Nederland telde volgens de laatste CBS-cijfers over 2022 in totaal ruim 400.000 immigranten, een forse 150.500 meer dan het jaar ervoor. Een deel van de migrantengroep bestaat uit asielzoekers, statushouders, arbeidsmigranten en studenten. Hoe landen deze nieuwkomers in Nederland? Arnica Gortzak uit Hoorn, Stefan Jansen uit Tilburg en Rob de Geest uit Deventer schetsen de stand van zaken in hun gemeente.  


De sfeer in Hoorn rond de huisvesting van statushouders is niet goed, laat raadslid Arnica Gortzak weten. ‘Dat ligt aan de beeldvorming. Zij nemen onze huizen in, is het beeld dat mensen hier hebben over statushouders. Mensen uit Hoorn voelen zich verdrongen.’

Hoorn voldoet aan de taakstelling voor het huisvesten van statushouders van het Rijk zegt Gortzak. ‘Dat doet Hoorn goed. In sommige jaren liepen we ook vooruit op de taakstelling.’

Vanuit het Rijk kreeg de gemeente naast het huisvesten van statushouders ook de opdracht alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’ers) met een verblijfsvergunning onder te brengen. Dat werd de gemeente te veel, geeft Gortzak aan. ‘In 2023 hebben we er dertien kunnen plaatsen, maar veertien is verplicht. Met de komst van Oekraïners is het lastiger om aan de vraag van het Rijk te voldoen. Daarnaast ontbreekt het aan voldoende draagvlak.’

‘In gesprek blijven. Dat is dan heel belangrijk.’

Ze schetst dat Hoorn net als veel andere gemeenten kampt met een tekort aan betaalbare woningen. ‘De meeste jongeren willen na hun studie hier blijven. Door het gebrek aan betaalbare woningen is dat een probleem.’ Daar ligt de frustratie bij veel inwoners, legt Gortzak uit.

Als de focus op het huisvesten van statushouders komt, heb je de poppetjes aan het dansen. ‘Voor hen kan het wel,’ is een veelgehoorde reactie als een statushouder een woning krijgt toegewezen of als er flexwoningen komen.

Hoe ga je om met die reacties? ‘Dat is een uitdaging,’ erkent Gortzak. ‘In gesprek blijven. Dat is dan heel belangrijk.’

Ze hoopt dat de Spreidingswet waarover de Eerste Kamer komende week stemt, wordt aangenomen.

Meedoen

Met de inburgering gaat het volgens Gortzak goed. ‘We vinden het belangrijk dat mensen zo snel mogelijk meedoen. Een uitvoeringsinstantie begeleidt hen naar vrijwilligerswerk of betaald werk. We hebben een inburgeringstraject met begeleiding, monitoring en nazorg van maximaal drie jaar. De uitvoeringsorganisatie neemt de begeleiding voor haar rekening.’

Verder kent Hoorn vrijwilligersprojecten. Zo handwerken vrijwilligers met vluchtelingenvrouwen en bestaat er een taalproject. ‘Daar gaat het ook om vrouwen uit hun sociaal isolement te halen,’ zegt Gortzak.

Op het gebied van taalonderwijs ziet Gortzak graag dat er veel meer aandacht komt voor spreekvaardigheid. ‘In het taalonderwijs leren de mensen lezen en een brief schrijven. Dat is leuk, maar we moeten meer inzetten op spreekvaardigheid.’

Zij hoopt dat het nieuwe taalbureau waarnaar Hoorn op zoek is, meer inzet op die spreekvaardigheid.

Draagvlak

Tilburg en Deventer kunnen rekenen op een breed draagvlak binnen de gemeente voor asiel- en inburgeringsbeleid. Dat zeggen de Tilburgse fractievoorzitter Stefan Jansen en wethouder Rob de Geest uit Deventer.

Tilburg kent veel verschillende groepen nieuwkomers. Met twee locaties voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen kent de stad asielzoekers, de grote logistieke industrie trekt duizenden arbeidsmigranten en de aanwezigheid van een universiteit en een hogeschool haalt internationale studenten naar de stad toe. Bovendien herbergt Tilburg en de regio nu zo’n duizend Oekraïners.

'Welkom in Tilburg'

Voor deze verschillende groepen voerde de gemeente apart beleid. Dat is vorig jaar veranderd. In 2023 draaide voor het eerst het programma: ‘Welkom in Tilburg’ voor alle nieuwkomers. Kennismaken met de stad en cultuur staat hierin centraal. Daarna volgt ieder zijn eigen route die de gemeente heeft uitgestippeld, legt Jansen uit. ‘Iedereen heeft iets anders nodig op het gebied van wonen, onbetaald of betaald werken of studeren en taalonderwijs.’

