De plannen van Hugo de Jonge om de wooncrisis tegen te gaan, leveren niet onverdeeld applaus op. Gemeenten vragen meer ruimte voor maatwerk en oog voor lokale verschillen.


Hugo de Jonge heeft haast. In zijn tien maanden als minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening lanceerde hij het ene na het andere plan om de wooncrisis te lijf te gaan. Zo moet de huurtoeslag op de schop, gaat de huurbescherming gelden tot een huur van € 1000 en maakt hij afspraken voor 900.000 extra woningen.

‘Als wethouder volkshuisvesting ben ik blij dat we ook een minister voor volkshuisvesting hebben. Dat De Jonge vindt dat van de 900.000 nieuwe woningen een groot deel betaalbaar moet zijn, kan ik alleen maar toejuichen. Maar bij de uitvoering valt er nog veel te winnen.’ Aan het woord is Gijs van Malsen, wethouder in Rijswijk. De gemeente ligt onder de rook van Den Haag. Ze is een van de snelst groeiende steden in Nederland en bevindt zich in de provincie die de meeste nieuwbouwwoningen (250.000) heeft gepland.

Ondanks deze ambities loopt het volgens Van Malsen ‘stroefjes’ tussen De Jonge en de gemeenten: ‘We praten als gemeente met de regio, die op zijn beurt weer met de provincie praat. De gedeputeerde zit uiteindelijk aan tafel met De Jonge. Dat doet ze goed hoor, maar het zijn wel veel lagen.’ De wethouder wijst erop dat de komst van nieuwe woningen meer behelst dan muren en een dak: ‘Het gaat ook om de randvoorwaarden, denk aan de sociale cohesie in de wijk, aan voldoende huisartsen en een politiebureau. Dat mis ik bij De Jonge.’

Van Malsen: Ik zie nog geen kentering in de wooncrisis 

Het Rijswijkse college wil 30% van de nieuwbouw reserveren voor sociale huur. ‘En dan hebben we het alleen over woningen van de corporaties.’ Voor mensen die uit een sociale huurwoning komen en net iets meer kunnen besteden, wil Rijswijk ook meer gaan bouwen. Daartoe heeft Rijswijk een Woonfonds in het leven geroepen: ‘Particuliere beleggers en de gemeente hebben hier elk een aandeel in. Het rendement is lager dan bij de vrije verhuur. De minister vreest dat beleggers in dit segment afhaken en heeft daarom onder druk van de lobby de huurbescherming gesteld op € 1000 en niet op € 1250 zoals hij eerder nog wilde. Maar bij ons is dat helemaal niet het geval. Sterker: we overwegen in een volgende ronde het rendement nog iets te verlagen, zodat we de huren betaalbaar kunnen houden.’

Betekenen al die plannen van De Jonge het einde van de wooncrisis? Van Malsen: ‘Ik zie nog geen kentering. Pas als de wachttijd op een sociale huurwoning minder is dan een jaar kun je spreken van het einde van de crisis.’

Ambtenaren voelen druk

‘Ik houd van de actiegerichtheid van De Jonge om het tekort aan woningen terug te dringen’, zegt ook wethouder Michel Rietman van Súdwest-Fryslân. ‘Maar als de grootste plattelandsgemeente van Nederland hebben we er niet zo veel aan. Onze gemeente bestaat naast Sneek en Bolsward uit nog 87 kernen. Daar heb je hele andere uitdagingen dan in de Randstad. Om van het Rijk bijvoorbeeld geld te krijgen voor een bouwimpuls moet je op een aangesloten stuk grond vijfhonderd woningen bouwen. Terwijl we over alle 89 kernen verdeeld de komende tien jaar zo’n drieduizend woningen kwijt kunnen.’

Rietman: Onze plattelandsgemeente heeft niet zoveel aan alle plannen 

Nog een uitdaging: in de kleinste kernen trekken woningcorporaties zich langzaam terug en raakt betaalbaar wonen zo verder uit zicht. ‘Het klinkt mooi dat de verhuurdersheffing wordt afgeschaft, maar ik heb er niets aan. Het geld dat corporaties overhouden besteden ze aan verduurzaming van hun bestaande voorraad. Dat moet óók. Maar ze investeren niet in nieuwe woningen.’ Op een plan voor een nieuwe wijk in Sneek met minimaal 30% sociale huur reageren corporaties negatief, omdat die woningen volgens hen te ver buiten de binnenstad zouden liggen en er onvoldoende voorzieningen in de buurt zijn. ‘Hiermee geven ze mij aan dat ze niet willen,’ zegt Rietman. ‘Naast wonen moet er ook aandacht zijn voor goede mobiliteit, zoals een bus door het dorp.’

De wethouder onderzoekt of de gemeente in kleine kernen zelf een woningcorporatie kan opzetten. En hij wil meer binnenstedelijk bouwen. ‘Dat is per definitie duurder voor een gemeente dan op een weiland. Maar wij willen ook ons landschap beschermen.’ Ook zoekt hij met het gemeentelijk team Wonen naar manieren om bouwplannen naar voren te halen. ‘Daar is de druk die De Jonge uitoefent wel goed voor geweest: onze ambtenaren vertalen die druk naar onze gemeente.’

