Na een korte aanloop en een bizarre verkiezingsuitslag, maakten ze de overstap van de lokale naar de landelijke politiek: Mariëtte Patijn, Jimme Nordkamp en Mikal Tseggai. Nu heeft de nieuwe Tweede Kamer de eerste 100 dagen erop zitten. Wij vroegen de nieuwkomers hoe zij die eerste periode in de Kamer hebben ervaren en hoe zij de band met het lokaal bestuur stevig willen houden.


’Ik stelde dat je om diplomatiek geloofwaardig te zijn een sterke krijgsmacht nodig hebt. Daarin moeten we niet naïef zijn.’

portret JimmeJimme Nordkamp

Woordvoerder Defensie, Regio’s: Gelderland en Overijssel


Waren de eerste 100 dagen in de Kamer zoals je had verwacht?

‘Eigenlijk wel. Je kunt vooraf natuurlijk nooit helemaal weten hoe het gaat, dus ik heb het ook een beetje op me af laten komen. Ik wist wel wat ik wilde doen: kennismaken met fractiegenoten, met collega’s van andere partijen, met belanghebbenden met betrekking tot mijn portefeuille. Mijn maidenspeech is het belangrijkste geweest voor mij, die was tijdens de Defensiebegroting. De speech ging allereerst over de vraag waarom ik voor de sociaaldemocratie heb gekozen, maar dus ook over de Defensiebegroting. Ik stelde dat je om diplomatiek geloofwaardig te zijn een sterke krijgsmacht nodig hebt. Daarin moeten we niet naïef zijn.’

Wat vind je het leukste tot nu toe?

‘Dagelijks bezig zijn met de ontwikkelingen in de samenleving en dat samen met collega’s kunnen doen. Iedereen neemt een ander verhaal met zich mee, een eigen politieke en persoonlijke geschiedenis. Al die verschillende achtergronden levert een fijne energie op en het werkt gewoon heel prettig. We leren veel van elkaar.’

Wat vind je het minst leuke tot nu toe?

‘Poeh, ik vind eigenlijk alles leuk. Ik ben veel van huis, maar dat hoort erbij. Wel vervelend is dat je veel spam krijgt, ook van bijvoorbeeld anti-abortus clubs die dan foto’s van babylijkjes naar je sturen.’

Je hebt Gelderland en Overijssel als speciale aandachtsgebieden gekregen in de fractie. Wat doe je voor deze provincies?

‘Dat is voor nu nog wel even een aandachtspunt: vanwege mijn werk tot nu toe als partijbestuurslid, wethouder en actief partijlid in algemene zin heb ik wel een goed politiek netwerk in de regio. Ik kom uit Overijssel. Maar voor de nabije toekomst wil ik mijn netwerk in de regio vergroten tot buiten de politiek. Op dit moment vraagt het inhoudelijk inwerken op mijn Defensieportefeuille echter nog veel tijd. Ik hoop dat politici en andere mensen in die twee provincies mij ook zelf weten te vinden uiteraard.’

Met de grote ontwikkelingen in de geopolitiek is de Defensieportefeuille ongetwijfeld erg spannend nu. Zit je al voldoende diep in de materie en de netwerken om volledig te kunnen meedraaien?

‘Ik zie dat tweeledig: ik bereid me goed voor op de debatten, met ondersteuning van de medewerkers. Ik krijg ook veel input van organisaties en mensen die belanghebbend of specialist zijn en mij van informatie voorzien. Dat werkt goed. Maar het is reactief. Ik wil voldoende inzicht opbouwen om zelf zaken te kunnen agenderen. Dat wordt dus de volgende stap.’

Wat zou je toekomstige nieuwe Kamerleden als belangrijkste tip voor hún eerste 100 dagen willen meegeven?

‘Gun jezelf de tijd om te leren en blijf daar rustig onder. Er komt vanzelf een moment dat je je maidenspeech hebt gehad, je een eigen werkkamer hebt en voldoende bent ingewerkt. Overhaast dat niet. Iedereen is bereid je te helpen, dus maak daar gebruik van. Neem de tijd.’


’Er zijn zestig mbo-scholen in Nederland. In elke provincie probeer ik op ten minste twee scholen mensen te spreken’

portret MikalMikal Tseggai

Woordvoerder MBO, Media, Kansspelen, Sekswerk, Mensenhandel, Regio: Zuid-Holland


Wat is het leukste dat je in je eerste 100 dagen hebt meegemaakt?

‘Elke keer dat een schoolklas naar de Tweede Kamer komt vind ik toch wel erg bijzonder. De leerlingen hebben altijd honderdduizend vragen, van wat verdient een Kamerlid tot hoe word je Kamerlid. Maar ook vragen ze wat je van de oorlog in Gaza vindt. Die diversiteit is altijd erg leuk.’

Wat heb je al weten te bereiken?

‘Ik heb mijn maiden speech nog niet gehouden, maar ik heb wel al vragen gesteld over online gokken. Er moet paal en perk worden gesteld aan onbeperkt kunnen gokken, dus daar vraag ik nu aandacht voor.’

Je hebt MBO, Media, Kansspelen, Sekswerk en Mensenhandel in je portefeuille. Wat vergt de meeste tijd?

‘Mbo vergt absoluut de meeste tijd. Ik wil met veel studenten en docenten kennismaken. Er zijn zestig mbo-scholen in Nederland. In elke provincie probeer ik op ten minste twee scholen mensen te spreken. Met name de ongelijkheid tussen mbo-, hbo- en wo-studenten is veelvuldig onderwerp van gesprek. Die wil ik zoveel mogelijk wegnemen. Dat is een van mijn prioriteiten.’

Dan het lokaal bestuur: je hebt Zuid-Holland als aandachtsgebied. Wat heeft daar nu prioriteit?

