De gemeenteraadsverkiezingen laten nog even op zich wachten, maar stemmen kan nu al bij de verkiezing voor de beste lokale bestuurder van Nederland. Een bindend stemadvies geven we niet. Niet omdat er geen PvdA-toppers bij zitten, maar omdat we zelf niet kunnen kiezen tussen Joop Brink, Annebeth Evertz en Roel de Jong als beste lokale bestuurder. Voor de categorie kleine gemeenten hoeven we gelukkig niet te twijfelen: daar is Vincent van Neerbos onze man.


We hebben voor een lange termijn aanpak gekozen 

joopJoop Brink

Wethouder in Coevorden


In de voorronde ben je door andere politici en ambtenaren uitgeroepen tot beste bestuurder van Drenthe. Waarom denk je?

‘Ik heb me ingezet om preventie en gezondheidsbevordering in Drenthe goed op de been te krijgen. Dat heeft er in geresulteerd dat we als gemeenten een behoorlijke regiefunctie hebben gekregen over wat er gebeurt op dat gebied.’

Wat houdt dat in?

‘Er zijn teams die Gezonde Leefstijl Interventie (GLI) inzetten. Dat zit in het basispakket van de zorgverzekering. Alleen maken nu vooral mensen met hoge inkomens daar gebruik van. Zij zijn toch al met hun gezondheid bezig en hebben de tijd om hun polis te lezen. Mensen die de struggle of life meemaken, verdiepen zich vaak niet in de polis, terwijl juist zij baat hebben bij een GLI.’

Hoe hebben jullie die groep bereikt?

‘Die groep kan je alleen succesvol bereiken als je het combineert met het sociaal domein. Dus door te kijken bij wie ook andere problemen spelen en wie er baat heeft GLI. Denk aan werkloosheid, schulden en dergelijke. In elke plaats hebben we een team opgezet, dat hier naar kijkt. Een integrale aanpak dus.’

Waar ben je verder trots op?

‘Dat we over bestuursperiodes heen beleid hebben durven opzetten. In Coevorden, waar ik wethouder ben, hebben we veel armoede die overgaat van generatie op generatie. Voor deze generationele armoede hebben een lange termijn aanpak opgezet. We hebben de raad ook verteld dat zij en ook de volgende gemeenteraad daar de veren nog niet van kunnen plukken, omdat het echt een investering van de lange adem is. Dat begrepen ze en ze zijn akkoord gegaan met het beleid.’

Hoe wil je jezelf nog verbeteren als wethouder?

‘Als mens kun je altijd beter worden. Als ik als bestuurder nog door zou gaan, zou ik nog meer kunnen leren over hoe je de integraliteit van beleid verder door kunt voeren. Bijvoorbeeld door armoedebeleid te verbinden met economie. Het is moeilijk om de brede welvaartsgedachte uit te zetten in notities én beleid. Dat is een beweging die je op gang moet brengen en dat kost tijd.’

Zou?

‘Ik heb altijd tegen de afdeling gezegd: “Vraag me niet voor één periode, maar voor twee. Maar niet voor drie, want dan moet er echt een nieuw gezicht komen.”’


Dingen voor elkaar krijgen is voor mij de essentie 

annebethAnnebeth Evertz

Wethouder in Kapelle


Waarom ben je genomineerd denk je?

‘Dat is altijd heel lastig om dat over jezelf te zeggen. Ik heb begrepen dat collega’s in Zeeland vinden dat ik goed doorpak. We zijn in Kapelle bijvoorbeeld gestart met het maken van LHBTI-beleid.’

Was dat omstreden?

‘Het is hier een sterk christelijke gemeente, dus dat lag gevoelig, maar we hebben het toch gedaan. We begonnen met het hijsen van de regenboogvlag. Daarnaast hebben we LHBTI-ambassadeurs aangesteld om het een en ander bespreekbaar te maken. Ook binnen de christelijke gemeenschap.’

In de nominatietekst word je ook eerlijk en betrouwbaar genoemd. Waarom?

