Nu het einde van de coronapandemie in zicht lijkt, zien lokale politici dat de grote culturele instellingen er financieel relatief goed voor staan. Over het lot van de kleine makers maken zij zich meer zorgen.


Als raadslid in Den Bosch zegt Jolanda van Gool het op zijn Brabants: de cultuursector heeft het ‘keizwaar’ gehad het afgelopen anderhalf jaar. ‘De branche is, samen met de horeca, waarschijnlijk het zwaarst getroffen door corona.’ 

De schade na bijna twee jaar corona is inderdaad fors in de culturele sector: volgens een schatting van een speciaal opgerichte taskforce loopt die dit jaar op tot € 2,8 miljard. Musea verwachten tot wel driekwart minder bezoekers dan in 2019, het laatste jaar voor de uitbraak van de pandemie. En ook de evenementenbranche hield een stevige kater over aan de zomer vanwege de streep die het kabinet door het festivalseizoen zette. 

Daar komt bij dat de sector en het belang daarvan niet altijd voor vol leken te worden aangezien door de beleidsbepalers. Zo zei inmiddels demissionair minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge in mei dat je niet naar het theater hoeft, ‘maar ook een dvd kan opzetten’. Premier Mark Rutte erkende tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen dat de cultuurbranche ‘soms wat ondergesneeuwd’ raakte in discussies over steunmaatregelen. Overigens beloofde hij vervolgens wel dat het demissionaire kabinet bereid is de branche langer financieel te ondersteunen.

Daar komt bij dat veel culturele instellingen sinds de versoepelingen van 25 september weer volledig open kunnen. Zijn het grootste onheil en een faillissementsgolf in de cultuursector daarmee afgewend? Vier lokale PvdA-politici vertellen over de praktijk in hun gemeente.

Niet evenredig gesteund

In Leeuwarden konden veel grote instellingen ‘zwarte cijfers’ schrijven over 2020. ‘En waarschijnlijk is dat ook dit jaar het geval,’ zegt cultuurwethouder Hein Kuiken. ‘De steunmaatregelen van het Rijk zijn daar goed terechtgekomen.’ Eenzelfde verhaal vertelt zijn Wageningse collega-wethouder Anne Janssen. ‘We zijn bang geweest voor een faillissementsgolf, maar die is er niet gekomen dankzij de cultuurgelden. De grotere theaters en organisaties verkeren daardoor in financieel goed weer.’

Beiden maken zich grotere zorgen om de vrije producenten, de kleinere makers en de zzp’ers die in de cultuursector actief zijn. Kuiken: ‘Die mensen zijn enorm hard geraakt, maar niet evenredig gesteund. Dat deel van de sector blijft enorm kwetsbaar.’ De wethouder verwijst naar een onderzoek van de Boekmanstichting, waaruit blijkt de poppodia en vrije producenten door het Rijk onvoldoende werden gecompenseerd. Zelfstandigen waren de andere ‘grote verliezers’. 

Kuiken: De vrije producenten, kleinere makers en zelfstandigen zijn de grote verliezers 

Om de makers op gemeentelijk niveau tegemoet te komen, tuigt Wageningen een zogeheten makersregeling op, waarmee de gemeente creatievelingen financieel tegemoet komt. Janssen: ‘De regeling moet nog in de gemeenteraad besproken worden, dus ik kan er nog niet te veel over zeggen.’ 

Ook Leeuwarden probeert de lokale creatieve kaste weer in het zadel te helpen. Dat doet de gemeente door zzp’ers te koppelen aan plaatselijke ondernemers via platform mooiedingenmakers.nl, legt Kuiken uit. ‘Ondernemers die een opdracht hebben, kunnen deze aanbieden bij makers uit de regio. Als dat tot een overeenkomst leidt, kan de opdrachtgever eenmalig 50% van de rekening vergoed krijgen met een maximum van € 1.500.’ Het platform moet zorgen voor nieuwe bedrijvigheid, maar vooral voor nauwere banden tussen lokale ondernemers en creatievelingen. 

