Nederland telt 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder die moeite hebben met lezen, schrijven en rekenen. Deze laaggeletterdheid heeft verregaande gevolgen voor zowel de persoon in kwestie als voor de hele samenleving. Gemeenten krijgen vanaf eind dit jaar officieel de regierol op het gebied van laaggeletterdheid.


De Stichting Lezen en Schrijven zet zich in om laaggeletterdheid in Nederland te verminderen en te voorkomen. Hier leeft het vermoeden dat het aantal laaggeletterden de laatste jaren verder is toegenomen; de laatste cijfers van de Algemene Rekenkamer stammen uit 2016.

Gevolgen

De gevolgen in de privésfeer kunnen groot zijn voor mensen die laaggeletterd zijn, zegt Jan-Willem Heijkoop, woordvoerder van de Stichting Lezen en Schrijven. ‘Laaggeletterdheid zit hem vooral in moeite hebben met basisvaardigheden zoals lezen, schrijven, rekenen en omgaan met computers en smartphones. Mensen kunnen wel vaak een aantal woorden en zinnen lezen als ze bijvoorbeeld een brief van de gemeente of het ziekenhuis krijgen, maar begrijpen vaak niet wat er staat.'

Daarbij: 'De samenleving wordt ook steeds digitaler. Van ex-laaggeletterden weten wij dat dit ook impact heeft op de persoonlijke levens. Want, hoe vind je een baan als je de vacaturetekst niet kan lezen? Daarnaast moet je vaak je CV en sollicitatiebrief uploaden. Mensen vinden het ook lastig hun baan te behouden, omdat binnen de organisatie de computer of bepaalde apps een steeds grotere rol spelen.’

Gezondheid

Laaggeletterdheid werkt bovendien door op de gezondheid: mensen leven vaak ongezonder, omdat ze gezondere keuzes eenvoudigweg niet kunnen maken. Verkeerd medicijngebruik is eveneens een groot risico. Ook niet onbelangrijk: laaggeletterden hebben vaak minder grip op hun geldzaken en zijn doorgaans oververtegenwoordigd in de schuldhulpverlening.

Felix van Ballegooij, wethouder in Roermond bevestigt dat en vult aan. ‘We zien dat we in het sociaal domein veel interventies moeten inzetten. Zo hebben we in ons ambtelijke apparaat een sociaal boekhouder, die inwoners kan helpen om hun financiën op orde te krijgen.’

In Roermond ligt het aantal laaggeletterden relatief hoger dan in de rest van Nederland. In de gemeente heeft 17 procent van de bevolking moeite met lezen en schrijven. Het percentage stijgt naar 25 procent als daarbij ook de digitale vaardigheden en rekenen worden meegenomen.

Enerzijds komt het hoge percentage doordat er redelijk veel mensen wonen met een migratieachtergrond. Anderzijds is Roermond een gemeente die relatief veel mensen met een lage sociaaleconomische status kent. ‘Dat is historisch zo gegroeid,’ verklaart Van Ballegooij.

'In onze gemeente hebben we relatief meer huishoudens die in armoede leven.'

Andere gemeente die meer laaggeletterden telt is Eemsdelta: 19 procent van de inwoners is laaggeletterd. Landelijk ligt dat percentage op 12 tot 13 procent. Liesbeth Wassenaar, raadslid in de gemeente Eemsdelta, heeft wel een idee hoe dit komt: ‘In onze gemeente hebben we relatief meer huishoudens die in armoede leven. Ook zijn er relatief meer mensen werkloos, of zij zitten in de Participatiewet. We zien ook duidelijk dat het gaat om generatieproblematiek.’

Economie

Behalve persoonlijke levens raakt laaggeletterdheid ook de economie: jaarlijks kost die de samenleving zo’n 1,1 miljard euro (PricewaterhouseCoopers, 2018) zegt Heijkoop. ‘Die kosten omvatten bijna alle vlakken van de samenleving. Neem de gezondheidszorg. De kosten voor gezondheidszorg zijn hoger voor laaggeletterden door bijvoorbeeld bedrijfsongevallen. En laaggeletterden nemen vaker ziekteverlof op; ze houden van alles voor zich door stress, angst en schaamte. Daarnaast maken ze meer zorgkosten, doordat ze vaker de huisarts en het ziekenhuis bezoeken.’

'Het arbeidspotentieel van die mensen gaat dan verloren; het is onbenut talent.'

De woordvoerder voegt toe dat laaggeletterdheid effect heeft op de arbeidsmarkt: ‘We zien dat langdurig werkzoekenden (langer dan 12 maanden), vaak moeite hebben met de basisvaardigheden. Het arbeidspotentieel van die mensen gaat dan verloren; het is onbenut talent. De mensen zelf lopen ook veel inkomsten mis.’

De gevolgen van laaggeletterdheid voor de arbeidsmarkt worden langzaam ook voelbaar in Roermond. ‘Roermond is een gemeente waar we gelukkig veel werkgelegenheid in de retail en in de industrie hebben,’ zegt Van Ballegooij. ‘Veel mensen vinden dus nog wel een werkplek waar ze hun boterham kunnen verdienen. Dat neemt de zorgen nog niet weg, zeker nu automatisering en verduurzaming een rol gaan spelen. Nu gelukkig nog niet zo sterk, maar het manifesteert zich wel.’

Aanrader

Gemeenten hebben de taak laaggeletterdheid aan te pakken en straks ligt de regierol in samenwerkingsverbanden officieel bij gemeenten. Hoe pakt Roermond het aan?