‘Financieel is het net als op veel andere plekken best zwaar op het jeugdzorgdossier. We zijn nu gestart om voorliggende voorzieningen te creëren en om de preventie, zoals de vroegsignalering, vorm te geven. Ook daarop vinden ze kennelijk dat ik goed doorpak, maar ik vind het lastig om dat zelf te duiden. En ik ben er zelf niet zo mee bezig, dus de nominatie overviel me ook wel een beetje.’

Waar ben je zelf het meest trots op in wat je gedaan hebt als wethouder?

‘We zijn met het project Kapelle the Future gestart, omdat we zagen dat jongeren heel erg leden onder corona. We zijn hen gaan portretteren, hebben ze gevraagd naar hun verhalen en dromen, willen ze laten meedenken over beleid. Die portretten hebben we door de hele gemeente opgehangen, zodat iedereen kon zien wie ze waren. We hebben jongeren dus letterlijk in beeld gebracht en er is ook een documentaire over gemaakt door vier jongeren. Ik ben vooral trots op die jongeren zelf. Ja, dat vind ik wel de kroon op mijn werk.’

Je bent nu drie jaar wethouder. Wat zijn je toekomstplannen?

‘Ik hoop nog een periode door te gaan. Het LHBTI-beleid dat in de steigers staat, moet nu worden uitgevoerd. Ook moeten er nog stappen worden gezet op het gebied van preventie in de jeugdzorg. Verder zijn we het Kapels netwerk gestart, een ‘eropaf team’ bestaande uit welzijnswerkers, maatschappelijk werkers en inkomensconsulenten dat in ons gemeentehuis bij elkaar komt te zitten. Als er signalen binnenkomen over kwetsbare mensen, kunnen we dat team er direct op af sturen. Dat was allemaal op afstand gezet, maar we hebben nu weer naar binnen gehaald.’

Dat is niet mis…

‘Ja, er is nog veel te doen. Dingen voor elkaar krijgen is voor mij de essentie, zo zie ik het vak.’


Het lijkt wel of ik in mijn eentje het college vorm, dat is natuurlijk niet zo 

roelRoel de Jong

Wethouder in De Fryske Marren


Met name op de gebieden wonen en financiën werd je goed beoordeeld door de mensen die je genomineerd hebben. Herken je dat?

‘Dat is een beetje tweeledig. Toen ik het las dacht ik: het lijkt wel of ik in mijn eentje het college vorm. Dat is natuurlijk niet zo. Financiën is niet eens mijn portefeuille. En wonen valt wel enigszins onder mijn RO-portefeuille. Ik heb met succes geprobeerd bouwprojecten van de grond te krijgen. Maar het verbaast me dat dat zo prominent naar voren is gekomen.’

Hoe verklaar je dat?

‘Ik trek veel op met de wethouder die volkshuisvesting in zijn portefeuille heeft. Ik ben wel luid op dat dossier en wat ongedurig soms om zaken voor elkaar te krijgen.

En qua financiën: ik heb in een aantal besturen gezeten van bijvoorbeeld het waterschap en ik ben actief geweest als Statenlid bij de provincie. In het waterschap had ik financiën in mijn portefeuille, je leert dan hoe het geld dat beschikbaar is het beste benut kan worden. Maar dat doe ik nu dus niet als eindverantwoordelijke portefeuillehouder.’

Wat zit er dan wel in je eigen portefeuille?

‘Ruimtelijke ontwikkeling, jeugd, cultuur, vastgoed, monumenten, en water en natuur.’

Dat zit allemaal min of meer in dezelfde hoek?

‘Ja, ik ben van huis uit hydroloog. Dat is iemand die zich met water bezig houdt. En dat raakt aan veel onderwerpen, waar ik nu mee bezig ben. Ik heb ook altijd op het snijvlak van de fysieke leefomgeving, RO en planologie gewerkt. Een boeiend werkgebied, waar mijn hart ook echt ligt.’

Waar ben je het meest trots op?

‘Een van die dingen ligt op het gebied van cultuur en de huisvesting van culturele en maatschappelijke verenigingen in Joure. De problematiek daaromheen speelt al een jaar of zeven. We hebben dat gezamenlijk opgepakt door het voortouw uit handen te geven aan de partijen die op zoek waren naar huisvesting.