‘Ieder fractielid heeft een eigen aandachtsgebied. Daarop onderhoud je contacten met lokale afdelingen. Je hebt dus niet één prioriteit, die kan per afdeling verschillen. In Westland bijvoorbeeld is veel te doen over de omstandigheden van arbeidsmigranten. Maar dat is dan weer niet mijn portefeuille, dus het bestaan van de ‘aandachtsgebieden’ is wat dat betreft wat beperkt in scope.’

Heeft de Tweede Kamer voldoende oog voor het lokaal bestuur?

‘Dat ligt eraan wie je spreekt. Veel Kamerleden komen zelf uit het lokaal bestuur, die hebben het lokaal bestuur wel in het vizier. Maar het verschilt ook erg per onderwerp. Een onderwerp als Defensie is niet erg lokaal, terwijl mensenhandel dat weer wel is.’

Over die achtergrond gesproken: wat zijn de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen je werk als Kamerlid en je werk als raadslid?

‘Op zich lijkt het wel en wee in de Kamer wel op dat van de gemeente Den Haag. De processen en procedures zijn vaak vergelijkbaar. Maar wetgevingsprocedures kennen we natuurlijk niet in de raad, daar gaat het meer over beleid. En in de Tweede Kamer is alles natuurlijk veel groter: er zijn meer mensen, er is meer media-aandacht en het gaat over grotere groepen mensen.’

Wat is je belangrijkste les tot nu toe geweest uit die eerste 100 dagen?

‘Dat je niet moet proberen zelf te bedenken wat belangrijk is op jouw onderwerpen. Leg je oor te luister bij de mensen om wie het gaat. Neem bijvoorbeeld de Toeslagenaffaire. Daar zag je wat er mis kan gaan als er in Den Haag een papieren werkelijkheid wordt gemaakt zonder mensen te spreken wie dat nieuwe beleid of wetgeving aangaat.’


‘Vooral bezig met arbeidsmigratie, de verhoging van het minimumloon en kijken hoe we meer zekerheid in arbeidscontracten kunnen krijgen.’

portret Mariette Mariëtte Patijn

Woordvoerder Arbeid en Inkomen, Arbeidsmigratie, Integratie en Inburgering, Regio: Flevoland


Wat is je het meest bijgebleven van je eerste 100 dagen?

‘De installatie en de schok om te zien hoe groot de groep rechts van ons is. Ik was toch wel down van dat beeld.’

Is dat gevoel daarna veranderd?

‘Het wordt juist veel bevestigd, omdat er soms vreselijke moties worden aangenomen, zoals de wens om het demonstratierecht in te perken bijvoorbeeld.’

Kom je al toe aan je aandachtsregio, Flevoland?

‘Nee, pas na anderhalve maand kregen we te horen wie welk gebied kreeg. Het is er nog niet van gekomen om het op te pakken. We zijn vooral nog bezig met het inwerken op onze inhoudelijke portefeuilles. Ik heb toevallig vandaag een link gelegd met provinciale politici om een route uit te stippelen voor de komende tijd.’

Kun je je expertise vanuit je ervaring als FNV-bestuurder in de Kamer gebruiken?

‘Ik weet veel van rare schijnconstructies en uitbuiting en mogelijke oplossingen daarvan. Wat nieuw voor mij is, is dat mensen die in de buurt van arbeidsmigranten wonen zich verzetten tegen overlast en de druk op voorzieningen. Ik ga nu ook veel langs bij bewonersgroepen om te horen wat er leeft. Ik ken de verhoudingen in de polder goed, maar aan welke knoppen je in de Kamer kunt draaien is nog wel een zoektocht. De grote lijnen ken ik wel, maar de goede timing vinden en uitzoeken hoe het werkt, dat is een tweede.’

Heb je ondanks die zoektocht al wel wat kunnen bereiken?

‘We hebben een gezamenlijke motie met NSC aangenomen gekregen: het verbod om een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst op te nemen als je minder dan anderhalf keer modaal verdient. Verder ben ik vooral bezig met arbeidsmigratie, de verhoging van het minimumloon en kijken hoe we meer zekerheid in arbeidscontracten kunnen krijgen.’

Zoek je daarvoor vooral links de samenwerking op, of zoek je ook samenwerking met rechtse partijen?

‘Met links werken we misschien makkelijker samen, maar NSC is ook een belangrijke partner. Mona Keijzer is de woordvoerder van BBB, daar zie ik nog niet meteen een samenwerking ontstaan, bij de PVV is het nog moeilijk contact te krijgen. Degene die echt wat hebben te zeggen, zitten in de onderhandelingen en komen nooit. Zelfs koffiedrinken met de woordvoerders is lastig te regelen. Sterker nog: het is nog niet eens duidelijk wie welke portefeuille precies doet bij hen.’

Wat wil je de komende periode nog bereiken?

‘Ik wil vooral op de eerdergenoemde drie onderwerpen aan de slag. Meer vaste contracten, een hoger minimumloon en betere werk voor arbeidsmigranten zou een goede stap zijn. Maar dat is lastig in de huidige samenstelling van de Kamer.’

Als je één ding kon veranderen aan de manier waarop de Kamer functioneert, wat zou dat dan zijn?

‘Dat er geen vragen meer worden gesteld waarbij de vragensteller helemaal niet geïnteresseerd is in de antwoorden. Dat gebeurt nu vaak, zowel mondeling als schriftelijk. Puur voor de media-aandacht en de achterban. Tja… Nog veel belangrijker vind ik het dat we als gehele Kamer meer bezig zouden moeten zijn met hoe we het beter kunnen maken voor de mensen, in plaats van het ter discussie stellen van elkaar.’


Afbeelding: Peter Hilz | ANP