De Tweede Kamer is akkoord met een aangepaste versie van het plan om de geborgde zetels in de waterschappen aan te pakken. Als de Eerste Kamer ook snel goedkeuring geeft dan zijn er vanaf volgend jaar maar vier geborgde zetels: twee voor boeren en twee voor natuurorganisaties. Ook verdwijnt de vaste plek in het dagelijks bestuur. Historisch, maar is het ook genoeg?


Een mooie stap vinden waterschapsbestuurders Kees de Kruijf, Herman Beerda en Marlies van de Voort. Maar het is nog niet genoeg als het aan algemeen bestuurslid van waterschap Vallei en Veluwe De Kruijf ligt: ‘De beste uitkomst was geweest als de geborgde zetels helemaal verdwenen waren, zoals in het eerste voorstel stond. Dat de boeren en de natuurorganisaties nu een gelijke verdeling aan geborgde zetels hebben, is winst voor de natuur en een stuk beter dan hoe het was. Maar met alleen gekozen zetels wordt het systeem eerlijker.’

Marlies van de Voort, algemeen bestuurslid in Rijn en IJssel is het daarmee eens. ‘Als tegenargument wordt vaak gebruikt dat deze groepen belangen hebben, maar er zijn zoveel partijen met belangen en die zitten ook niet in de Tweede Kamer of in de gemeenteraad met geborgde zetels. Uiteindelijk is iedereen in Nederland een belanghebbende. Principieel klopt het nog steeds niet, maar ik ben allang blij met dit besluit.’

Beerda: ’Het voorstel dat er nu ligt, is een vreemd compromis’

‘Ik vind het dubbel,’ zegt Herman Beerda, dagelijks bestuurder in Noorderzijlvest. ‘We moeten ervoor waken dat we niet elke vier jaar een nieuwe structuur gaan aanbrengen in de waterschappen. Het voorstel dat er nu ligt is een vreemd compromis vergeleken met het eerste plan. Ik schat zo in dat er politiek veel weerstand is tegen het volledig afschaffen van de vaste zetels en dat daarom voor deze tussenweg is gekozen. Uiteindelijk komen er zo’n drie extra gekozen zetels bij en het is niet eens zeker of dat ook veel verschil gaat maken. Landbouw is namelijk ook prima vertegenwoordigd in de politieke partijen.’

Betere balans

Bedrijven krijgen geen vaste plek meer als dit voorstel goedgekeurd wordt door de Eerste Kamer. In de Nieuwe Oogst laat belangenorganisatie LTO weten daar niet tevreden mee te zijn. Dat zijn ze wel met de twee vaste zetels voor de landbouw. Want zo blijft de kennis van boeren bij het waterschap, denken ze. Volgens Beerda is die vermeende kennis een non-argument. ‘Ons eigen waterschap gaat vooral over rioolzuivering en afvalwater, dijken aan de Waddenzee en natuurlijk ook het waterpeil en bodembeheer. Bij de laatste twee onderwerpen spelen de verschillende belangen een rol, waaronder die van de boeren. Maar de belangrijkste onderwerpen hebben niet veel met landbouw te maken.’

‘En mensen die geen boer zijn, nemen ook kennis mee over waterbeheer,’ vult Van de Voort aan. ‘Dat de belangen van boeren of ondernemers (die ook hun vaste plek verliezen) nu onder druk staan, is onzin. Zij kunnen zich gewoon verkiesbaar stellen én doen dat ook. Verder zijn wij er als PvdA voor iedereen en dat dus ook voor boeren.’

Deze nieuwe structuur zal er alleen maar voor zorgen dat de balans wat eerlijker verdeeld wordt, denkt Van de Voort. ‘In ons waterschap was er discussie over de kosten. Met de huidige verdeling bleken ze te stijgen voor inwoners behalve voor agrariërs. Dit soort uitkomsten zouden best wel eens anders kunnen gaan in de toekomst en dat is prima. Het gaat vooral om een zuiver en meer democratischer waterschapsbestuur.’