Kaalslag

Vincent Bouma, raadslid in Arnhem, herkent bovenstaand verhaal terug in zijn gemeente: ook daar gaan de grote instellingen het redden. ‘Maar de kleinere instellingen en zzp’ers hebben het moeilijk.’ 

Voor de zomer sprak de gemeenteraad met Schakel025, een platform en expertisecentrum voor culturele makers uit Arnhem en Nijmegen. ‘Dat was een kennismakingssessie. Grotere organisaties weten ons als gemeente wel te vinden, maar voor veel zzp’ers is politiek een ver-van-mijn-bed-show. Terwijl wij met subsidies wel een rol kunnen spelen in het inkomen. Volgende maand is er weer een bijeenkomst gepland.’

Tijdens de eerste samenkomst bleek dat veel kleine makers het water aan de lippen staat. ‘Veel zelfstandigen zijn daarom andere dingen gaan doen, zoals lesgeven, om rond te kunnen komen.’

Bouma: Veel zelfstandigen zijn andere dingen gaan doen 

Die uitstroom kan op termijn schadelijk zijn voor de gehele culturele sector, vreest het Bossche raadslid Jolanda van Gool. ‘Je wil niet dat het culturele landschap over een paar jaar niet meer booming is, omdat er in de tijd daarvoor zoveel mensen de sector hebben verlaten of failliet zijn gegaan. Dat zou leiden tot een enorme kaalslag.’ 

Om die in Den Bosch te voorkomen werd in december vorig jaar - op aandringen van de PvdA - een bestaand cultuurfonds heringericht, zodat het geld naar lokale makers ging. In oktober wordt een soortgelijk fonds ter waarde van € 250.000 gelanceerd. ‘Jonge en startende makers hebben door corona geen vliegende start kunnen maken. Met deze fondsen proberen wij ze op weg te helpen.’

Blijf sector steunen

Van Gool voelt ook een zekere verantwoordelijkheid richting de makers, te meer omdat Den Bosch zich profileert als Cultuurstad van het Zuiden. ‘Dat mag niet alleen een marketingterm zijn; we moeten de mensen lokaal ook steunen.’ Ook wethouder Kuiken voelt die zorgplicht in Leeuwarden, en weet zich daarbij gesteund door een raad die ‘cultuurminded’ is. ‘Ik voel hier breed draagvlak om te doen wat nodig is.’ 

Ondanks de lokale wil en bereidheid te helpen, doen de lokale politici een beroep op het Rijk om de steun nog even door te zetten. Per 1 oktober kwam er een einde de generieke steunpakketten en -regelingen, waaronder de TOZO, de inkomenshulp voor zelfstandigen. Ook de belofte van Rutte de cultuursector langer te stutten heeft nog geen handen en voeten gekregen. 

Van Gool: ‘Een stad zonder kunst en cultuur is ook arm’ 

Kuiken: ‘Mijn oproep zou zijn: blijf de sector steunen, maar zorg ervoor dat de steun iets meer gericht wordt op de onderdelen die er minder voor staan. Blijf perspectief bieden. Veel mensen zijn weggelopen uit de sector. Om straks weer volledig te heropenen, zijn zij wel nodig.’ Zijn Wageningse collega-wethouder Anne Janssen sluit zich daarbij aan. ‘De steun voor de makers, voor mensen die in de sector werken, die moet gecontinueerd worden in 2022. Je ziet dat het heropbouwen van de cultuursector tijd nodig heeft.’ 

In haar gemeente merkt Janssen dat mensen er graag weer op uit willen trekken. Zelf zat ze recentelijk weer in een vol theater, voor het eerst sinds lange tijd. ‘Dat voelt toch wat intiemer, wat echter, er is veel meer interactie in de zaal.’ 

‘Een stad zonder kunst en cultuur is ook arm’, zegt raadslid Van Gool. ‘We hebben de afgelopen periode allemaal gemerkt dat een film, muziekje of voorstelling ons vreugde kunnen bieden. Zeker voor de makers zullen wij ons daarom hard blijven maken.’


Bijschrift afbeelding: De poppodia zijn weer open, maar je komt alleen binnen met een geldige qr-code

Afbeelding: Paul Berg | ANP