Een ander project heeft te maken met het tweede ontwerp van de omgevingsvisie. Daarbij hebben we heel intensief samengewerkt met de raad, in de vorm van een klankbordgroep. Dat is toch een andere manier dan de traditionele manier van samenwerken met de raad, maar dat werkt prima.’

Nog weinig water…

‘Momentje, dat komt nu. Het derde project, waar ik heel trots op ben, is dat we als veenweidegemeente als één overheid zijn gaan opereren met waterschap en provincie. Ook dat is zo’n project wat jarenlang gesudderd heeft, omdat de rol van de gemeente daarin niet scherp was. Dat is nu veranderd.’

En wat wil je nog bereiken?

‘Haha, heel veel! Er liggen nog handenvol uitdagingen. Als ik bijvoorbeeld kijk naar de cultuur: in de cultuurnota hebben we als doel geformuleerd dat we de samenwerking met zorginstellingen en bedrijfsleven heel stevig willen maken. Dat zou ik in een volgende periode graag willen doen.’


Ik ben benaderbaar en andersom geldt dat ook 

vincentVincent van Neerbos

Burgemeester van West Maas en Waal


Je bent genomineerd in de categorie beste bestuurder van een kleine gemeente. Hoe klein is dat in jouw geval?

‘Bijna 20.000 inwoners. Ik ben nu bijna vier jaar burgemeester van West Maas en Waal. De gemeente en gemeenschap kennen een hele ontspannen cultuur. Mensen zijn erg betrokken. Zaken samen oppakken in plaats van afwachten tot iemand iets doet is hier echt de cultuur.’

In het nominatierapport staat dat woord ‘betrokken’ ook, maar dan gaat het over jou. Kun je dat verklaren?

‘Het is een beetje wederkerig denk ik. Ik doe volgens mij niet echt iets bijzonders, maar vul mijn rol in, zoals ik denk dat het goed is. Wat ik belangrijk vind, is dat ik voor mensen bereikbaar ben en andersom ook.’

Dat zullen als het goed is alle burgemeesters zeggen, maar jij bent genomineerd?

‘Er zijn ongetwijfeld nog tweehonderd bestuurders die het beter doen, haha.’

Ze noemden je ook eerlijk en actiegericht. Waar doelen ze dan precies op?

‘Dat ik duidelijk ben, denk ik. Ik houd niet zo van marchanderen of zaken op hun beloop laten. Het leuke van burgemeester zijn is dat het aan de ene kant een zelfstandige functie is met een eigen verantwoordelijkheid en rol. Aan de andere kant moet je ook in een team van het college functioneren.’

Hoe doe je dat?

‘Ik trek het liefst niks naar me toe, want wethouders zijn zelf verantwoordelijk voor hun portefeuille. Maar je kunt elkaar natuurlijk wel ondersteunen of aanspreken als dat nodig is.’

Lastig hè, bedenken waarom ánderen je ergens voor genomineerd hebben?

‘Haha, ja, inderdaad. Ik weet het niet: als ik iets beloof, dan doe ik het. En als iets niet kan, dan geef ik ook helder aan waarom niet. Misschien zit het daar ook in.’

Wat vind je er eigenlijk van dat je genomineerd bent?

‘Ik vind het best wel bijzonder, want blijkbaar valt mijn manier van werken of de manier waarop we hier in de gemeente met elkaar omgaan wel op bij anderen. Ik denk ook dat onze gemeente als geheel best wel een positieve reputatie heeft.’

Hoe denk je in de komende je burgemeestersrol nog beter in te kunnen gaan vullen?

‘Ik ben eigenlijk wel erg gelukkig op de plek waar ik ben. Op dit moment is het natuurlijk wel een uitdaging in gemeenten om samen met de raad het gevoel terug te krijgen bij gemeenschappelijke regelingen.’

Bedoel je niet ‘meer regie?’

‘Je hebt niet de volledige regie. Dus ik bedoel echt gevoel. Afvalinzameling en dergelijke worden door externe partijen gedaan. Het gevoel dat je dit gezamenlijk organiseert en er zelf dus ook aanspreekbaar op moet zijn, ontbreekt soms nog. Dat is iets anders dan de volledige regie willen hebben. Op dat gevoel zou ik nog wat meer willen investeren.’