De verkiezingen naderen met rasse schreden. Wie zijn de nieuwkomers op de kandidatenlijst en wat drijft hen om zich landelijk verkiesbaar te stellen? Jan Daenen, Mariëtte Patijn en Eylem Köseoglu stellen zich voor en delen hun motivatie.


‘Voorzieningen voor iedereen toegankelijk maken’

Portret Jan DaenenJan Daenen

Statenlid PvdA Gelderland, nummer 32 op de kandidatenlijst


Zo, plek 32. Tevreden?

‘Het is een grote eer om op de lijst te staan. Ik wist het eerst niet zo goed hoe kansrijk 32 is, maar toen bedacht ik me dat het gaat om twee partijen en dat iedere partij een halve lijst krijgt. En vergeet niet dat de PvdA in 2012 in haar eentje, ook verrassend 38 zetels kreeg. Nummer 32 is dus een prima plek.’

Waarom ga je nu het avontuur aan?

‘Ik had na de kabinetsval enorme woede: ik was boos dat ze nu het kabinet lieten vallen en er met de pet naar gooiden, terwijl er zoveel crises zijn om op te lossen. Maar uiteindelijk dacht ik: misschien moet ik het zelf wel gaan doen. Een aantal mensen had het me al eens gevraagd of geadviseerd. In de politiek is timing niet altijd even makkelijk, maar ik dacht wel: als ik de stap wil wagen, dan moet ik het nu doen.’

Waar wil jij je hard voor maken in Den Haag?

‘Ik ben nu op provinciaal niveau enkele jaren actief en ik zie hoe het beleid van het Rijk niet afdoende is. Dat gebieden buiten de steden niet gezien worden, zoals ook staat in het rapport Elke Regio Telt. Dat staat vol met sociaal-democratische thema’s en ik denk dat we daarin het verschil kunnen maken. Voorzieningen moeten niet alleen in centrumgebieden komen, maar voor iedereen toegankelijk worden gemaakt. Dat je met het openbaar vervoer nog steeds je oma kunt bezoeken of tijdens vroege en late shifts je werk kunt bereiken. Dat er voldoende woningen zijn, zodat jongeren ook kunnen wonen. Want het is voor jongeren significant moeilijker om een woning te krijgen. Het bijzondere is, dat het klasse en achtergrond overstijgt: zowel boerenzonen als mijn studievrienden van Wageningen University vinden moeilijk een woning.’

Zien we jou nou straks overal op verkiezingsposters?

‘Ik vind het niet zo fraai om mezelf naar boven te vechten. Ik sta in dienst van de partij. Maar in Brabant, waar ik vandaan kom en in Gelderland ga ik wel op pad om het verschil te maken. In het verleden heb ik weleens een vat bier beschikbaar gesteld, maar ik weet nog niet of ik dat deze keer weer doe. Als ik in de Tweede Kamer kom, wil ik ook echt in contact blijven met de regio’s en niet elke dag in Den Haag hangen. Dat is een bubbel. Ik ga liever een dag op pad in de wijk of op een bedrijfsbezoek met bestuurders, dan dat we notities uitwisselen.’

Je hebt in de provincie sinds dit jaar ook te maken met BBB. Werkt dat voor jou nog in je voordeel?

‘Hoe ze opereren weet ik in ieder geval. Het is de kunst met de juiste partijen bondgenootschappen te sluiten op thema’s. Voor mij was het een belangrijke les om met hen aan de slag te gaan. Overall kun je wel zien dat mensen meer vertrouwen lijken te hebben in partijen die niet gevestigd zijn. Maar ik heb er wel heel veel zin in. Het is een tijd waarin de panelen verschuiven, waarin politiek meer mogelijk is en onder het juk uitkomen van die neoliberale stroom van de afgelopen jaren. We moeten nu alle beentjes bijzetten voor een socialer Nederland.’


'Meer zekerheid voor mensen met onzekere banen en onzeker inkomen'

Portret Mariëtte PatijnMariëtte Patijn

Bestuurslid FNV / Projectleider Nederlandse Arbeidsinspectie, nummer 6 op de kandidatenlijst


Waarom wil je de Tweede Kamer in?

‘Als vakbondsbestuurder en projectleider bij de Nederlandse Arbeidsinspectie heb ik gezien dat veel op de arbeidsmarkt anders moet en kan. Vanuit de Tweede Kamer heb ik de kans om echt iets te doen om mensen met onzekere banen en onzeker inkomen meer zekerheid te geven.’

Wat ga je doen voor de campagne?

‘Ik wil de verenigingen van de partijen beter leren kennen en met hen langs de huizen en de straat op. Daarnaast wil ik scherper krijgen wat echt belangrijk is voor mensen als het over werk en inkomen gaat. Het klopt niet dat net de helft van de werkenden een vast contract heeft.’

Hoe belangrijk zijn lokale bestuurders in het bereiken van je doelen?

