Sommige zogenaamde hulpaanbieders vertellen de gemeente mooie verhalen over hoe zij jongeren ervoor behoeden in de schimmige wereld van zware criminaliteit terecht te komen. Maar eigenlijk zijn ze uit op het projectgeld. Hoe voorkom je als gemeente met dit soort organisaties in zee te gaan? Daarover ging het in de Tweede Kamer, meldt senior beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen. Ook signaleert hij dat er in de Kamer wordt gepleit voor meer burgemeestersinvloed op ingrijpende besluiten van streekziekenhuizen.


Het huidige, demissionaire kabinet heeft bij zijn aantreden beloofd meer te doen aan het voorkomen van jeugdcriminaliteit. Inmiddels krijgen 27 gemeenten geld uit het daarvoor bedoelde project Preventie met Gezag. Jaarlijks gaat er zo’n 100 miljoen euro naar de ‘gebiedsgerichte preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit'. Doel: de leefbaarheid en veiligheid in de wijk bevorderen en justitiële functies in de buurt versterken.

Het geld is bedoeld voor wijken waar de leefbaarheid ernstig onder druk staat. De bedoeling is de voedingsbodem voor criminaliteit weg te nemen en te voorkomen dat jongeren in de criminaliteit terecht komen. Of er verder in wegglijden. Een prima streven, zeker voor een kabinet waarbij repressie de boventoon voert.

Het project Preventie met Gezag kent geen generieke aanpak die van bovenaf wordt opgelegd. De deelnemende gemeenten mogen het beschikbare budget inzetten voor projecten die passen bij de specifieke problematiek in hun wijken. Maar dan wel voor projecten die kansrijk zijn en bewezen effectief zijn. Zeker in het begin zal dat niet altijd duidelijk zijn. Zoals minister Weerwind op vragen van Songül Mutluer antwoordde is ‘preventie met gezag een lerende aanpak.’

‘Hoe waarborg je dat geld alleen gaat naar bewezen effectieve plannen’

Mutluer had al eerder vragen gesteld over hoe gemeenten kunnen bepalen wat een effectieve aanpak inhoudt. Zij werd opnieuw getriggerd door een artikel in dagblad Trouw waarin twee onderzoekers aan de alarmbel trokken over 'cowboys’ die azen op de vele miljoenen voor Preventie met Gezag. Deze cowboys bieden diensten en interventies aan waarvan de werking vaag is. Ze kloppen wel aan bij de gemeente om er geld voor te vragen.

Mutluer vreest dat het budget niet terecht komt bij doelmatige projecten, maar eerder goed zijn voor het financieel gewin van de aanbieders van onduidelijke projectplannen. Zij vroeg de minister hoe hij kan waarborgen dat het geld alleen wordt geïnvesteerd in plannen waarvan is bewezen dat die effectief zijn.

'Kritisch richting aanbieders'

Weerwind adviseert gemeenten ‘kritisch te zijn richting aanbieders.’ Gemeenten maken op basis van de lokale omstandigheden wel zelf de keuzes. Er komt een ‘stevig monitoringssysteem’ waarmee de voortgang van Preventie met Gezag jaarlijks wordt getoetst. En het ministerie ondersteunt gemeenten met het delen van wetenschappelijke kennis over effectieve interventies.

Helaas zal het zeker de eerste jaren nog aftasten worden. Zo is nog maar weinig bekend over wat werkt om zogenaamde doorgroeiers weer uit de criminaliteit te halen. Toch niet bepaald onbelangrijk om ontspoorde jongeren weer op het rechte pad te krijgen.


Zorg in de regio

Het verdwijnen van voorzieningen uit krimpregio’s is op zich al een onderwerp om aandacht voor te vragen. Wanneer het gaat om het verdwijnen van essentiële voorzieningen zoals ziekenhuiszorg en dan vooral de spoedeisende hulp, is er des te meer reden om daar aandacht aan te besteden.

Julian Bushoff heeft al eerder aan de bel getrokken als het ging om sluitingen van zorgvoorzieningen. Nu gaat het om het bericht dat in Zuidoost-Limburg plannen bestonden om de spoedeisende hulp te verplaatsen.

Het Zuyderland Ziekenhuis zou de spoedeisende zorg van het ziekenhuis in Heerlen verplaatsen naar het 20 kilometer verderop gelegen Sittard-Geleen. Bushoff heeft daarover schriftelijke vragen gesteld aan minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Die antwoordde dat het ‘de verantwoordelijkheid is van de zorgaanbieder om keuzes te maken over de inrichting van de zorgorganisatie’ zolang de toegankelijkheid van die zorg voor alle inwoners uit de regio geborgd zou blijven.

Dit antwoord kon de inwoners van Heerlen niet geruststellen. Dat bleek wel uit een demonstratie en handtekeningenactie die daar kortgeleden zijn gehouden. Ook het lokale bestuur heeft bezwaren gemaakt. De minister vond het weliswaar nodig dat ‘de belangen van inwoners en gemeenten goed moeten worden meegewogen,’ maar hij kon zich ook voorstellen dat ‘er situaties voorkomen waarbij gemeenten en inwoners zich niet voldoende betrokken voelen.’ Hier knelt het.

Amendement om uitkleden streekziekenhuizen af te remmen

Met de huidige regelgeving heeft het lokaal bestuur een ondergeschikte positie ten opzichte van de zorgaanbieder. Die laatste kan uiteindelijk zijn zin doordrijven en een spoedeisende hulp sluiten. Bushoff wijst erop dat met de verandering van de organisatie van (spoed)zorg in Zutphen, Stadskanaal, Hoogeveen, Sneek, Heerenveen en Zoetermeer ‘in rap tempo streekziekenhuizen worden uitgekleed.’

Om hier een rem op te zetten heeft hij een amendement ingediend dat ervoor moet zorgen dat de belangen van inwoners bij de spoedeisende hulp beter worden gewaarborgd. Het sluiten van een post voor Spoedeisende Hulp (SEH) heeft immers vergaande gevolgen voor de nabijheid van de zorg voor de inwoners en raakt daarmee ook nog aan het gevoel van veiligheid.

Zwaarwegend advies

Het amendement stelt voor dat sluiting alleen is toegestaan nadat de burgemeester daar een zwaarwegend advies over heeft uitgebracht aan de zorgaanbieder. De burgemeester kan dat advies pas geven na overleg met de burgemeesters van de andere betrokken gemeenten. Mocht de zorgaanbieder het advies van de burgemeester niet willen opvolgen, dan moet het besluit van de zorgaanbieder aan Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd worden voorgelegd. De Inspectie beslist dan uiteindelijk over de sluiting.

De wet waar het amendement over gaat, moet nog worden behandeld. 


Afbeelding: Rob Engelaar | ANP


Portret Ton LangenhuyzenContactgegevens:


T: 070-3182792
E: t.langenhuyzen@tweedekamer.nl