De verkiezingen komen eraan, maar onze Tweede Kamerleden zitten niet stil. Senior beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen licht weer twee belangwekkende zaken uit de afgelopen periode toe: de toegankelijke digitale overheid en de veiligheid van militairen tijdens oefeningen.


Digitale overheid

Voor alle overheidszaken die burgers digitaal kunnen regelen, moet een volwaardig niet-digitaal alternatief bestaan. Dat staat in een van de passages in het GL-PvdA-verkiezingsprogramma.

Het regeringsrapport “Wie bereikt de (Rijks)overheid niet?” bevestigt dat het niet-digitale alternatief hard nodig is. Uit het rapport blijkt dat maar liefst 4,5 miljoen Nederlanders niet over voldoende digitale vaardigheden beschikken.

Informatiepunt digitale overheid

Barbara Kathmann vroeg demissionair staatssecretaris Van Huffelen (onder meer digitale zaken) hoe zij tegen dit probleem aan kijkt. En: welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris om de groepen die vaak moeite hebben met digitale overheidscommunicatie te helpen?

Ook Van Huffelen vindt dat voor wie het lastig vindt om digitaal te communiceren met de overheid, altijd “een andere manier om in contact te treden met publieke dienstverleners” moet zijn. Voor dat alternatief verwijst de staatssecretaris naar het Informatiepunt Digitale Overheid (IDO) in de bibliotheek in de buurt. Daarnaast krijgen gemeenten 80 miljoen euro per jaar voor het aanbieden van cursussen basisvaardigheden aan volwassenen in bibliotheken en buurthuizen.

Bereik vergroten

Kathmann vroeg daarop of het aantal Informatiepunten Digitale Overheid voldoende is. Volgens Van Huffelen is dat het geval; zij wijst op het landelijk dekkend netwerk van IDO’s. Het bereik daarvan wil zij vergroten door “een regierol bij gemeenten te beleggen en te stimuleren dat er ook IDO’s worden ingericht buiten de muren van de bibliotheek, bijvoorbeeld bij wijk- en buurthuizen”. Hoe dat precies vorm moet krijgen en moet worden gefinancierd, is onduidelijk.

De staatssecretaris begrijpt dat het gebruik van DigiD voor veel mensen ingewikkeld is. Naarmate de veiligheidseisen voor het vaststellen van identiteit hoger werden, kwam dat de toegankelijkheid niet ten goede. Met updates moet DigiD in de nabije toekomst gemakkelijker te gebruiken worden.


Veiligheid voor militairen

Dat militairen in actie risico’s lopen, is algemeen bekend. De risico’s zijn nooit helemaal van te voren in te schatten, maar er kan wel rekening mee worden gehouden. Dat militairen zelfs tijdens oefeningen gevaar lopen, zou echter niet nodig hoeven te zijn. Toch is dat gevaar er wel degelijk.

Hersenschade

Dagblad NRC berichtte onlangs over hersenschade die militairen oplopen bij oefeningen waarbij zij veelvuldig blootstaan aan drukgolven. Explosies van springstoffen, mortieren of machinegeweren veroorzaken deze drukgolven. Militairen lopen er Traumatic Brain Injury door op, een aandoening die meestal wordt geassocieerd met boksers die de aandoening krijgen door klappen op hun hoofd.

De krant meldde dat hoewel de aandoening ook bij Defensie al langer bekend is, er in de praktijk te weinig tegen wordt gedaan. Voeg daarbij de ongelukken tijdens oefeningen waarbij de nodige veiligheidsmaatregelen niet worden getroffen toe en zie hier genoeg redenen om de politiek verantwoordelijke ter verantwoording te roepen.

Ziekenhuis

Dat deed Kati Piri bij het mondelinge vragenuur. Zij riep demissionair staatssecretaris Van der Maat van Defensie (bij afwezigheid van de minister) op het matje. Piri wees erop dat elk jaar tientallen militairen door ongelukken tijdens oefeningen in het ziekenhuis belanden. Dat veiligheidsvoorschriften worden genegeerd en dat van de 1200 gewondenhelpers slechts een kwart de vereiste kwalificaties heeft.

De vragen liggen voor de hand. In het kort: hoe komt het dat het nog steeds mis gaat en hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat de veiligheid van defensiepersoneel voortaan wel boven alles gaat?

‘Niet herkenbaar’

De staatssecretaris zei zich niet te herkennen in het beeld dat wordt geschetst en dat Defensie niet genoeg aan preventie zou doen. Van der Maat wijst op afstandsnormen, protocollen en “andere afspraken” die gelden. Verder vindt hij dat regels de militairen niet mogen belemmeren in hun werk.

Allemaal antwoorden waarvan je je kunt afvragen of Defensie het probleem wel serieus genoeg neemt. Piri houdt daar haar twijfels bij.

Omdat de staatssecretaris tegelijkertijd ook erkent dat Defensie er nog niet is, blijft er toch hoop dat het in de toekomst beter kan gaan.


Afbeelding: Persbureau Meter | ANP


Portret Ton LangenhuyzenContactgegevens:


T: 070-3182792
E: t.langenhuyzen@tweedekamer.nl