgen voor 50 weken een arbeidsplek. Hierdoor kunnen ze groeien  tot ze klaar zijn voor een vast contract of voor de reguliere arbeidsmarkt. Het verschil met een re-integratiebureau is dat alle verdiende gelden terugstromen naar sociale doelen en niet naar een manager die op iedere re-integrerende persoon verdient en welzijn eigenlijk uit het maatschappelijk welzijnswerk haalt. Want daardoor neemt het vertrouwen in de politiek en de overheid natuurlijk alleen maar verder af zegt Rodney: ‘We zijn heel erg ziek aan het worden met zijn allen, Teeven zit nog, Hachchi krijgt haar wachtgeld, maar bijstandsgerechtigden worden om 50 euro keihard gestraft.’

Is er perspectief na uitbuiting?
Volgens Hans Goosen en Tjeerd de Boer slaat Rodney de spijker op zijn kop: ‘In Rotterdam worden de werklozen bestreden en niet de werkloosheid.’Hans en Tjeerd zijn beiden werkzaam bij de Rotterdamse Sociale Alliantie (ROSA) een netwerk dat zich verzet tegen armoede en sociale uitsluiting. Zij komen veel mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt tegen, zoals bijstands- of uitkeringsgerechtigden, die door een gebrek aan banen zeer moeilijk werk kunnen vinden. Deze mensen moeten in een stad als Rotterdam, waar Leefbaar een van de coalitiepartijen is, een perspectiefloze tegenprestatie leveren, zoals papier en afval prikken. Het geeft mensen niet het gevoel dat ze zich nuttig maken voor de maatschappij of dat hun perspectief verbetert, maar ze voelen zich onmenselijk en onwenselijk behandeld en dit werkt averechts op de toestroom naar arbeid. Pieter Wondergem is een van de werklozen die via het Rotterdamse re-integratiebureau WerkLoont op straat afval moet prikken als tegenprestatie. Volgens hem wordt er geen tijd meer besteed aan de mensen, maar alleen aan het straffen. Oplossingen zijn vaak tijdelijk van aard en bieden geen perspectief. In Rotterdam lijkt zelfs eerder een doorstroom te zijn richting de zorg dan richting de arbeidsmarkt. Veel mensen voelen een hoge druk en tegelijkertijd vereenzaming. De menselijke maat is uit het beleid  gehaald, waardoor veel cliënten met hun klachten een uitvlucht zoeken bij de huisarts. ‘Alleen al door het ontbreken van menselijkheid en wenselijkheid binnen lokaal beleid kan je merken dat het wel degelijk uitmaakt wie er lokaal aan de knoppen draait,’aldus Wondergem.

De tijdelijkheid van de arbeidsmarkt
De tijdelijkheid en kortetermijngedachte die Wondergem schetst lijkt het centrale thema van deze dag. Het gebrek aan duurzaam karakter in het huidige Rotterdamse beleid is niet alleen een probleem voor mensen die moeten ‘prikken’, maar ook voor mensen die door middel van Social Return on Investment de mogelijkheid krijgen om weer aan het werk te gaan. Ad Roos, directeur bij Ik zit op Zuid, vertelt over SROI. Wanneer SROI goed is ingevuld is, kunnen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk, zij kunnen zich ontwikkelen en tegelijkertijd geeft het bedrijven de mogelijkheid om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Maar zo werkt het vaak niet: ‘SROI lijkt mooi, simpel en het klinkt prachtig maar helaas investeert het bedrijfsleven momenteel alleen nog in kortlopende projecten en niet in werkgelegenheid op de lange termijn. Voor duurzamere SROI zullen veel bedrijfsculturen moeten veranderen’, aldus Roos. Organisaties willen wel maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar veel bedrijfsculturen zijn hier nog niet op gericht. Werknemers kunnen vaak op projectbasis terugkeren in het arbeidsproces, maar zodra het project afgelopen is kunnen ze opnieuw aankloppen bij het UWV. Van contracten voor langere tijd is geen sprake, het draaideureffect in optima forma.

Jongeren zonder perspectief, uitkeringsgerechtigden die zich genoodzaakt voelen om zich tot de huisarts te richten en het draaideureffect bij SROI, geen hoopvolle verhalen. Maar waar het de politiek niet lukt om een menselijke en wenselijke lokaal beleid te voeren aan de onderkant van de arbeidsmarkt proberen de mensen van de Heilige Rotterdamse Boontjes, ROSA en Ik zit op Zuid hoop te bieden. Hoop en kansen voor die mensen die alle perspectief op een reguliere baan verloren hebben. En laten we niet vergeten, Rotterdam zou Rotterdam niet zijn zonder de echte Rotterdammers: doorzetters en aanpakkers die gewoon aan de slag gaan en niet bij de pakken neer willen zitten. Ook dat is Rotterdam!

Bekijk ook het fotoalbum en het filmpje voor een sfeerimpressie van deze expeditie:

 Afbeelding: Mieke de Wit