Paul Depla, de burgemeester van Breda, is 9 december benoemd tot de nieuwe voorzitter van het Centrum voor Lokaal Bestuur (CLB). Depla neemt het stokje over van Leen Verbeek.


Depla is niet onbekend met het CLB: in 1992 werkte hij al voor het CLB. Samen met Jacques Monasch werkte hij aan het project ‘Ruimte voor elkaar’, over lokale vernieuwingspolitiek. Het was een project dat zo’n driekwart jaar duurde in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 1994.

Depla vindt het mooi naar het CLB terug te keren, ‘nu als voorzitter’. De geboren Eindhovenaar zei ‘ja’ toen hij voor de functie werd gevraagd, want: ‘Het is een belangrijke klus ervoor te zorgen dat lokale PvdA-bestuurders en -afdelingen elkaar weten te vinden, van elkaar leren en elkaar opzoeken. Je kunt zaken met elkaar landelijk agenderen.’

portret PaulD
De burgemeester van Breda, Paul Depla is de nieuwe voorzitter van het CLB.

Alle gemeenten zijn bezig hun gemeente mooier, eerlijker, socialer en duurzamer te maken, stelt de kersverse CLB-voorzitter. Het gaat om langlopende ambities. ‘Lokale besturen zijn ook zoekend. Wat kan je van elkaar leren?’ Hij geeft een voorbeeld: ‘In onze gemeente stijgt het aantal dak- en thuislozen sterk. Wat doen andere gemeenten, wat is jullie aanpak? In de lokale politiek signaleer je problemen als eerste. Je loopt door de stad en ziet wat er aan de hand is, maar wat ik zie, speelt niet alleen in mijn gemeente. Deel je het met elkaar, dan kan je ook van elkaar leren.’ Zie hier een rol van het CLB. ‘En via de lokale politiek kan je wat in de gemeente speelt bij de nationale politiek aangeven.’

Praktijkman

Tijdens het gesprek wordt het al snel helder: Depla houdt van het lokale bestuur en gemeentepolitiek. In Nijmegen was hij vanaf de eeuwwisseling tot 2010 wethouder met onder meer Sport en Bouwen in zijn portefeuille. Daarna werd hij de burgemeester van Heerlen en sinds 2015 bekleedt hij die functie in Breda. ‘Ik ben ook politiek adviseur geweest bij Verkeer & Waterstaat. Daar kwam ik alleen belangenbehartigers tegen en zat ik alleen maar in de papieren.’

Hoewel hij er veel heeft geleerd, hield hij het er na zo’n twee jaar voor gezien. Geef Depla maar de praktijk in plaats van de papieren werkelijkheid. ‘Lokale politiek is What you see is what you get, om het in goed Nederlands te zeggen,’ aldus de praktijkman. ‘Als wethouder Sport stond ik op de sportvelden, kon de sfeer voelen en mensen aanwijzen die ik kende.’ Het geeft de directe betrokkenheid van de lokale bestuurder met de samenleving aan.

Bovendien vindt hij het mooi de resultaten die een gemeente boekt in de stad terug te zien. ‘In Nijmegen bijvoorbeeld hebben we ervoor gezorgd dat mensen weer in alle sportcomplexen durven te sporten zonder voetschimmel op te lopen. Het ging om de kwaliteitsverbetering van sportcomplexen. En de stadsbrug. Die moest worden gerealiseerd om de stad aantrekkelijk en bereikbaar te houden voor de mensen.’

Depla erkent dat het werk op lokaal niveau soms ook lastige opgaven met zich meebrengt. ‘Landelijk praten ze over de opvang van asielzoekers. Op lokaal niveau moet je het doen. Met mensen die daar lang niet allemaal op zitten te wachten. Of: landelijk wordt gezegd dat je het woningprobleem moet oplossen. Lokaal hoor je: ja, maar niet hier. Dan is het aan lokale bestuurders om te gaan bouwen en de mensen ook te kunnen laten zien: Kijk, we hebben hier voor een mooie toekomst gebouwd.’

De donkere kant van het verhaal: ‘Soms kom je letterlijk recht tegenover elkaar te staan. Dan moet je niet gaan wachten, maar het gesprek aangaan.’

Maar, Depla is gewoon gecharmeerd van het concrete dat het lokale bestuur met zich meebrengt. ‘Het is mooi om mensen bij de bakker tot de mensen aan het voetbalveld te kennen. Je hoort hun zorgen, maar ook hun blijdschap. Je bent bezig met je directe omgeving.’

Verbinding

De nieuwe CLB-voorzitter zit in zijn tweede ambtstermijn als burgemeester van Breda. Veiligheid is een burgemeesterstaak. Zo houdt hij zich onder meer bezig met de kwestie hoe je jongeren buiten de criminaliteit houdt. ‘Hoe stoppen wij jongeren te laten denken dat criminaliteit hen meer perspectief biedt dan wij?’ is een belangrijke vraag die hij daarbij stelt. En waarop moet worden ingespeeld.

Samenwerken en de verbinding aangaan staan voor hem in elk vraagstuk centraal. Met de gemeente Tilburg bespreekt Depla grote maatschappelijke problemen. In de discussie neemt hij ook de kleinere gemeenten mee. En de inwoners moeten nooit worden vergeten. Wil een gemeente bepaald beleid maken of een beeld doorvoeren, dan is het belangrijk dat de bewoners van een gemeente het verhaal mee vertellen, legt hij uit.