Klein land met legio uitdagingen

Als planoloog zag Rik van Niejenhuis met lede ogen aan hoe Nederland de afgelopen jaren de regie op ruimtelijke ordening losliet. ‘Nederland is niet groot en heeft legio uitdagingen. Industrie, woningen, water hebben allemaal ruimte nodig. Dat vraagt om een instantie die keuzes maakt. We hadden voorheen een ministerie van VROM, maar die is ontmanteld. Dan lijkt het goed dat Hugo de Jonge weer de regie op zich wil nemen.’

Sinds deze zomer is Van Niejenhuis wethouder in Groningen. Hij heeft zo zijn bedenkingen bij wat De Jonge lanceert. ‘De Jonge wil wel even landelijk regelen dat er 900.000 woningen bij komen. Terwijl ik nu zo graag lokaal de regie wil krijgen. In onze stad willen we in tien jaar tijd er 20.000 woningen bij. Die komen vooral op gemeentegrond, ik schat zo’n 3/4 van het totaal. Dat doen we omdat we zelf kunnen bepalen wat de kwaliteit en het programma wordt en in welk tempo we gaan bouwen. Groningen werkt hard aan meer sociale huur en betaalbaar wonen, op zijn Gronings.’

Een voorbeeld van een landelijke maatregel die voor Groningen verkeerd uitpakt is de verhuurdersvergunning. Groningen voerde die vergunning als eerste gemeente in, na goedkeuring van het Rijk. ‘Nu neemt het ministerie ons plan over en moeten wij de hele vergunning opnieuw invoeren volgens hun regels!’

Van Niejenhuis: Liever heb ik dat De Jonge vraagt: wat heb jij nodig? 

Ook twijfelt de wethouder over het tempo dat De Jonge met al zijn plannen aan de dag legt. ‘Tempo mag niet ten koste gaan van kwaliteit. Misschien voelt hij de druk in het kabinet: nu gaat het financieel nog goed met de overheidsfinanciën, maar als het straks slechter gaat, dan kan De Jonge misschien niet meer alles uitvoeren wat hij graag zou willen.’

Groningen is aangewezen als Novex-locatie: een gebied voor grootschalige woningbouw. Daardoor kan de stad aanspraak maken op meer middelen van het Rijk. ‘Prachtig, maar ook hier moet je vechten om de regie te pakken. Liever heb ik dat De Jonge vraagt: wat heb jíj nodig?’

Waar zijn die plannen dan?

Ook wethouder Dennis Bouwman uit Midden-Drenthe heeft zijn vraagtekens bij de aanpak van De Jonge. ‘Voor dit interview ben ik op zoek gegaan naar een overzicht van zijn concrete plannen, maar kon ze nergens vinden. De minister roept heel veel, vaak is dat hetzelfde, maar dan net anders. Je wordt er draaierig van.’

‘We moeten in Nederland overal woningen bouwen, ook in onze gemeente. De Jonge is vooral met plannen en systemen bezig, zoals het toewijzen van aantallen woningen die al deels eerder door provincies zijn genoemd. Laat hem energie stoppen in het daadwerkelijk bouwen.’

Een aantal ideeën komen Bouwman heel sociaal-democratisch voor: ‘Betaalbare woningen, meer sociale woningbouw, regie op de woningbouw. Fijn dat een minister zich daar nu druk over maakt. Maar tegelijk krijg ik het gevoel dat het over de gemeente wordt uitgestort en top down wordt opgelegd. Dat werkt niet. De samenwerking vanuit het Rijk kan beter.’

Bouwman: De minister roept wel heel veel, maar vaak is dat van hetzelfde 

Vooral bij ouderen is er nog een slag te maken in Midden-Drenthe, zegt de wethouder. ‘In onze gemeente hebben veel ouderen met een laag inkomen een eigen woning. Het was een beetje de norm om zelf een huis te kopen, en vrijstaand was het summum. Het zijn vaak niet-geïsoleerde woningen, met weinig onderhoud. Die groep heeft een probleem als ze kleiner willen gaan wonen en gaan huren, want met een klein pensioen vallen ze buiten de sociale huur. Met woningcorporaties proberen we nu ook voor hen een oplossing te bedenken.’

Over de huurplannen van De Jonge heeft Bouwman nog wel wat vragen. ‘De huurtoeslag pakt voor velen niet goed uit. En de huurbescherming vergroten mag verder gaan dan de voorgestelde 1000 euro. Ook in de vrije huur verdienen bewoners meer bescherming tegen verhuurders. Onder druk van hun aandeelhouders verleggen die zelfs de ozb naar de huurders. Ik vind dat een vorm van uitbuiting.’

Alle goede bedoelingen van De Jonge ten spijt, het is maar de vraag of de wooncrisis nu wordt vlot getrokken, zegt ook Bouwman. ‘De bouwprijzen zijn enorm gestegen waardoor projecten al niet doorgaan, woningcorporaties besteden hun geld relatief veel aan verduurzaming en vervanging van woningen en minder aan extra nieuwbouw. We zien ook ambtelijke tekorten. Als je geen projectleiders kunt vinden leidt dat tot vertragingen van bouwprojecten. Dat speelt niet alleen bij ons maar ook bij andere gemeenten.’


Afbeelding: Lex van Lieshout | ANP