De jeugdzorg dreigt volgend jaar nog eens 500 miljoen euro te moeten bezuinigen. Gemeenten zien steeds meer jongeren aankloppen voor hulp.


Een verwarrende boodschap: het huidige kabinet moet vanaf volgend jaar nog eens ruim 500 miljoen euro bezuinigen op de jeugdzorg. Demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen wil af van deze afspraak die stamt uit het coalitieakkoord, maar draait hem niet terug. Volgens de scheidend bewindspersoon is een besluit over de extra bezuiniging aan een volgend kabinet.

Het is niet duidelijk waar de extra 500 miljoen vandaan moet komen. Van Ooijen schrijft de Kamer dat alles wat ‘redelijk en haalbaar’ is al is vastgesteld in de recente Hervormingsagenda, waarin al een korting van ruim 1 miljard euro was vastgelegd.

Eigen bijdrage

Een van de opties is een eigen bijdrage van 1500 euro. ‘Een eigen bijdrage lijkt me nu het slechtste wat je kunt vragen aan een toch al kwetsbare groep’, reageert Annelies Wielders, raadslid in Sittard-Geleen. Zij werkte tot voor kort in het maatschappelijk werk en heeft veel ervaring met jongeren die problemen kennen. ‘Het werpt een drempel op voor gezinnen die het niet breed hebben. Tuurlijk ben ik voor de zwaarste lasten voor de sterkste schouders, maar dat is in dit geval heel moeilijk te bepalen.’

Wielders is twee jaar raadslid en maakt zich zorgen over de neerwaartse spiraal in de jeugdzorg. ‘Hoe kan je denken dat er nog meer geld vanaf kan? Dat heeft niets met de werkelijkheid te maken. Ik zie medewerkers jeugdzorg vertrekken naar het onderwijs, omdat hun baan ontzettend zwaar is en slecht betaald. Met alle bezuinigingen haal je de kwaliteit weg.’

’De moeilijke, duurdere trajecten verdwijnen en dat is slecht voor die kinderen met zwaardere problemen.’

Ook Sittard-Geleen zal de gevolgen van de nieuwe korting merken, ziet zij vanuit de oppositie. ‘De gemeente geeft op papier weliswaar minder uit dan begroot. Maar dat komt waarschijnlijk doordat de makkelijke, snelle hulpverlenerstrajecten overblijven. De moeilijke, duurdere trajecten verdwijnen en dat is slecht voor die kinderen met zwaardere problemen.’

Hulpaanbieders

Jeugdzorg is sinds 2015 bij gemeenten ondergebracht. Op de vraag of dat een verbetering is geweest, antwoordt Wielders ontkennend. ‘Aan de ene kant zie je dat we ambtenaren in dienst hebben gekregen die eerder zelf in de jeugdzorg hebben gewerkt, dus dat is goed. Aan de andere kant heeft de gemeente weinig invloed op het beleid van de aanbieders. In onze regio dreigde een grote instelling om te vallen, omdat ze het financieel niet kon bolwerken. Gemeenten zijn dan verplicht om bij te springen. Anders is de zorg weg. Bij ons ging het om 8 miljoen euro. Het enige wat we in een motie konden eisen, is dat de directeur voortaan wel onder de Balkenende-norm verdient.’

Inmiddels is een tweede grote aanbieder in de regio in financieel zwaar weer beland. ‘Weer doen ze een beroep op de gemeenten. Ook hier mogen we niet meekijken in de boeken en mag je de aanbieder niet verplichten te overleggen.’

Liever zou Wielders zien dat gemeenten vaker in zee gaat met kleinere aanbieders, die minder hoge tarieven hanteren, omdat ze minder overheadkosten hebben. ‘Maar dat heeft de gemeente afgeschaft, omdat het te veel werk zou zijn om al die kleintjes te controleren. Wat zie je nu: een grote aanbieder heeft vaak tien kleinere, gespecialiseerde bureaus in de arm genomen. En dan blijft een deel van het geld bij die overkoepelende instelling hangen.

'Voorbarig met besparingen'

Wethouder Sam Meerhoff in Heemstede is niet te spreken over de Kamerbrief van het kabinet. ‘Het wordt nu wel duidelijk dat het kabinet heel voorbarig was met besparingen in de jeugdzorg. Als Van Ooijen zegt dat we door meer samenwerken in de regio en met betere afspraken nog meer kunnen bezuinigen: dat doen we al. Natuurlijk ben ik voorstander om kwaliteit te verbeteren. Maar dan moet je niet extra gaan bezuinigen.’

