Het is inmiddels september en nog steeds is er nauwelijks een druppel gevallen. Anders dan in bijvoorbeeld Italië of Spanje hebben we hier nog geen last van verwoestijning. Door op een andere manier met ons waterbeheer om te gaan, kunnen we grootschalige droogte in de toekomst voorkomen. Of zijn we te laat?


Minder watergebruik onvermijdelijk 

Portret Jeroen HaanJeroen Haan

Dijkgraaf van Stichtse Rijnlanden


Waarom is het nu weer net zo penibel als in 2018?

‘Ik zal het nog een graadje erger maken: dit type droogte zal vaker voor gaan komen. En eigenlijk is het nu ook al weer ernstiger dan toen, omdat het langer gaat duren. De lage rivierstand is niet alleen historisch, het is ook éérder dan normaal.’

Vorig jaar was de watersnood in Limburg. Hoe moet je omgaan met die extremen?

‘Klopt, vorig jaar zaten we met extreem hoog water. De extremen worden extremer en zullen ook vaker voorkomen. Dit weten we al heel lang. Al 25 jaar geleden verschenen er rapporten over dat we water beter vast moeten houden. Ook de boodschap dat je met het water en het bodemsysteem rekening moet houden bij de inrichting van Nederland is niet nieuw.’

Maar?

Er is wel van alles gebeurd, maar omdat de opgave steeds groter wordt, is het nog niet genoeg. Het perspectief is ook dat we het met alleen maatregelen en techniek niet meer gaan redden.’

Wat betekent dat?

‘Dat we als overheid niet alleen water moeten sparen voor droge tijden, maar ook water moeten bésparen. Anders komen we er niet. We kunnen er niet meer vanuit gaan dat er genoeg water is voor alle watervragende functies. Dat betekent dat inwoners er rekening mee zullen moeten houden, net als bedrijven. In Frankrijk zijn al dorpen waar geen water meer uit de kraan kwam dit jaar. Ook voor zoiets als intensieve boomteelt is niet altijd water meer beschikbaar.’

Dat is Frankrijk.

‘Klopt. Als je het over een jaargemiddelde bekijkt, lijkt er in totaal genoeg water in Nederland. Maar het water dat in de winter valt is niet zo makkelijk op te slaan voor de droogte in de zomer. Je kunt het bijvoorbeeld ondergronds opslaan, maar de technieken daarvoor zijn nog niet volledig uitgewerkt. En als je het bovengronds doet, heb je ook als je grote reservoirs aanlegt maar voor een paar dagen water.

De Rijn voert nu 680.000 liter per seconde af, dat zijn enorme hoeveelheden. Je kunt niet alles opslaan. De afvoer van rivieren is enorm belangrijk. In gebieden waar we afhankelijk zijn van regen, zoals in het oosten van het land en Zeeland, zullen we zien dat er gewoon niet genoeg water is voor teelten. Dan wordt de vraag of het met wat minder water kan meer dan relevant.’

Hebben geborgde zetels in de waterschappen anno 2022 nog negatieve invloed op de aanpak van de droogteproblematiek?

‘Wanneer water schaars is, gaan verschillende belangen met elkaar strijden en moet een belangenafweging worden gemaakt: moet het naar drinkwater, natuur of naar boeren? Je ziet het natuurlijk ook in de discussie over hogere grondwaterstanden. Die zijn nodig voor natuur of bebouwing, maar kunnen boeren soms in hun bedrijfsvoering benadelen. Bijvoorbeeld wanneer ze in het voorjaar het land op willen zonder dat de grond te drassig is. De geborgde zetels als “issue” liggen nu bij de Tweede en Eerste Kamer.’

Wat gaat dat betekenen?

‘In ieder geval een andere verhouding. Ook de gereserveerde stoel voor een van de geborgde zetels in het dagelijks bestuur verdwijnt. We krijgen dan dus wel een meer open manier van coalitievorming.’

En dan drinkwater: is dat goed geregeld in Nederland?

‘Voor nu wel, maar ik maak me er wel zorgen over of dat op termijn zo blijft. Datzelfde geldt voor regionale dijken, die van klei en veen zijn gemaakt. Die werken als een spons. Een natte spons is stevig, maar als ze opdrogen, dan kunnen ze opzij geduwd worden door het water.’

