Zichtbaar zijn dak- en thuislozen vaker niet dan wel; het beeld van de aan allerlei middelen verslaafde zwerver op straat is maar voor een minimaal deel waar. Dakloosheid is meestal een stil probleem veroorzaakt door bijvoorbeeld scheiding, baanverlies of geldgebrek. Wat doen gemeenten om mensen uit de problemen te helpen?


CBS-cijfers laten een afname van dakloosheid zien. Het bureau baseert de cijfers op administratieve bronnen en krijgt daarmee de mensen in beeld die bekend zijn bij de opvangvoorzieningen en reclassering. Ook wie een uitkering krijgt voor adresloze mensen wordt meegeteld.

Punt is dat slechts een deel van de daklozen in beeld komt. Daarbij komen mensen onder de 18 en boven de 65 niet voor in het register met dakloze mensen die een bijstandsuitkering krijgen via de Participatiewet. Daarom beperkt de CBS-daklozenstatistiek zich tot mensen van 18 tot 65 jaar, schrijft de instantie.

Nieuwe telmethode

De nieuwe Ethos telmethode van het Kansfonds geeft een ander beeld. Anders dan het CBS telt het Kansfonds ook kinderen en 65-plussers zonder huis of thuis. Verder neemt deze telling ook mensen zonder verblijfspapieren, mensen die in hun auto of in een stacaravan wonen of telkens bij andere vrienden of familieleden logeren mee. De methode is voor het eerst in Brabant gebruikt. Deze telling laat onder meer zien dat kinderen en jongeren samen ruim 40 procent van de in totaal getelde dak- en thuislozen vormen.

Debatten

Janneke Holman is fractievoorzitter in Den Haag. Zij heeft dakloosheid als speciaal aandachtsgebied en voert veel debatten over daklozenopvang, winteropvang, de manier van tellen en nieuwe oplossingen om het probleem te ondervangen.

Een afname van het aantal dak- en thuislozen zoals de CBS-statistiek aangeeft, kan er bij haar niet in. ‘Uit het veld hoor ik hele andere geluiden. De nachtopvang en de soepbus zien juist meer mensen.’

Den Haag wil de Ethos-manier van tellen die in Brabant is gebruikt ook hanteren zegt zij. De officiële tellingen van nu doen volgens haar geen recht aan de daadwerkelijke situatie in de stad. ‘Het afgelopen jaar hebben we daarover debatten gevoerd. Met de andere manier van tellen breng je het aantal daklozen beter in beeld en kan je gerichter helpen.’

Holman kan wel stellen dat de groep dak-en thuislozen in haar stad behoorlijk gemengd is. Ze noemt onder meer jongeren die op een ongelukkige manier uit de jeugdzorg zijn  gekomen en arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europese landen. Den Haag kent een grote groep arbeidsmigranten. Dat komt doordat Westland een directe buur is van de Hofstad. Veel arbeidsmigranten werken in de tuinbouwsector, maar wonen voornamelijk in Den Haag en andere omliggende gemeenten.

Nieuw beleid

Den Haag heeft onlangs het plan voor dakloosheidsbestrijding aangenomen. Het nieuwe beleid zorgt voor onder meer speciale opvang voor arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa. Concreet is die nog niet, maar zekerheid dat die er komt bestaat wel.

De opvang is nodig, zegt Holman, omdat de groep een kwetsbare positie heeft door onzeker werk en onzekere woonomstandigheden. Hun baan is meestal gekoppeld aan hun verblijfplaats. Geen werk betekent geen bed. Als arbeidsmigranten door baanverlies op straat komen, hebben zij geen recht op ondersteuning. Die komt voor Nederlands ingezetenen uit de Wmo. De uitzendkrachten uit Midden- en Oost-Europa kunnen daarop geen aanspraak maken. Daarom komt er een voor deze groep een aparte opvang. ‘Zij worden er begeleid naar werk of bij terugkeer naar hun land als zij dat willen.’

'Eindeloos bedden bijplussen schiet niet op.'

Het allerbelangrijkste in het nieuwe beleid van dakloosheidsbestrijding vindt Holman het concept van ‘Wonen eerst, housing first’.

‘Wij voeren veel debatten over opvang en permanente winteropvang, maar ondertussen raakt het systeem verstopt. Natuurlijk is het fijn als iemand in een bed in de opvang terecht kan, maar hoe zit het met de doorstroom? De mensen kunnen niet jaren in de opvang blijven. Eindeloos bedden bijplussen schiet niet op. Als je niks doet aan woningen, los je het probleem niet op. Ook vanuit het Rijk is dat het nieuwe standpunt.’