Als het gaat om de huisvesting van nieuwkomers, weet Tilburg van wanten. De gemeente biedt opvang aan amv’ers en zoekt een locatie voor een azc. Ze huisvest arbeidsmigranten en heeft plannen om er veel meer onderdak te bieden en er zijn woonlocaties voor internationale studenten ontwikkeld. De grootste is 2 januari opgeleverd.

‘Op het gebied van de huisvesting van asielzoekers en statushouders werken wij in regionaal verband,’ zegt Jansen. 

Doorstroomlocatie

Nieuw is het besluit een doorstroomlocatie voor statushouders in Tilburg te openen. Dat is afgelopen maandag bepaald. Deze locatie komt in de plaats van een van de opvanglocaties voor amv’ers. Tot zo’n 150 statushouders die zijn toegewezen aan Tilburg en de regio komen naar deze doorstroomlocatie, laat Jansen weten. Zo komen weer plaatsen vrij in azc's en het aanmeldcentrum in Ter Apel dat nog steeds met ernstige problemen kampt.  

‘In de doorstroomlocatie beginnen de statushouders al met bijvoorbeeld de taalles en de kennismaking met de stad en de cultuur,’ zegt Jansen. ‘Zo kun je ze alvast laten landen en beginnen met de integratie.’

De weerstand tegen de doorstroomlocatie was gering, zegt Jansen. Hij verklaart dat door de goede ervaring die omwonenden hadden met de locatie waar voorheen tijdelijk vijftig amv’ers woonden. De doorstroomlocatie biedt plaats aan maximaal 150 statushouders. 

Arbeidsmigranten

Tilburg heeft de opdracht de komende jaren vijfduizend arbeidsmigranten te huisvesten. Zij werken al in Tilburg, maar wonen daarbuiten. De gemeente wil een wooncomplex voor vierhonderd arbeidsmigranten op de grens met Goirle-Riel bouwen. Dat stuit wel op veel weerstand ‘Vierhonderd arbeidsmigranten vinden de mensen te veel voor hun dorp van twaalfhonderd inwoners.’

De Tilburgse politiek staat achter het plan. Jansen hoopt dat de weerstand afneemt als bewoners merken dat hun vrees voor overlast niet uitkomt. ‘Dat moet je wel waarmaken.’

Door ervaring met de huisvesting van arbeidsmigranten in andere wijken meent hij dat dit mogelijk is. Als voorbeeld noemt hij de huisvesting van arbeidsmigranten op een bedrijventerrein dat grenst aan een woonwijk. Hier wonen honderdvijftig arbeidsmigranten in een voormalig kantoorpand. De beheerder die er klokje rond aanwezig is, zorgt voor rust.

Nieuw is het Brabants Migratie Informatie Punt (BMIP). Dat opende in de eerste week van januari haar deuren in Tilburg Noord. Arbeidsmigranten kunnen hier terecht voor informatie over inschrijving, rechten rondom wonen en werken, taalonderwijs en financiën. Daarnaast beginnen deze maand ‘mobiele teams’. Zij informeren arbeidsmigranten op hun werk of woonlocatie.

Internationale studenten

Tenslotte kent Tilburg duizenden internationale studenten. De afgelopen vijf jaar is het aantal gestegen en is er ook fors bijgebouwd. Drie locaties zijn gebouwd of getransformeerd. Een voormalige fabriek bijvoorbeeld is nu een studentenwooncomplex geworden, net zoals het oude belastingkantoor. Deze maand wordt een nieuw complex ‘The City’ voor zeshonderd studenten ontwikkeld. Sommigen studeren er tijdelijk, andere doen er hun hele studie. Het is praktischer de studenten bij elkaar te huisvesten aangezien zij vaak concrete wensen hebben, zoals een gemeubileerde woning. ‘Voor deze groep stemt de gemeente de behoeften goed af met de universiteit en hogescholen,’ zegt Jansen.  

Deventer

Deventer verzorgt alle vormen van opvang voor asielzoekers, statushouders, uitgeprocedeerde asielzoekers en Oekraïners laat wethouder De Geest weten.

Tot vorige week lag er nog een boot aan de Deventer kade waar een jaar lang 160 vluchtelingen onderdak vonden. ‘Het is een noodoplossing. De mensen wonen in cabines waar normaal reizigers van zo’n rivierschip een of twee nachten verblijven. Het is goed gegaan en er was weinig verzet uit de omgeving,’ zegt De Geest.