‘Oplossingen voor een beter werkende arbeidsmarkt moeten werken in de praktijk. Daar hebben de mensen in de gemeente en de regio goed zicht op. Zonder hun inzichten komen we niet tot goede maatregelen. Ik hoop dat we de lijnen kort kunnen houden.’

Wat neem je mee vanuit de maatschappelijke ervaring naar Den Haag?

‘Ik denk dat ik bij de FNV niet alleen heb gezien wat er niet goed gaat. Ik heb ook vaak gezien hoe het wel kan. Gelukkig zijn er werkgevers die hun werkgeversrol wel serieus invullen. Daarnaast helpt het dat ik weet hoe het maatschappelijk middenveld werkt.’

Heeft je tijd bij de arbeidsinspectie nog invloed gehad?

‘Zeker. Deze afgelopen jaren hebben me inzicht gegeven hoe bijzonder deze organisatie is. En hoe gemotiveerd de collega’s zijn om te zorgen dat er eerlijk, gezond en veilig gewerkt kan worden in Nederland. Er kan een heleboel wetgeving worden bedacht, maar die werkt alleen als dit soort organisaties de handhaving uitvoeren.’


 ‘Naar samenleving met gelijke kansen en toegang tot basisbehoeften’

Portret Eylem KöseogluEylem Köseoglu

Fractievoorzitter PvdA Zaanstad, nummer 34 op de kandidatenlijst


Waarom wil je de Tweede Kamer in?

‘Waar ik opgegroeid ben met gelijkheid – vrij van traditionele rolpatronen – zag ik al snel dat iemands achtergrond voor een verschil zorgt in kansen en gelijke behandeling in het onderwijs, op het werk, op straat, bij belastingen, uitkeringen... Dat is niet veranderd; het is zelfs verergerd. Mijn motto is: “Je leeft niet alleen voor jezelf. Als jij vindt dat iets niet goed gaat, kun je zelf een bijdrage leveren aan verandering. Dat doe je stap voor stap, zonder je doel uit het oog te verliezen.”’

Hoe heb je dat als raadslid gedaan?

‘In Zaanstad heb ik verandering gebracht die gericht is op het creëren van gelijke kansen in het onderwijs, de sociale zekerheid en het bevorderen van diversiteit en inclusie. Ik heb me ingezet voor het aanpakken van het lerarentekort, straatintimidatie, huisjesmelkers, ik ben actief geweest in de strijd tegen fraudesignaleringssystemen en voor het creëren van meer basisbanen. Nu wil ik deze inzet op landelijk niveau voortzetten, omdat veel van de lokale problemen op nationaal niveau moeten worden aangepakt. Voor mij draait politiek om de strijd voor het recht op een fatsoenlijk bestaan. Helaas zie ik op dit moment dat de kloof tussen de overheid en de samenleving groter is geworden, waardoor mensen zich niet gehoord voelen. We leven in een samenleving waarin bepaalde groepen achterblijven en soms worden benadeeld door het systeem.’

Wat wil je aanpakken?

‘Heel veel. Om er één specifiek te noemen: uit de openbare verhoren enquête Fraudebeleid en Dienstverlening komt duidelijk naar voren dat een grondige herziening van ons sociaal beleid en voorzieningen nodig is met daarbij de manier waarop we als overheid omgaan met onze burgers. Bureaucratische processen lijken belangrijker dan het welzijn van mensen. Menselijke waardigheid wordt verwaarloosd in het streven naar meer controle, efficiëntie en kostenbesparing. Willen we een samenleving waarin mensen afhankelijk zijn van toeslagen en subsidies om te kunnen overleven? Of willen we een samenleving waarin iedereen de kans krijgt op eigen kracht een fatsoenlijk bestaan op te bouwen?’

Hoe stel je je dat voor?

‘We moeten streven naar een samenleving waarin gelijke kansen en toegang tot basisbehoeften centraal staan, zonder afhankelijkheid van complexe systemen. Het is tijd de hele ijsberg te onthullen en diepgewortelde problemen aan te pakken. Alleen dan kunnen we spreken van een democratische samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft en niemand in de schaduw van bureaucratie wordt achtergelaten. Daarnaast is het tijd institutioneel racisme, discriminatie en genderongelijkheid grondig aan te pakken in plaats van te vertrouwen op tijdelijke oplossingen om ze te minimaliseren.’

Hoe ga je samenwerken met lokale bestuurders?

‘Ik zal nauw contact onderhouden met lokale bestuurders en volksvertegenwoordigers. Uit ervaring weet ik dat wat in Den Haag wordt bedacht of als een goed idee wordt gepresenteerd, niet altijd even goed uitpakt op lokaal niveau en in de uitvoering. Daarom is het van groot belang altijd het lokale perspectief in overweging te nemen. Daarbij zijn burgerparticipatie en samenwerking met de mensen voor wie je het doet krachtige middelen om positieve verandering te bewerkstelligen. Het is essentieel vanuit het perspectief van mensen te denken en goed op de hoogte te zijn van wat er speelt in de samenleving. Zo kan je signalen effectief omzetten in concrete acties en voorstellen.’


Afbeelding: Robin Utrecht | ANP