Karlijn Landman is gastonderzoeker aan de Universiteit Utrecht en doet onderzoek naar het waterschapsbestuur. Minder of helemaal geen geborgde zetels is volgens haar niet per se democratischer. ‘Het begrip democratie is breder dan dat. Een systeem waarbij niet alleen burgers bepalen wie er in het bestuur zitten, maar ook andere belanghebbenden hierover mogen meebeslissen, kan óók democratisch zijn. Het betreft alleen een andere vorm van democratische legitimatie. Het is naar mijn mening dus niet zo dat afschaffing van de geborgde zetels de waterschappen democratischer maakt. Hiermee wordt de democratische legitimatie alleen op een andere manier vormgegeven.’

Taken en toekomst van het waterschap

Landman mist in de huidige discussie de taakomschrijving van de waterschappen. ‘Het lijkt mij logisch om eerst een besluit te nemen over wat het waterschap voor organisatie is en zou moeten zijn. Pas daarna moet je kijken welke vorm van democratische legitimatie hierbij past.’

Je hebt mensen die ervoor pleiten om het takenpakket van de waterschappen uit te breiden, bijvoorbeeld met taken op het gebied van het klimaat, en om het waterschap om te vormen van ‘functioneel bestuur’ tot ‘algemeen bestuur’ (zoals gemeenten en provincies), licht Landman toe. ‘Anderzijds gaan er ook stemmen op om vooral niet te sleutelen aan het takenpakket van het waterschap en het functionele karakter van het waterschap te bewaken. Bij een functioneel bestuur past niet per definitie dezelfde vorm van democratische legitimatie als bij een gemeente of provincie.’

Landman: De discussie moet andersom gevoerd worden

Over welke vorm de waterschappen dan zouden moeten krijgen, verschillen de meningen. De Kruijf kan zich voorstellen dat de waterschappen worden ondergebracht bij de provincies. ‘We werken al veel samen en het zou een stuk efficiënter kunnen werken.’ Maar Beerda ziet het liever andersom. ‘Met alle toekomstige opgaven zouden we als waterschap het waterbeleid juist van de provincies kunnen overnemen. Dat zou mijn toekomstdroom zijn voor de waterschappen. Zeker gezien de vraagstukken op het gebied van klimaat lijkt me dat heel verstandig. Maar dat is nog lang niet aan de orde. We moeten eerst maar zien dat dit voorstel doorgang vindt.’

Het is immers nog geen gelopen race. De Kruijf hoopt dat de Eerste Kamer het voorstel op korte termijn accepteert. ‘Het zou mooi zijn als dit voor het zomerreces erdoor is. Dan zijn we ruim op de tijd voor de verkiezingen, maar of dat gaat gebeuren vraag ik me af. Er is natuurlijk altijd kans op vertraging door andere partijen.’

Vraag of het veel uitmaakt

En mocht de verandering doorgaan dan is niet gezegd dat er direct forse veranderingen zullen plaatsvinden. Onderzoeker Landman denkt wel aan dat de invloed van de specifiek belanghebbenden zal worden beperkt. ‘Deze groepen zullen binnen het bestuur dan ook harder moeten vechten om hun stem te laten horen. Mogelijk dat zij nog meer zullen inzetten op deelname aan de waterschapsverkiezingen, om ook via die weg van vertegenwoordiging hun belang in het waterschapsbestuur zeker te stellen.’

Theoretisch lijkt het misschien heel wat, maar in de praktijk valt er wel wat op af te dingen. Waterschap Noorderzijlvest heeft geen grote verschillen tussen bijvoorbeeld landbouw en inwoners, zegt Herman Beerda. ‘Ik kan me voorstellen dat dat niet overal zo is, maar bij ons zijn de tegenstellingen tussen het boerenbelang, belang van ondernemers en inwoners niet zo groot. Ik verwacht geen grote veranderingen.’

‘Ook voor klimaatverandering en droogte maakt het weinig verschil. De boeren ondervinden daar veel last van en willen dat dus aanpakken. Bij alle waterschappen in Nederland staan die onderwerpen nu wel echt op de agenda,’ vult Van de Voort aan. ‘Maar voor de verdeling van de lasten voorzie ik wel grote verbeteringen. Voortaan zullen de boeren een eerlijk aandeel moeten betalen, hoop ik.’


Afbeelding: Rob Engelaar | ANP