Deventer kende zelfs een omgekeerd verzet: toen de boot vorige week werkelijk verdween en de asielzoekers naar andere plaatsen moesten, vroegen omwonenden waarom dat nodig was. ‘Bewoners vroegen of degene die in Deventer wilden blijven vanwege werk, familie of vrienden, hier konden worden gehuisvest. Ze kennen de stad al en burgeren makkelijker in.’

De Geest kon de vraag tot zijn spijt niet positief beantwoorden: ‘Het COA werkt anders.’ Ruim zeventig statushouders, konden wel in Deventer blijven. ‘Zij verblijven in een hotel.’

Bed bad en brood

Een kleinschalige ‘bed, bad en broodopvang’ voor asielzoekers die tussen wal en schip vallen, heeft Deventer sinds 2015. ‘Uitgeprocedeerde asielzoekers die ook geen terugkeermogelijkheid hebben of perspectief op verblijf, kunnen hier onder voorwaarden terecht.’

De voorziening is er met rijksgeld gekomen en biedt plaats aan tien personen. Deventer biedt de plekken om te voorkomen dat mensen op straat gaan rondzwerven. ‘Sommigen krijgen alsnog een status, sommigen keren wel terug.’

Tussenvoorziening

Sinds afgelopen mei kent Deventer net als Tilburg een ‘tussenvoorziening’. Statushouders die aan de gemeente zijn gekoppeld, kunnen alvast in de gemeente wonen in afwachting van een woning. De voorziening in Schalkhaar is tijdelijk; in mei 2025 verdwijnt deze weer. Tot die tijd is er plaats voor honderd statushouders.

‘Het lag gevoelig in de directe omgeving. In Schalkhaar is al een azc. Voor de omgeving voelde deze voorziening als een extra belasting. Omwonenden vonden dat er te veel mensen uit dezelfde groep kwamen.’

Maar het college wist dat het geen twee jaar tijd had om zo’n noodopvang op te zetten. Hoe ging hij om met de weerstand uit de omgeving? ‘Ik ging het gesprek aan en maakte onze standpunten helder. Dat wij problemen niet afschuiven naar andere gemeenten. Dat deze statushouders die gekoppeld zijn aan Deventer nieuwe Deventenaren zijn, maar de plek voor hen er nog niet is. Er is nog onvoldoende aanbod van sociale huurwoningen. En dat daarom de tussenvoorziening nodig is. Ook om de doorstroom in Ter Apel te bevorderen. Dat is een morele verplichting.’

Bovendien: ‘We hadden steun van de raad en we hadden er middelen voor gekregen. De tijdelijkheid was een opluchting voor de omwonenden: Over twee jaar is het er niet meer. In de tussentijd gaan wij woningen bij bouwen. Met deze voorziening kunnen we lucht creëren op de woningmarkt. Niet ideaal, maar dat is de hele situatie niet.’

In samenwerking met woningcorporaties en andere instanties is de ‘tussenlocatie’ vlak naast het azc er gekomen. En de omwonenden? ‘Gaandeweg kwamen er wel nuances, maar sommigen houden weerstand.’

'Taaltraject voor statushouders en voor wie zijn procedure afwacht.'

Nieuw is een taaltraject dat al wordt aangeboden voordat een vluchteling het inburgeringstraject ingaat. ‘Dit taaltraject is voor statushouders en ook voor wie zijn procedure afwacht,’ zegt de Geest.

Reden: ‘Het programma wordt aangeboden door een Deventer partij. Dat schept een band. Daarbij moeten vluchtelingen zodra ze de status krijgen, het inburgeringstraject in. Maar de capaciteit van taalscholen is moeilijk. Het duurt lang voordat ze aan een taaltraject beginnen. Het is goed om al voor het inburgeringstraject taalles te krijgen. Ook om wachten te voorkomen. En opbouwen is in ieders belang.’ De Geest opende de nieuwe taalschool afgelopen week.

De Geest zegt moeite te hebben met gemeenten die terughoudend zijn met het aanbieden van crisisopvang: ‘Ik heb mijn collega-wethouders in die gemeenten opgeroepen om extra inzet te plegen, omdat het een verantwoordelijkheid is van ons allemaal en we hier samen een bijdrage aan moeten leveren.’ De Geest hoopt eveneens dat de Spreidingswet door de Eerste Kamer komt.


Afbeelding: Ton Toemen Hollandse Hoogte | ANP