‘Ik zou iedere bestuurder aanraden om het probleem eerst goed in kaart te brengen,' zegt Van Ballegooij, 'dan kun je het vertalen naar cijfers en het daarmee agenderen. Je hebt dan een concreet beeld van de omvang en de gevolgen van de problematiek. Laaggeletterdheid is geen sexy onderwerp aan de collegetafels, maar het is wel ontzettend belangrijk.' Waarop nog een tip volgt: 'Je kunt het makkelijk vertalen naar de kosten in het sociaal domein. Vaak gaat het nu nog om repareren, terwijl je het vooraf moet kwantificeren.’ 

Eemsdelta zet in op activiteiten die inwoners uit de laaggeletterdheid moeten halen. Een deel van de projecten wordt gefinancierd uit het Nationaal Programma Groningen (NPG), het programma dat de gemeente in het aardbevingsgebied vooruit moet helpen. Hiermee is extra geld beschikbaar gekomen.

'In Eemsdelta werken we in projecten vooral samen met de bibliotheek, het Taalhuis, Humanitas en onze plaatselijke welzijnsorganisatie.'

‘In Eemsdelta werken we in projecten vooral samen met de bibliotheek, het Taalhuis, Humanitas en onze plaatselijke welzijnsorganisatie. Op deze locaties zijn projecten opgericht waar mensen ondersteuning kunnen vinden bij het invullen van formulieren en worden ze  geholpen met het lezen van brieven en mailtjes. Ook worden in de bibliotheek voorleesmiddagen georganiseerd waar ieder kind naar toe kan. In het Taalcafé kunnen mensen inlopen om te oefenen met de Nederlandse taal. En er worden speciale taallessen aangeboden aan statushouders.’

Werkgevers

In Roermond loopt het programma ‘Kiezen voor Kansen.’ Een ruime 10 miljoen euro wordt ingezet binnen het sociaal domein en onderwijs om laaggeletterdheid aan te pakken. De aanpak is deels regionaal, waarbij de gemeente de samenwerking zoekt met werkgevers.

‘We zijn nu bezig werkgevers te benaderen,’ zegt Van Ballegooij. ‘Samen onderzoeken we wat een scholingsaanbod voor hen kan betekenen. Werkgevers krijgen nu eenmaal ook te maken met personeel dat zich in de schulden werkt. Werknemers kunnen daardoor verminderd inzetbaar zijn, omdat ze als gevolg van die schulden bijvoorbeeld gezondheidsklachten krijgen. Dus is het voor werkgevers ook belangrijk dat hun personeel voldoende geletterd is.’  

Eemsdelta wil de laaggeletterdheid aanpakken door vroeg te signaleren. Wassenaar: ‘Er loopt nu een project op scholen waarvan we weten dat daar veel kinderen zitten met ouders die laaggeletterd zijn. Of waar thuis armoedeproblematiek speelt. We zien hier dat sommige kinderen met een achterstand op school zijn begonnen. Door in te zetten op intensieve begeleiding en ouderbetrokkenheid proberen we de kinderen op het niveau van hun leeftijdsgenootjes te brengen. Op deze manier bereik je niet alleen de kinderen, maar ook de ouders. Zo proberen we als gemeente dit op scholen ook aan te pakken.’

Jongeren

Het aantal jongeren dat met een taalachterstand van school komt, groeit. Uit het internationale onderzoek PISA-2022 blijkt dat een op de drie 15-jarigen in Nederland een leesachterstand heeft. Het gevolg van een combinatie van verschillende factoren.

'We weten dat een op de negen ouders met minderjarige kinderen zelf laaggeletterd is.'

Heijkoop: ‘We weten dat een op de negen ouders met minderjarige kinderen zelf laaggeletterd is. Kinderen in die gezinnen lopen veel meer risico. Je kunt je voorstellen dat in die gezinnen taal geen grote rol speelt; kinderen zullen niet worden voorgelezen, ze zullen niet worden gestimuleerd om woordjes te oefenen. Die kinderen beginnen al met een taalachterstand op school. Voor ieder kind is het belangrijk dat ze goed opletten op school, want iedereen kan een taalachterstand oplopen, maar deze groep kinderen haalt de taalachterstand hun verdere schooltijd niet meer in.’

Ook verlaten steeds meer mbo-studenten school met een te laag taalniveau. ‘Daarom is het zo belangrijk dat het ook voor volwassenen mogelijk is op een laagdrempelige manier te blijven werken aan de basisvaardigheden.’

Vroeg signaleren

Volgens Wassenaar speelt ook hier het vroeg signaleren een grote rol. ‘Je wilt als overheid dat iedereen in de maatschappij alle kansen krijgt die er zijn. Als het gezinnen niet lukt die  aan hun kinderen te geven doordat ze laaggeletterd zijn, is het zaak dit vroeg te signaleren. Als je als ambtenaar ziet dat een ouder die een aanvraag doet voor een bepaalde uitkering moeite heeft met taal, dan moet je daar aandacht aan geven. Op die manier kan je gezinnen gaan ondersteunen en kan het probleem integraal worden opgelost.’

En de manier waarop we communiceren? Daar moeten we ons constant bewust van zijn, zegt Wassenaar. ‘Voor ons als politici is het ontzettend belangrijk dat wij ons bij het bespreken van een onderwerp afvragen of iedereen het wel kan begrijpen. Is het duidelijk wat we nu vertellen, of kunnen we dit nog makkelijker uitleggen?’


Afbeelding: Patricia Rehe | ANP