Een Bredaas voorbeeld: ‘Wij willen een grenzeloze, groene, gastvrije stad zijn. Dat verhaal moet je samen met de mensen vertellen. Daarbij is het belangrijk eerst te bepalen hoe de gemeente een verhaal wil vertellen. Daarna maak je inwoners, de smaakmakers in de stad, mede-eigenaar van je ideeën, je aanpak, je beleid.’

In het brede Brabantse gesprek over de aanpak van georganiseerde criminaliteit draait het om de vraag hoe de lokale overheid ervoor kan zorgen dat ook bij inwoners en organisaties het gevoel ontstaat dat zij een rol kunnen spelen bij het stoppen van de criminaliteit. De steun van de lokale overheid is daarbij onmisbaar. ‘Hoe ondersteun je notarissen, transportbedrijven en andere bewoners daarbij?’ zegt Depla. ‘Hoe voorkom je dat ze wegkijken. En het als alleen een probleem van de overheid zien. Hoe organiseer je coalities met mensen? De bedoeling is dat zij mede-eigenaar worden van de aanpak van de criminaliteit. Want als overheid alleen kan je het niet.’

'De kracht van de publieke zaak is dat je als overheid niet alles zelf, maar met de mensen doet.'

Daar zit de essentie van het lokale bestuur voor Depla: die onlosmakelijke wisselwerking tussen bestuur en inwoners, over en weer en op permanente basis. En weten wanneer je dichtbij komt, maar ook niet zo dichtbij dat het gaat jeuken. ‘De kracht van de publieke zaak is dat je als overheid niet alles zelf, maar met de mensen doet. De culturele sector bijvoorbeeld bestaat dankzij de kracht van goede gezelschappen, goede kunstenaars en goede organisaties. Als lokale overheid kan je daarbij wel een partner zijn, maar je moet niet monopoliseren. Je zorgt ervoor dat de kunst kan worden uitgevoerd en de uitvoering is voor de kunstenaars.’

Sociaal sterk

De bestuurder vindt het belangrijk dat gemeenten sociaal sterk zijn. Hij werkt daar zelf ook volop aan. Heeft dat eigenlijk altijd gedaan. Ter illustratie: ‘Om een sterke stad met sociale wijken te zijn zoals onze ambitie was in Nijmegen, ging als ik wijkwethouder elke maand “mijn” wijk in.’

Die ambitie werd aanvankelijk wat smalend bekeken: de wethouder is er nu wel, maar na verloop van tijd zal hij wel weer zijn verdwenen. Dat was het beeld. Maar Depla bewees het tegendeel. Hij bleef gaan. Zo namen wijkbewoners hem serieus en ontstond een vertrouwensband. ‘Permanent aanwezig zijn is belangrijk,’ stelt hij. ‘Bewoners weten dan bij wie ze terecht kunnen. Ik was zeg maar een soort oliemannetje tussen de wijk en het gemeentebestuur. Zodat mensen de weg niet kwijtraakten in het doolhof van het lokaal bestuur.’

Leermomenten

De bestuurder leerde veel van de campagnevoering in 1998. In maart van dat jaar werden de gemeenteraadsverkiezingen gehouden, in mei volgden landelijke verkiezingen. ‘Roos Vermeij en ik waren de lokalo’s in de verkiezingen. We hadden contact met veel lokalen en waren de verbindende schakel tussen de lokale en landelijke overheid. De campagne van Wim Kok in 1998 was ook gericht op de lokale verkiezingen in maart. Toen heb ik geleerd dat een duidelijke boodschap hebben belangrijk is.’

In die tijd was die Sterk en Sociaal, haalt hij op. ‘Dat paste bij Kok en bij de politieke agenda.’ Ook leerde hij hoe je een inhoudelijk technisch verhaal omzet in een heldere campagneboodschap. En niet geheel onbelangrijk: hij leerde eveneens hoe je een beweging op gang krijgt.

Verenigingsgevoel

Met het CLB heeft hij voor ogen het saamhorigheidsgevoel, het verenigingsgevoel hoog te houden. ‘We staan er niet alleen voor. We hebben een sterk netwerk. De landelijke agenda biedt ruimte en heeft oog voor de lokale politiek.’

Ook wil Depla de koers van de landelijke PvdA en GroenLinks agenderen. ‘Hoe kijken wij naar de toekomst? Kunnen we op verschillende plekken samenwerken met GroenLinks? Er bestaan overal in het land linkse of progressieve samenwerkingen. Wat betekent dit?’

Samenwerken vindt Depla belangrijk, gaf hij al aan. Dat geldt ook voor mogelijke politieke samenwerkingen. Daarover wil hij de komende tijd overal gesprekken voeren. De mate waarin fracties met elkaar samenwerken verschilt per gemeente. Dat weet hij natuurlijk ook. Maar: ‘Welke ruimte gun je elkaar?’, vraagt Depla zich af. In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2026 wil hij die vraag hebben onderzocht.

'Hoe houd je de samenleving bij elkaar, daar draait het bij mij altijd om.'

Tenslotte draait het wat betreft de nieuwe CLB-voorzitter allemaal om de dwarsverbanden in de samenleving. ‘We moeten oog houden voor elkaar. Hoe houd je de samenleving bij elkaar, daar draait het bij mij altijd om. Waar je wieg ook heeft gestaan of wat je postcode ook is, we moeten niemand kwijtraken,’ aldus Paul Depla. Om na een kort moment toe te voegen: ‘Anders gezegd: de kansenongelijkheid moeten we blijven tegengaan. Om een uit elkaar vallen van de samenleving te voorkomen.’


 

Afbeelding: Erald van der Aa | ANP

Portretfoto: gemeente Breda