Waar vult de Kamer haar dagen eigenlijk mee? En zijn er nog zaken die extra aandacht van lokale bestuurders verdienen? Eens in de maand licht senior-beleidsmedewerker Ton Langenhuyzen interessante zaken uit de Kamer toe. Ditmaal over drugsafval en ondervoeding bij ouderen.

Drugsafval

Tijdens de zomermaanden ligt de Kamer zo goed als stil. Zo goed als, want het bestoken van de regering met schriftelijke vragen gaat wel door. Met sommige dingen kan je nu eenmaal niet wachten totdat iedereen van het reces is teruggekeerd. Zo is er de kwestie over wie er moet opdraaien voor de kosten van het opruimen van drugsafval. Het probleem is bekend: drugscriminelen dumpen afval, dat overblijft na de productie van synthetische drugs, lukraak op grond van gemeenten, Staatsbosbeheer of particulieren.

Grondeigenaren hebben pech. Zij moeten er zelf voor zorgen dat de rotzooi opgeruimd wordt. In uitzonderlijke gevallen betekent dat een rekening van tienduizenden euro’s. Vooral voor particulieren is dat een hard gelag. Jaren geleden heeft het Rijk daarom geld aan de provincies beschikbaar gesteld om particulieren te compenseren voor de schade.

Lokale en regionale overheden zijn verantwoordelijk voor het opruimen van het drugsafval, vindt de staatssecretaris

Dat potje dreigt echter leeg te raken, waardoor de gewone burger alsnog het kind van de rekening wordt. Attje Kuiken doet al sinds vorig jaar pogingen om dit te voorkomen. De laatste keer door met Gijs van Dijk stellen van schriftelijke vragen aan staatssecretaris Stientje van Veldhoven. De staatssecretaris is het met Kuiken en Van Dijk eens dat het opruimen van drugsafval op een particulier terrein ook van belang is bij het voorkomen van grondwatervervuiling, andere milieuproblemen en problemen met de volksgezondheid.

Wel vindt zij dat de verantwoordelijkheid voor het opruimen ‘bij regionale en lokale overheden’ ligt. Aangezien het potje van de provincies nog niet leeg is, kunnen particulieren hun kosten - voorlopig nog -  daaruit vergoed krijgen. Bovendien komt daar voor de periode 2019 tot en met 2024 € 1 miljoen per jaar uit de staatskas bij. De staatssecretaris hoopt dat dat voldoende zal zijn.

Veel ouderen ondervoed

Uit cijfers blijkt dat een groot deel van de thuiswonende ouderen ondervoed is. Van de ouderen die thuiszorg krijgen gaat het naar schatting om 30-40%. Bij ouderen zonder thuiszorg is dit percentage een stuk lager, maar in de oudste leeftijdsgroep (boven de 85 jaar) is nog altijd bij 20% sprake van ondervoeding. Deze schrikbarende cijfers en het bericht, dat de screening bij ouderen op ondervoeding ontbreekt, waren voor John Kerstens meer dan genoeg reden om Kamervragen aan minister De Jonge te stellen.

De Jonge antwoordde dat om ondervoeding te voorkomen alertheid van mantelzorgers en zorgverleners nodig is. Hij wees op de website www.goedgevoedouderworden.nl. Daar is informatie te vinden over herkenning van ondervoeding. Daarnaast bestaan er ‘screeningsinstrumenten, behandelprotocollen, indicatoren, opleidingsmodules en een Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak Ondervoeding’.  

De minister vindt dat er voldoende aandacht is voor ondervoede ouderen 

Kortom: er is al veel aandacht. Het probleem van ondervoeding is echter dat het niet op zichzelf staat. Kerstens vroeg de minister of er niet meer aandacht moest komen voor het probleem ondervoeding binnen de opleiding verpleegkunde. De minister wijst ook daar op bestaande initiatieven. Er wordt op dit moment gewerkt aan onderwijsmodules voor zorgprofessionals op MBO en HBO-niveau. Maar of die ook daadwerkelijk gebruikt gaan worden, hangt af van de mensen die verantwoordelijk zijn voor de inhoud van de opleidingen. De Jonge kan niet meer dan aandacht voor deze onderwijsmodules vragen.

Afbeelding: Caspar Huurdeman | Hollandse Hoogte

ton langenhuyzen

Contactgegevens:

T: 070-3182792
E: t.langenhuyzen@tweedekamer.nl