portret JacquelineDé grote verrassing van deze week was het standpunt van de VVD senatoren over de spreidingswet. Zij gaan, in tegenstelling tot de verwachtingen van velen, voor stemmen. Overtuigd door de oproep van de vele lokale en provinciale bestuurders én door de argumenten en onverzettelijkheid van hun eigen partijgenoot Eric van der Burg. Van der Burg die door een ieder geroemd wordt om zijn ijver, zijn enthousiasme, vriendelijkheid, humor, welbespraaktheid. De superlatieven schieten tekort. In tegenstelling tot de oordelen over het optreden van zijn partijgenoot Dilan Yesilgöz, die de tweespalt binnen de VVD over migratie en asiel niet wist te overbruggen en de onderhandelingen over een nieuwe regering nog moeilijker maakt dan ze al zijn.

Hoe Yesilgöz in de wedstrijd zit, is wel vaker de vraag. Alhoewel, er lijkt een relatie te zijn dat naarmate het spannender wordt, haar reacties laconieker worden. Uitspraken als ‘Het is zoals het is’, of ‘de gesprekken gaan zoals ze gaan’, lijken wel heel mindful, maar zijn niettemin nietszeggende dooddoeners.

Dat de spreidingswet er komt, is heel goed nieuws. Voor de vluchtelingen, voor al die gemeenten die wel hun aandeel leveren in de opvang van vluchtelingen, voor Ter Apel dat zich eindelijk eens gesteund kan voelen. Maar dat zal niet morgen zijn. Voordat we de effecten van de spreidingswet zien, zijn we al snel een jaar verder. Gemeenten krijgen eerst een paar maanden de tijd om ‘een bod’ te doen. Hoeveel plekken kan en wil de gemeente realiseren? Deze ‘biedingen’ worden bij elkaar opgeteld en afgezet tegen het aantal benodigde plekken. Komt dit niet met elkaar overeen en is er alsnog een tekort? Dan is het aan de provincies om gemeenten te verleiden alsnog meer plekken te gaan realiseren. We zijn dan wel al negen maanden onderweg.

Pas na de verleidingskunsten van provincies weet het ministerie of de wet helpt bij het realiseren van voldoende plekken of dat meer dwang noodzakelijk is. Pas dan weet Ter Apel of de wet helpt. Dat geldt ook voor de vluchtelingen. De spreidingswet maakt onderscheid in soorten vluchtelingen, de kansrijken en de kansarmen. Gemeenten krijgen voor de opvang van kansarmen een grotere bonus. Hiermee hoopt de staatssecretaris te bereiken dat gemeenten ook de veilige landers willen opvangen en daarmee de overlast in Ter Apel en Budel kan worden verspreid. Voor gemeenten is dit een rekensom van baten en lasten waarin je de bonus afzet tegen de kosten die mogelijkerwijs kunnen worden veroorzaakt door veilige landers die overlast geven. Het idee dat je hiermee solidariteit tussen gemeenten organiseert is een utopie. Je ziet nu al dat gemeenten voorsorteren en alleen kansrijke vluchtelingen willen opvangen. Ook dat is een nog te nemen horde: hoe ga je hier eerlijk mee om?

Het vinden van de opvanglocaties is met deze wet ook niet gerealiseerd. Het COA stelt eisen, de gemeente stelt eisen, de inwoners stellen eisen. Een enkele keer wordt een locatie voor de neus van het COA weggekaapt door vermogende inwoners, de gang naar de rechter om een locatie tegen te houden wordt inmiddels met regelmaat bewandeld.

In het verzet is recent een nieuwe loot toegevoegd, de composthoop. In Asten probeert een oud-CDA-raadslid een tijdelijk huisvestingsproject voor arbeidsmigranten tegen te houden. Dat doet hij door binnen de grens van 50 meter tot de locatie een composthoop te maken. Heel bijzonder. De raad had al een verklaring van geen bedenkingen afgegeven. De composthoop is er speciaal neergelegd om hier een stokje voor te steken. Een dergelijke actie zal navolging krijgen. Misschien niet in de vorm van vele nieuwe composthopen, maar op allerlei andere manieren zullen de plekken voor huisvesting van vluchtelingen of arbeidsmigranten worden getorpedeerd door mensen die hier geen trek in hebben,  die er ‘gewoon op tegen zijn’.

Van der Burg staat aan het begin met zijn spreidingswet. Dat zal hij zich ook hebben gerealiseerd toen hij, heel ingetogen, het standpunt van de VVD-senatoren hoorde. Deze horde is genomen, maar er volgen nog meer. Hij juicht nog niet en dat is terecht. Het is zoals het is.


Afbeelding: Remko de Waal