Is het terecht om te benadrukken dat we als consumenten minder lang moeten douchen, terwijl de industrie onbekommerd water blijft verspillen?

‘Waterbewustzijn is belangrijk voor iedereen. Een eerlijke beprijzing voor drinkwater zou daarbij wel welkom zijn.’

Hoe bedoel je?

‘Een progressieve beprijzing is een goed idee. Grootverbruikers betalen daarin meer dan consumenten. Dat lijkt me logisch. ’

Gaat drinkwater ook in de basis duurder worden? Dus zelfs als je enorm bespaart en zuinig doet?

‘Ik denk dat als we de werkelijke waarde meer in de prijs tot uiting zouden laten komen, dan zou dat in theorie logisch zijn. Maar drinkwater moet wat mij betreft voor iedereen toegankelijk blijven. Een gedifferentieerde rekening dus.

Voor de duidelijkheid: een zwembadje voor je kinderen valt binnen de basis. Dat kost net zoveel water als een paar douchebeurten. Een groot zwembad in je achtertuin bij je huis van twee miljoen, is dan weer een ander verhaal.’


Van de lange adem, maar we moeten wel opschieten 

Portret Marlies van de VoortMarlies van de Voort

Lid Algemeen Bestuur in Rijn en IJssel


Rijn en IJssel kent dit jaar het grootste neerslagtekort in Nederland. Levert dat veel problemen op?

‘Ja. Beken staan droog, de rivieren staan laag en er kan minder geschut worden bij sluizen om water vast te houden. Alles is geel en droog, je ziet het gewoon.’

Wat doet het waterschap hieraan en aan klimaatadaptie in het algemeen?

‘Best veel, maar sommige zaken zitten in de startfase. Zo hebben we net een waterbeheerprogramma vastgesteld, waarin onder andere voorraadbeheer is geregeld.’

Hoe is dat programma vastgesteld?

‘In een analyse is gekeken naar gebieden waar je water vast zou kunnen houden en wat de effectiviteit van maatregelen zal zijn. Denk aan efficiënt irrigeren, het afkoppelen van regenwater, het aanleggen van spaarbekkens of het omzetten van naaldbos naar heide.’

Er is al jaren droogte, had er niet al veel eerder iets moeten gebeuren?

‘De conclusie dat het gebied moest veranderen, hadden we beter een flink aantal jaar eerder kunnen trekken, ja. We hebben het ingericht als vergiet en het moet een spons worden. Maar je kunt niet zomaar alle waterpeilen per vandaag aanpassen en tegen mensen en bedrijven zeggen “zie maar hoe je je aanpast”.’

Hoe moet het dan wel?

‘Gefaseerd en op procesmatige wijze. Vanuit het Deltaprogramma en het nationaal programma landelijk gebied wordt gekeken naar hoe we met dit soort opgaven om moeten gaan.’

Maar gaat het niet allemaal veel te traag?

‘Ja, als je kijkt naar de problemen dan gaat het zeker te traag. Maar het anders inrichten van het gebied kost helaas veel tijd. Waar wil je landbouw hebben en waar niet? Waar moeten andere typen bos komen of andere soorten natuur? Het onttrekken van water en het afvoeren van water was jarenlang leidend. Dat moet nu omgekeerd worden en is tijdrovend.’

De problematiek wordt bijna met de dag nijpender. Levert dat mogelijkheden op om toch te versnellen?

‘De grote plannen komen, de lijsten met maatregelen zijn lang en kansrijk, maar er moet qua procedures en qua fysiek werk ontzettend veel gebeuren. Van aannemers en medewerkers die projecten uit kunnen voeren, tot aan wetswijzigingen en bedrijven die moeten verplaatsen. Het is ontzettend complex.’

Stel dat je niet te maken zou hebben met alle wetmatige en praktische belemmeringen en je zou een jaar lang alles kunnen doen wat nodig is. Waarmee zou je dan de grootste klappen kunnen maken?

‘Ik ben zelf geen watertechnicus, dus dat vind ik een lastige vraag. Maar het grootste probleem is dus dat er veel water onttrokken wordt. Je zou bij wijze van spreken alle stuwen en sluizen dicht kunnen zetten, maar daar creëer je alleen maar nieuwe problemen mee.

