Na de Achterhoek en het platteland van Groningen maken we in Tilburg kennis met een andere kant van Afgehaakt Nederland. We spreken een kwartiermaker en bewoners die hun best doen van de oude voetbalkantine, ooit het hart van de wijk, weer een ontmoetingsplek voor de wijk te maken. Maar zien ook hoe ondermijning en drugscriminaliteit de leefbaarheid en veiligheid in sommige wijken onder druk zet, mensen die s’ avonds de straat niet meer op durven.

Welke lessen kunnen we hier als politiek uit trekken? Wat betekenen deze observaties voor onze partij? En speelt dit alleen in Tilburg of ook op andere plekken in het land? Op de eerste twee vragen geven we hieronder een eerste – voorlopig – antwoord. Op de laatste komen we terug na het verslag van ons laatste bezoek in deze serie aan Helmond.


1. Concentreer niet alle problemen in een wijk

Dat bepaalde wijken in Tilburg in een ver verleden speciaal zijn ontworpen voor het huisvesten voor ‘ontmaatschappelijken’ heeft nog altijd een weerslag in het heden. Bijvoorbeeld omdat kwetsbare mensen die elders in de stad geen onderdak kunnen vinden, tot op de dag van vandaag zijn aangewezen op de goedkope huizen in juist deze wijken. Met alle extra druk van dien.

En alsof de sociale problematiek nog niet complex genoeg is, wordt de nieuwe daklozenopvang middenin in zo'n buurt (en niet in de villawijk even verderop) geopend. De weg naar meer divers samengestelde wijken is lang en ligt vol voetangels en klemmen, maar is er een alternatief?


2. Ontmoetingsplaatsen zijn belangrijk, maar een ‘multifunctionele wijkvoorziening’ is voor veel mensen een te hoge drempel

Overal, waar we komen, horen we hetzelfde: het is essentieel dat er plekken zijn waar mensen elkaar tegenkomen en ontmoeten. De afgelopen vijfentwintig jaar zijn met de beste bedoelingen veel kleinschalige ontmoetingsplekken, zoals buurthuizen, ouderencentra en wijkbibliotheken, bij elkaar geveegd in mooie en vooral grote multifunctionele wijkcentra. Maar voor een grote groep mensen blijkt de drempel naar een dergelijke voorziening te hoog. Daarom is het mooi dat er in Tilburg als aanvulling op die grote centra ook weer kleinschalige ontmoetingspunten ontstaan, zoals ‘het Huis van de Wijk’.  


3. Zonder vooruitgang verdwijnt het vertrouwen

We zijn in de wijk Goirke, Hasselt en Bouwmeesterbuurt geweest. Als het gaat om wijkversterkingsprojecten wordt hier al 25 jaar van alles uit de kast gehaald. Vanaf 2018 is de wijk aangemerkt als ‘focuswijk’. Maar als we vragen of de wijk er na al deze interventies beter voorstaat dan, horen we zowel van bewoners als professionals, dat het er in de wijk eigenlijk alleen maar verder op achteruit is gegaan. Wanneer de ene na de andere aanpak op een wijk wordt losgelaten zonder dat dit voor de bewoners leidt tot daadwerkelijke verbetering van hun leefsituatie, verdwijnt uiteindelijk iedere betrokkenheid en vertrouwen in een goede afloop.


4. Streng liefhebben

De gevolgen van ondermijning en drugscriminaliteit in kwetsbare wijken worden onderschat, houdt hoogleraar ondermijningsstudies en Tilburger Pieter Tops ons voor. ‘De lokroep van het snelle geld en de belofte van glitter en glamour brengen heel veel mensen in de verleiding.’ Onder hen zie je veel kwetsbare jongeren en mensen die ‘afgehaakt zijn’, die klem zitten.

Waarom zou je als jongere jarenlang ploeteren voor een diploma en een marginale positie op de arbeidsmarkt, terwijl je op een veel snellere manier geld en status in de wijk kan verdienen? Het bieden van een ander perspectief, het afsluiten van die verkeerde afslag, vraagt om een stevig en goed ontwikkeld sociaal beleid. Een aanpak, waarbij repressie en preventie samengaan, of wel ‘streng liefhebben’.


5. Een overheid die niet vanuit vertrouwen werkt, wordt terecht gewantrouwd 

Voordat het hek bij stichting Broodnodig om drie uur haar deuren opent, staat er al een grote groep mensen te wachten. De meesten van hen melden zich niet bij de sociale dienst of bij de voedselbank, bang dat ze eerst hun hele hebben en houwen op tafel moeten leggen. Je weet maar nooit wat er daarna gebeurt. En dat geldt natuurlijk al helemaal voor mensen die hier zonder papieren verblijven. Zonder initiatieven als Broodnodig zouden zij letterlijk iedere dag met honger naar bed gaan. En dat in Nederland.

Een overheid die wantrouwt wordt gewantrouwd. ‘Wij vragen niet aan mensen of ze het brood en de kleding, die ze hier gratis op mogen halen, nodig hebben,’ vertellen de kartrekkers van de stichting. ‘Het feit dat ze hier naar toe komen zegt genoeg.’


6. Taal doet ertoe

Het lijkt een open deur. Toch is het misschien wel het meest confronterende moment van de dag. We zitten met politici, beleidsmakers en buurtbewoners te praten over problemen en kansen in de wijk. De wethouder vertelt hoe het gemeentelijk beleid hier op een goede manier op in wil spelen, maar bij de buurtbewoner landt dat niet. ‘Als ik heel eerlijk ben, ik ben geen domme man, maar ik begrijp gewoon niet wat jullie zeggen.’

Hoe goed we ons best ook doen om met iedereen in gesprek te komen en te blijven, we vervallen als politici, ambtenaren en bestuurders maar al te snel in een voor de rest van de wereld volstrekt onbegrijpelijk taal. Dat helpt niet als je een kloof wil dichten.


7. Verandering niet vandaag of morgen voor elkaar

Hoe goede ideeën en wat voor enorme energie je als wethouder ook hebt, decennialang verschraling en neoliberale ideologie poets je niet in een enkele periode weg. Zeker niet als landelijke aanpassingen van op wantrouwen gestoelde wetgeving op zich laat wachten. Ambtenaren hebben jarenlang volgens een vast stramien van controle en nieuwe zakelijkheid gewerkt. De burger is cliënt en werken vanuit waarden niet efficiënt.

Verwachten dat je daar als wethouder van de ene op de andere dag verandering in brengt, is misschien wat veel van het goede. Dat moet je er natuurlijk niet van weerhouden om deze ‘transitie’ in gang te zetten en elke dag weer een stapje verder te komen.


Afbeelding: Dolph Cantrijn | ANP