Mocht de 500 miljoen volgend jaar toch doorgaan, dan is alleen Heemstede al volgend jaar ‘een paar ton richting de miljoen’ kwijt, becijfert Meerhoff.

De innovaties die Van Ooijen in zijn brief voorstelt, zijn volgens de wethouder een oud verhaal. ‘In Heemstede werken we de wachtlijsten weg door zij die de zorg het hardst nodig hebben voorrang te geven. Dat doen we samen met de omgeving, zoals de familie en de school. Dat vergt een omslag in denken. Het is te normaal geworden dat een kind dat het moeilijk heeft de oplossing als individu moet zoeken.’

'Niet dat we steeds weer moeten reageren op landelijke ontwikkelingen. Dat verstoort ons proces.'

Volgens Meerhoff vergt het een lange adem om de jeugdzorg te verbeteren. ‘Het is de kunst om iedereen aangehaakt te krijgen: de scholen en docenten, het CJG, de aanbieders en het gezin. Dat maakt het complex en daarvoor hebben we ruimte nodig. Niet dat we steeds weer moeten reageren op landelijke ontwikkelingen. Dat verstoort ons proces.’

Meerhoff hoopt dat het Rijk zich niet gaat mengen in de gesprekken tussen gemeenten en jeugdaanbieders. Wel dat het Rijk standaardtarieven en eenzelfde administratie instelt voor alle gemeenten. ‘Aanbieders worden gek van al die verschillende systemen in de verschillende gemeenten’.

In Heemstede liep de vraag naar jeugdzorg lang achter bij de landelijke trend. ‘Maar dat is helaas nu aan het veranderen, we zien de vraag toenemen. We stellen daarom nu een jeugdakkoord op. Een van de doelen is een beter sociaal welbevinden. We hebben met honderden kinderen gesproken om in kaart te brengen wat er speelt. Dan hoor je over de prestatiedruk op school en het sportveld, over de druk op sociale media. We leven in een cultuur waarin je jezelf steeds met een ander vergelijkt. Dat een op de acht kinderen een vorm van jeugdzorg krijgt, zegt iets over onze samenleving.’

Geen grip

In Almelo krijgen nog steeds veel kinderen geen of te laat hulp. Dat zegt PvdA-fractievoorzitter Jorien Geerdink. ‘Het college heeft er geen grip op. Dat kinderen geen hulp krijgen, is een heel groot probleem. Maar de gemeente gooit het op de financiën. Om de tekorten op te vangen, heeft de gemeente veel wegbezuinigd, zoals het jeugdwerk in de buurthuizen. Ze wil naar meer voorliggende voorzieningen. Ze hebben het ene weggesneden terwijl het alternatief er nog niet is.’

Zij vervolgt: ‘Ook bij ons hoor je de verhalen over de sociale druk en mentale weerbaarheid onder de jeugd. Dat is echt een probleem. Ik zie het bij mijn eigen dochters, die in een heel andere wereld leven dan ik destijds. Ze worden veel meer gepusht. Scholen zouden hier iets aan kunnen doen, maar die nemen deze opdracht niet serieus. Ik hoor besturen zeggen dat ze vooral kennis overdragen en geen docenten hebben met tijd voor de problemen onder de kinderen. Zo schuift iedereen het op elkaar af.’

’Ben je zeventien met een probleem, moet je straks wachten tot je volwassen bent.

Wat ook beter kan, zegt Geerdink, is het omgaan met jongeren met meervoudige problemen. ‘Als bij iemand meerdere diagnoses zijn vastgesteld, krijgt die een traject per keer. Dus: wachtlijst en dan van begin naar eind voor de eerste behandeling. Pas als die is afgerond, gaat het kind door naar het volgende traject. Dat moeten we regionaal toch beter kunnen organiseren?’

Geerdink vreest dat door extra bezuinigingen gemeenten de zorg gaan uitstellen tot volwassenenzorg. ‘Dat komt uit een ander potje en dat hoeft de gemeente niet te betalen. Ben je 17 met een probleem, moet je straks wachten tot je volwassen bent voor hulp.’


Afbeelding: Robin Utrecht | ANP