De nieuwe Haagse coalitie heeft recent besloten 8,5 miljoen euro uit te trekken voor de bouw van woningen voor daklozen laat Holman weten. ‘In Finland werken ze al met dit systeem. Als je daar dakloos wordt, krijg je direct een andere woning. Dus daar kennen ze geen daklozen. ‘De precieze uitwerking van het woningbouwplan voor daklozen in Den Haag volgt nog. ‘Dat is een kwestie van de lange adem.’

Een andere wezenlijke verandering in de Hofstad is de komst van een permanente winteropvang die zeven dagen per week 24 uur open gaat als de temperatuur 0 graden of lager is. Daarbij wil Holman dat zo’n opvang ook bij andere extreme weersomstandigheden open is. ‘Code rood bij een storm geldt voor heel Nederland. Iedereen moet binnenblijven. Behalve daklozen? Dat kan niet.’

Humanere opvang

Utrecht werkt volgens raadslid Ilse Raaijmakers al jaren aan een humanere aanpak van de dakloosheidsbestrijding. ‘De massale slaapzalen van vroeger bestaan in Utrecht niet meer. In 2017 zijn we begonnen de opvangcentra te verbouwen. Nu slapen minder mensen op een kamer.’

Raaijmakers vreest dat het succes in Utrecht vanaf 2026 terugloopt, omdat de daklozenopvang onder de Wmo valt. ‘Vanaf 2026 krijgen we veel minder geld voor de Wmo.’

Volgens de coalitie is het alternatief dat meer mensen op straat belanden of weer meer daklozen op een kamer in de opvang gaan overnachten, zegt Raaijmakers. ‘Dat zorgt voor meer stress. Waardoor we meer beveiliging nodig hebben.’

Raaijmakers ziet nu al meer dak- en thuislozen in Utrecht. Net als in Den Haag komt het beeld in Utrecht niet overeen met de statistiek. ‘Ik zie mensen letterlijk op straat slapen.’

‘Op straat los je geen problemen op. Daar worden ze juist erger.'

De 24-uurs opening van de winteropvang noemt zij een lichtpuntje. Belangrijkste probleem ziet zij in het woningentekort, want: ‘Op straat los je geen problemen op. Daar worden ze juist erger. Hebben de mensen weer een dak boven hun hoofd, dan kunnen ze aan hun problemen werken. Daarvoor heb je rust nodig.’

Maar ja, huisvesting. ‘Eigenlijk zou je gemeenten voor alle kwetsbare doelgroepen een taakstelling moeten geven,’ vindt Raaijmakers. ‘Utrecht vangt bijvoorbeeld dak- en thuislozen op terwijl omliggende gemeenten dat niet doen. Met een taakstelling verander je dat.’

Te begrijpen

De Nijmeegse fractievoorzitter Charlotte Brand herkent net zo min als Holman en Raaijmakers een afname van het aantal daklozen. Integendeel, ook in Nijmegen zijn volgens Brand meer mensen dakloos geraakt.

De discussie over de manier van tellen is in Nijmegen al gevoerd. ‘Volgend jaar beginnen wij met de Ethos telmethode. Dan nog is het lastig de omvang van het probleem precies in kaart te hebben, maar we krijgen wel een beter beeld.’

Met alle prijsstijgingen en de inflatie kan Brand de toename van het aantal daklozen wel begrijpen. ‘Sommigen kunnen hun huis niet meer betalen. Raken ze dat kwijt, dan logeren ze eerst nog bij vrienden. Dan in een auto. Het gaat van kwaad tot erger.’

Brand constateert dat meer daklozen dan voorheen kampen met meervoudige problematiek. Naast een woonvraag hebben zij daarmee ook een zorgvraag. ‘Er wordt wel gezegd eerst een dak boven het hoofd en dan de problemen oplossen. Hoe dan? Nijmegen is de derde plek van het land waar het woningtekort zo groot is. Ik denk dat je moet beginnen waar je kunt beginnen. Ook al is dat met zorg bieden als de persoon nog geen huis heeft. Ook om te voorkomen dat ze uit beeld verdwijnen.’

‘Dakloosheid kan jou ook overkomen.’

Daarbij wil Brand de menswaardigheid benadrukken. ‘Dakloosheid kan jou ook overkomen. En de gemeente heeft een zorgplicht.’

Nijmegen beschikt over winteropvang en jaarrond maatschappelijke opvang. De laatste zit vol. De stad is op zoek naar extra plekken. Verder bekijkt Nijmegen hoe zij samen met zorgverleners en woningcorporaties mensen die in de knel zitten sneller en beter kunnen helpen. ‘Daarvoor hebben wij wel meer Rijksgeld nodig: de problemen zijn complexer en de opgave is groter,’ aldus fractievoorzitter Brand.


Afbeelding: Berlinda van Dam | ANP