Een ander probleem is dat het gebied niet alleen op afvoeren is ingericht, maar ook op gebruik. Het gebruik moet ook omlaag. Helaas is daar de praktijk weerbarstig: want bepaal maar eens wie dat dan hoe moet doen.’

En andersom: door klimaatverandering kun je ook wateroverlast krijgen?

‘Precies en dat maakt het dus nog complexer. Maar waar 2030 het doeljaar is om CO2 drastisch te reduceren, zijn er nog geen grootste en meeslepende doeljaren voor klimaatadaptatie van waterschappen. Dat kan ook niet, want we hebben nog niet scherp genoeg hoe het gebied ingericht zou moeten worden. Klimaatadaptatie is echt van de lange adem, maar we willen wel opschieten.’


Omringd door water en toch een neerslagtekort 

Portret Dieuwke LouwrinkDieuwke Louwrink

Lid Algemeen Bestuur in Scheldestromen


Het waterschap Scheldestromen heeft ook een groot neerslagtekort én wordt tegelijkertijd omringd door water. Van tekort naar potentiële wateroverlast. Hoe gaan jullie daar mee om?

‘Het probleem is dat het water waardoor we omringd worden zout is. Daardoor is er veel verzilting van de bodem. Water vasthouden is hier dus heel belangrijk. Nog niet zo heel lang geleden wilden we het Grevelingenmeer zout laten worden, maar we hebben juist meer zoet water nodig, dus dat plan is van tafel. In de polder bij Rilland is nu een systeem gemaakt, waardoor water via de polders verdeeld kan worden. Met de agrariërs hebben we vorige week een overleg gehad om dit verder uit te zetten in het gebied.’

En wat als er juist wateroverlast is?

‘Dan wil je dat zo snel mogelijk af kunnen voeren, wat boeren met drainage bijvoorbeeld doen. Maar ook zij zetten dat steeds vaker dicht om water in de grond te houden.’

Hoe kan het dat er niet eerder is ingegrepen?

‘Dat zeespiegel gaat stijgen, horen we al een tijdje. Maar mensen hebben heel lang gedacht dat het wel mee zou vallen. Als je een jaar hebt, waarin het even wat normaler is, zakt het gevoel van urgentie weer weg. Nu wordt duidelijk dat het allemaal geen incidenten zijn en dat we nú echt moeten ingrijpen.’

Zijn de waterschappen, zoals ze nu georganiseerd zijn, daar wel geschikt voor?

‘Ik denk niet dat de provincie het beter had gedaan. Het is allemaal mensenwerk en heel complex. Bedenk ook, we zitten hier in Zeeland bijvoorbeeld met héél veel water. Dus er is nu veel aandacht voor dijkverzwaring, maar is dat wel iets wat je tot in lengte van dagen zo moet oplossen, of kan het ook anders?’

Zeeland is wat dat betreft wel een mooi voorbeeld: de Deltawerken waren groots en meeslepend. Zijn er grootse en meeslepende oplossingen voor de klimaatproblematiek van nu?

‘Ik heb het antwoord daar niet op. We zijn er mee gestart en onderzoeken van gebied tot gebied welke mogelijkheden er zijn. In 2027 willen we hier in ieder geval de dijken verzwaard hebben, water beter vasthouden en verzilting tegengaan. Maar een “simpel” en groot project als de Deltawerken kan niet zomaar. We zien namelijk ook dat in een paar jaar tijd de situatie zo is veranderd, dat er weer op een hele andere manier met water omgegaan moet worden.’

Hebben de waterschappen voor al deze complexe problemen voldoende instrumenten in handen of is er hulp van buiten nodig?

‘Als we naar ons eigen waterschap kijken: we hebben heel weinig inwoners, maar grote problematiek. Zonder financiële hulp van het Rijk is het niet op te brengen, want we kunnen de kosten niet verhalen op de relatief weinige inwoners hier. Dat zou onevenredig zijn.’


Afbeelding: Jeffrey Groeneweg | ANP

Bijschrift afbeelding: in de Waal bij Nijmegen staat veel minder water dan normaal